Op uitnodiging van de werkgeversclub Cercle de Wallonie mocht N-VA-voorzitter Bart De Wever nog eens zijn stokpaardje berijden. Er loopt niet alleen een taalgrens door België, maar ook een ideologische grens. “Vlaanderen vindt dat de tussenkomst van de overheden moet worden beperkt. Maar de meerderheid van de Franstaligen is voorstander van een actieve rol voor de overheden”, aldus De Wever.
Of nog: “In Vlaanderen wil men de werkgelegenheid verhogen, de werklozen activeren, de belastingen verlagen en sectoren liberaliseren. Die politiek kunnen we niet volgen in België. Daarom moeten we die bevoegdheden aan de regio’s geven.”
Het is een boodschap die Bart De Wever tot in den treure herhaalt: de ideologie van de doorsnee Vlaming valt zowat samen met de eisenbundel van werkgeversorganisatie Voka en die eisen kunnen nooit door een Belgische regering gerealiseerd worden.
Alleen is het voor Bart De Wever vervelend dat net Voka maandag de onderhandelaars aanmaande tot spoed. “De financiële markten zijn tot dusver van België afgebleven. Maar het is een zaak van perceptie: als onze politici de indruk geven dat ze de zaak niet meer willen of kunnen beheren, zouden we wel onder druk kunnen komen te staan. En zodra de geest uit de fles is, krijg je die er niet meer zomaar in”, zei Voka-voorzitter Luc De Bruyckere op het congres van de Vlaamse werkgeversorganisatie.
‘Pas op voor chaos’
Dat ‘rondje dreigen met chaos’ komt deze keer niet van een Belgicistische gouverneur van de Nationale Bank, maar uit eigen kringen. Het gewicht van die uitspraak was ook Le Soir niet ontgaan. ‘Les patrons flamands sermonnent Bart De Wever’, titelde de krant dinsdag.
De Wever kreeg het tijdens zijn conferentie bij de Cercle Wallonie voor de voeten gegooid door de liberale politicus Hervé Hasquin. “Wordt Voka nu ook al gemanipuleerd door de Franstaligen?”, vroeg Hasquin.
Voka richtte zich ook tot Di Rupo, probeerde De Wever zich te redden. “En ze hebben gelijk, we moeten afronden. Que ça passe ou ça casse”, aldus De Wever. De N-VA-voorzitter lijkt te vrezen dat het het laatste wordt. “Ik vrees dat het momentum van de onderhandelingen voorbij is.”
Moet Bart De Wever zich zorgen maken over de koerswijziging van Voka? En hoe moeten we die plotse ommekeer begrijpen? Voka is bang dat de Ierse crisis overslaat naar België. Die vrees is niet helemaal onterecht. Zeker, België is er economisch niet zo erg aan toe. Het Belgische begrotingstekort is met 4,8 procent niet uitzonderlijk hoog in vergelijking met andere Europese landen. En de overheidsschuld flirt dan wel met de 100 procent maar de Belgen zijn naarstige spaarders.
Maar België heeft wel totaal onverantwoordelijke banken. In hun ijver om een graantje mee te pikken van de Ierse boom hebben ze voor 22 miljard euro Ierse schulden in handen. Dat is meer dan 5 procent van het BBP. Mocht Ierland uiteindelijk toch besluiten een deel van de schulden te herstructureren, dan komen Dexia en KBC opnieuw in de problemen.
Dan moet de overheid nog eens bij de belastingbetaler aankloppen om die twee banken overeind te houden. Vooral Dexia bakt het bijzonder bruin. De bank heeft voor maar liefst 119 procent van haar eigen waarde uitstaan in de eurolanden die onder vuur liggen van de financiële markten.
En die barbaren aan de poort, zoals een commentator van het persagentschap Dow Jones de speculanten noemt, zien in België een mogelijkheid om door te dringen tot het hart van de eurozone.
Shocktherapie voor België
Ja dus, de vrees van Voka is terecht. Maar er is meer aan de hand. Voka wil een herstructurering van de NV België. België, dat is in hun ogen een aftandse welvaartstaat. Een naoorlogs relict met grote vakbonden die via hun getalsterkte en hun aanwezigheid in tal van overlegorganen hun stempel kunnen drukken op het beleid en een verregaande liberalisering en flexibilisering weten tegen te houden. Het is die welvaartstaat waar de Verhofstadt van de Burgermanifesten zijn toorn op richtte in navolging van neoliberale voorvechters als Reagan en Thatcher.
Voka hoopt die herstructurering te realiseren via een ver doorgedreven regionalisering. Maar het kan ook anders. Ierland, Portugal, Spanje en Griekenland bewijzen dat zo’n shocktherapie ook kan met het mes van de financiële speculanten op de keel.
Regeringen – die nochtans overwegend sociaal-democratisch zijn – voeren daar in luttele tijd een radicale ontmanteling van de welvaartstaat door.
Kan dat ook in België? Durft een noodregering – eventueel zelfs zonder N-VA – zich aan zo’n sociaal-economische shocktherapie te wagen?
De Vlaamse werkgevers hebben eerder al bewezen niet bang te zijn van een portie berekening en opportunisme. Niet eens zo lang geleden, in 1999, hoopten zij dat de paarsgroene regering een deel van die hervorming kon realiseren. De Vlaamse beweging was toen op sterven na dood. Toen de VU even later uit elkaar spatte, schreven krantencommentatoren eensgezind dat de Vlaams-nationalisten 95 procent van hun programma gerealiseerd hadden.
Het kan dus verkeren.