De Armeense Nora is blij dat ze met haar gezin een appartement kan betrekken. Het geeft haar de kans op een redelijk normaal leven (foto Vluchtelingenwerk Vlaanderen).
Opinie, Nieuws, Wereld, Samenleving, Politiek, België, Asielzoekers, Besparingen, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Individuele opvang, Asielsector -

Vluchtelingenwerk Vlaanderen: “Bespaar niet op individuele opvang asielzoekers”

Zondag 30 juni bereikte het federale kernkabinet een akkoord over de begrotingscontrole van 2013 en het begrotingsontwerp van 2014. De ngo Vluchtelingenwerk Vlaanderen hoopt dat de besparingen niet ten koste gaan van de individuele opvang van asielzoekers.

donderdag 4 juli 2013 15:16
Spread the love

Het federale kernkabinet (de eerste minister en de vijf vice-eerste ministers) bereikte een akkoord over een reeks besparingsmaatregelen voor een bedrag van 750 miljoen euro. Details over de begrotingswijziging ontbreken nog, maar vast staat dat Fedasil (Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers) 10 miljoen moet besparen op de huidige begroting. Op 22 juni raakte al bekend dat staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block 90 miljoen van haar budget voor 2013 teruggeeft.

Voor 2014 vond het kernkabinet 2,37 miljard euro besparingen. Ook de asielsector moet beknibbelen. Volgend jaar zal Fedasil het met 34 miljoen minder moeten stellen. Op het leefloon voor buitenlanders wordt 60 miljoen bezuinigd. Om te voldoen aan de EU-criteria voor de beheersing van de staatsschuld is de federale regering nog op zoek naar 400 miljoen euro.

Vluchtelingenwerk Vlaanderen, dat ijvert voor de rechten van asielzoekers en vluchtelingen, hoopt dat de besparingen niet ten koste gaan van de individuele opvang van asielzoekers.

Collectieve versus individuele opvang

De opvang van asielzoekers gebeurt in België op twee manieren. Ongeveer de helft wordt ondergebracht in collectieve asielcentra. Deze worden voornamelijk beheerd door Fedasil. Vaak zijn het oude legerbasissen, ziekenhuizen, internaten of nieuwe prefabgebouwen. De grootte varieert. De kleinste centra bieden plaats aan 75 mensen, de grootste kunnen meer dan 800 personen huisvesten.

De aangeboden diensten zijn in alle centra dezelfde. Asielzoekers krijgen onderdak, voedsel en kledij. Daarnaast kunnen ze rekenen op sociale, juridische, medische en psychologische bijstand.

De andere helft van de nieuwkomers komt terecht in de zogenaamde ‘individuele opvang’: woningen, appartementen of kleinere opvangplaatsen met gemeenschappelijke faciliteiten, verspreid over heel België. Ook hier krijgen asielzoekers materiële steun en begeleiding.

Dit kleinschalige opvangnetwerk wordt georganiseerd door de gemeentes, het Rode Kruis en ngo’s zoals Vluchtelingenwerk Vlaanderen, dat in 1999 de eerste initiatieven uit de grond stampte in samenwerking met Fedasil. Waar asielzoekers precies terecht komen, wordt beslist door Fedasil.

Voordelen individuele opvang

DeWereldMorgen.be had een gesprek met Els Keytsman, directeur van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. “Voor de samenleving heeft individuele opvang belangrijke voordelen”, zegt ze. Doordat de individuele opvangplaatsen verspreid zijn over heel België, is het draagvlak in de buurt groter, stelt Keytsman. Asielzoekers zijn autonomer, hebben meer privacy en kunnen leven als gezin. Hebben ze vragen, dan kunnen ze terecht bij een professionele begeleider. Volgens haar verloopt de inburgering daardoor veel soepeler.

Asielzoekers die het land toch moeten verlaten, zijn dankzij een intensieve toekomstbegeleiding bovendien beter voorbereid op hun terugkeer.

Individuele opvang door een ngo of gemeente is bovendien goedkoper dan opvang in collectieve centra. “Elke asielzoeker die opgevangen wordt door Vluchtelingenwerk kost de overheid slechts 35,4 euro per dag. Opvang in een grootschalig centrum kost zo’n 10 procent meer”.

Opvangcrisis onder controle

Dankzij de vereenvoudiging van de procedures en de afnemende instroom van asielzoekers is de opvangcrisis onder controle. Het aantal opvangplaatsen kan langzaam dalen, maar Keytsman waarschuwt dat het onverstandig zou zijn te snoeien in de individuele opvang: “Wanneer het aantal asielaanvragen weer zou stijgen, omdat er ergens een conflict of oorlog uitbreekt, kan de capaciteit veel sneller worden verhoogd.”

Nu de crisis onder controle is, moeten we volgens haar investeren in de kwaliteit van de opvang.

Aanpak op mensenmaat

Keytsman onderstreept het belang van een aanpak op mensenmaat: “Asielzoekers zijn individuen die elk hun eigen – vaak gruwelijke – verhaal hebben en allemaal in een specifieke situatie verkeren. De opvang moet rekening houden met die diversiteit.”

Nu worden asielzoekers eerst enkele maanden in collectieve centra geplaatst, voor ze kunnen verhuizen naar een individuele woning. Keytsman wijst er op dat holebi’s bijvoorbeeld in centra terechtkomen tussen homofobe culturen. Ze pleit er dan ook voor asielzoekers sneller toe te wijzen aan de individuele opvang, wat voor de overheid bovendien goedkoper is.

“De kinderen leren nu tenminste wat een gezin is”

Vooral extra kwetsbare asielzoekers zouden meteen in kleinschalige opvangplaatsen terecht moeten kunnen, vindt Keytsman. Dat zijn bijvoorbeeld gezinnen met kinderen, niet-begeleide minderjarigen, alleenstaande vrouwen, zieke, getraumatiseerde of mindervalide mensen.

Mensen zoals de Armeense Nora, die in 2009 met haar partner en kind in België belandde. Ze was toen zwanger van hun tweede kind. Bij hun aankomst kwamen ze terecht in een centrum met meer dan 700 opvangplaatsen, waar ze één ruimte deelden met vijf andere families. Haar kinderen, ondertussen twee en vier jaar oud, kunnen nog altijd niet spreken. “Hoe kan het ook anders, als ze de eerste jaren van hun leven opgroeiden in een omgeving waar meestal vijf verschillende talen door elkaar werden gesproken?”

Tegenwoordig woont ze met haar man en kinderen in een appartement in Antwerpen. Een hele verbetering, vindt Nora. “De kinderen leren nu tenminste wat een gezin is.”

“Mijn dochter is twee maanden lang niet buitengekomen”

Ook de Tsjetsjeen Dzjochan (55), die in Kortrijk een rijhuis betrekt met zijn vrouw en 18-jarige dochter, is tevreden over zijn nieuwe verblijfplaats: “Het is een heel goede plaats om te wonen, dicht bij de school van de dochter en dicht bij de winkels. Korte afstanden zijn noodzakelijk want ik heb een voetprothese en mijn dochter is voor de helft verlamd en stapt heel moeizaam.”

Daarvoor verbleven ze in een Brussels opvangcentrum, op de bovenste verdieping van een gebouw zonder lift. “Omdat mijn dochter geen trappen kan doen, is ze twee maanden lang niet naar beneden gegaan.”

“Ik zou gek worden in een groot centrum”

Cheydan (34), een Afghaan die tolkte voor de Amerikaanse overheid, verbleef twee maanden in een collectief centrum voor hij doorverwezen werd naar De Plataan, een opvanghuis in het Antwerpse. Ook Cheydan is positief over de kleinschalige opvang: “In een groot centrum moet je de ruimtes delen, er is minder rust en er moet meer controle zijn. Ik zou er gek worden. Hier is het goed. Ik hou van het Belgische eten, de mensen zijn lief en ze helpen me.”

Deze bijzondere verhalen werden opgetekend door Vluchtelingenwerk Vlaanderen. De volledige getuigenissen van Nora, Dzjochan en Cheydan vindt u hier.

take down
the paywall
steun ons nu!