De grootste junta-partij, Eenheid Solidariteit en Ontwikkeling, claimt tachtig procent van de stemmen te hebben behaald. Officiële cijfers zijn nog niet vrijgegeven, maar hiermee hoopt het regime haar militaire greep op het land een air van democratische legitimiteit te geven.

Ban Ki-moon spoort de junta in een officiële mededeling aan om de verkiezingen aan te grijpen als eerste stap richting democratisering, nationale verzoening en respect voor mensenrechten.

Die mogelijkheid oogt nochtans onwaarschijnlijk. De junta baseert zijn macht al twintig jaar op repressie en een constante schending van elementaire mensenrechten.

Huisarrest

Verschillende oppositieleden vertelden Irrawaddy, een nieuwssite die bericht over Myanmar en opereert vanuit Thailand, dat ze oorspronkelijk enkele successen boekten in verschillende regio’s. Maar telkens een oppositiekandidaat aan de winnende hand was, stroomden nieuwe stembiljetten binnen die de junta-kandidaten de overwinning bezorgden.

Than Nyein, de voorzitter van de Nationale Democratische Macht, de grootste oppositiepartij die deelnam aan de verkiezingen, formuleerde het als volgt: “We hebben de stem van het volk gewonnnen, maar de officiële telling verloren”.

De verkiezingsprocedures verliepen niet volgens internationale standaarden en een groot deel van de politieke partijen en kandidaten konden zich niet verkiesbaar stellen. Bovendien konden 1,5 miljoen inwoners van Myanmar niet stemmen omdat ze door de overheid als interne vluchtelingen opgejaagd worden. Ook journalisten en internationale waarnemers werden geweerd.

Volgens ooggetuigen was de opkomst zeer laag. Officiële bronnen spreken dan weer over een opkomst van zeventig procent. Bovendien staat Aung San Suu Kyi, de belangrijkste oppositieleidster, nog steeds onder huisarrest. Haar partij, de Nationale Liga voor Democratie (NLD) besloot om de verkiezingen te boycotten.

Etnisch geweld

In de marge van de stembusgang flakkerde het etnische geweld in Myanmar op. Het land bestaat uit een bonte verzameling etnische minderheden die geen enkele inspraak hebben in de politiek. Om hun belangen enigszins te verdedigen hebben zich in de loop der jaren verschillende gewapende verzetsgroepen gevormd.

Het Democratisch Karen Boeddhistisch leger (DKBA), een verzetsgroep van het Karenvolk, daagde één dag na de verkiezingen openlijk de junta uit. Gevechten braken uit waardoor een grote vluchtelingenstroom, ongeveer 15.000 Myanmaresen, Thailand binnenstroomde.

Ondertussen zouden de conflicten uitgedoofd zijn en een groot deel van de vluchtelingen gerepatrieerd zijn.