Two Kurdish fighters man a checkpoint at the entrance of Girke Lege in north-eastern Syria. Credit: Karlos Zurutuza/IPS.
Nieuws, Wereld -

Terwijl Assad handen vol heeft, grijpen Koerden hun kans

GIRKE LEGE — Na een golf van protesten eind juli heeft president Assad zijn greep op de Koerdische regio in zijn land verslapt. Lokale leiders zeggen nu controle te hebben over de helft van het gebied, waaronder de grensovergangen naar Koerdisch Irak.

vrijdag 24 augustus 2012 13:35
Spread the love

De smokkelaar wil 200 dollar (160 euro), maar Jewan onderhandelt tot het voor de helft kan. Dat is nog steeds veel voor deze 26-jarige Syrische Koerd, maar hij kan niet wachten. Veel mensen willen Syrië uit, maar Jewan wil Syrië in. Hij staat in Irak, vlakbij de grens met Syrië en Turkije, meer dan 1000 kilometer van Damascus af.

Jewan woont in Irak en heeft al drie jaar zijn familie niet kunnen zien. “De vorige keer werd ik gearresteerd en 27 dagen lang gemarteld omdat ik tot een jongerenorganisatie behoorde”, zegt hij, terwijl hij met de smokkelaar meeloopt. “Nadat mijn ouders de politie 2000 dollar (1600 euro) hadden betaald, werd ik vrijgelaten. Ik vluchtte naar Libanon en kon via Turkije weer terug naar de regio Koerdistan in Irak.”

PKK

Na een paar minuten worden we verblind door de zaklampen van de peshmerga, de soldaten van de Koerdische regio in Irak. We mogen doorlopen naar een lichtje op een paar honderd meter afstand, de Syrische grenspost. Halverwege stuiten we op een pick-uptruck die zonder licht rijdt. Ze stellen zichzelf voor als strijders van de PKK, de Koerdische rebellen die tegen Turkije vechten. We moeten met hen mee, maar niet voordat andere reizigers zich uit het donker bij ons voegen.

“Dat is alles wat ik heb”, zegt Asma, een jaar of vijftig, wijzend naar haar tas op de stoel voorin. “Ik ben 32 jaar geleden gevlucht, over ditzelfde stuk land, terwijl ik letterlijk de borst gaf aan mijn dochtertje. Ze zal haar geboorteplaats niet meer zien, want ze is gestorven in de strijd tegen Turkije, in de bergen.”

Als we rijden, komen we Rafik tegen, Jewans broer. Hij heeft uren gewacht. Ze kussen elkaar eenmaal op de linkerwang en drie keer rechts, het lokale gebruik. “De weg naar huis is veilig, je hoeft je geen zorgen te maken”, zegt hij.

Jewan is een van de 40 miljoen Koerden die verspreid leven over Turkije, Iran, Irak en Syrië. In Syrië wonen 2 tot 4 miljoen Koerden. Over het aantal Koerden dat terugkeert, zijn geen cijfers. Sommigen zeggen dat ze maar voor even gaan, omdat het nog niet stabiel is in het gebied waar de Koerden lijken te heersen.

Arabisering

Er is weinig verkeer op de weg. Af en toe is er verlichting van een fakkel in de berm. “Veel van dit land was van ons, maar de Assads hebben het aan Arabische families uit het zuiden gegeven”, zegt Jewan. “Het gebied is ook rijk aan goud.”

De komst van de Ba’athpartij in 1963 leidde tot de arabisering van heel Syrië. Koerden, de tweede etnische groep van het land, mochten hun taal niet meer spreken. Veel Koerden kregen niet eens burgerschap. Sommigen werden gedeporteerd en Arabische nederzettingen verschenen in hun gebied.

Nu staan de Koerdische kleuren – groen, rood en geel – op de muren gespoten. Bij Girke Lege, een aantal kilometers landinwaarts, wappert de Koerdische vlag. “Het gebied is volledig onder onze controle”, zegt een van de strijders bij de oostelijke ingang van de stad.

Van een verdrag met Assad is geen sprake, zegt Saleh Muslim, voorzitter van de Democratische Eenheidspartij, de belangrijkste Koerdische partij in het land. “We zijn de tweede etnische groep van Syrië en Damascus wil simpelweg niet nog een front in zijn gebied.”

Velen geloven dat het regime de dreiging van een autonome Koerdische regio gebruikt om het conflict met Turkije te verbreden.

Muziek

Girke Lege lijkt niet op de andere Syrische steden. Geen verwoesting, alleen muziek die overal uit de theehuizen en winkels klinkt. De partijen die voorheen ondergronds waren, hebben hun kantoren geopend tot na middernacht. Tegen alle verwachting in hebben de Koerden vrijheid gevonden te midden van de crisis.

“Ik had ervan gehoord, maar ik kan nog steeds niet geloven wat ik zie”, zegt een uitgelaten Jewan wanneer hij voor het eerst weer iets met Syrisch geld koopt: een kilo gebak voor zijn familie.

Zijn moeder kan nauwelijks haar tranen bedwingen wanneer ze haar zoon omhelst. Jewans komst heeft haar verrast. Maar ook Jewan is verrast, want zijn oom en tante uit Damascus zijn er ook, op de vlucht voor het geweld. “Twintig jaar geleden gingen we naar Damascus, op zoek naar een beter leven”, zegt zijn tante Alian. “Vandaag zijn wij het die niet weten wanneer we terug zullen keren.”

take down
the paywall
steun ons nu!