Opinie - Chard van den Berg

Hoe South Carolina Bernie Sanders’ Waterloo werd

Medio februari leek het Bernie Sanders zo voor de wind te gaan in de voorverkiezingen van de Democraten; eerste in de nationale peilingen, een buitengewoon jonge, enthousiaste achterban en de ene na de andere beroemdheid die steun betuigde aan de senator uit Vermont. Nu zijn we zo’n anderhalve maand verder en zijn de kaarten behoorlijk anders geschud.

zondag 19 april 2020 11:21
Spread the love

 

Vanwege teleurstellende resultaten in de voorverkiezingen heeft Sanders de handdoek in de ring gegooid, wat zijn “aartsrivaal” Joe Biden, de enige overgebleven (serieuze) kandidaat maakt. De vraag die daarop rijst is natuurlijk: waar ging het mis? Het antwoord luidt: South Carolina.

Tijdens de Democratische voorverkiezingen stonden er maar liefst achttien kandidaten in de startblokken, maar al snel werd duidelijk dat er slechts twee personen werkelijk kans maakten: Joe Biden, de wat behoudendere voormalig vicepresident onder Obama en natuurlijk de revolutionaire sociaaldemocratische senator Bernie Sanders, die overigens vier jaar geleden ook al meedeed om uiteindelijk zijn meerdere te erkennen in Hillary Clinton. Hoe het met de laatstgenoemde afgelopen is, behoeft uiteraard geen uitleg.

Iowa

De race startte in Iowa, een kleine Amerikaanse staat met een behoorlijk eenzijdige bevolkingssamenstelling aangezien negentig procent van de bevolking wit is. Dit komt uiteraard niet overeen met de demografie van de Verenigde Staten als land, wat het dus een redelijk onrepresentatieve krachtmeting maakte. Hoewel er weinig mensen wonen en het bij winst dus weinig kiesmannen oplevert, kan de staat toch van groot belang zijn. Een goed resultaat in Iowa kan namelijk zorgen voor een momentum dat dan weer cruciaal is voor de grotere staten met meer inwoners die erop volgen.

De achtenzeventig jaar oude Sanders stond er goed voor in de peilingen met een Pete Buttigieg, de grote verrassing van dat moment, die hem enigszins op de hielen zat. Waar was Biden, hoor ik u dan vragen? Nou, hij kende een aantal dramatische publieke optredens, waarbij hij soms niet door leek te hebben waar het allemaal over ging en waar hij was.

Wat daarnaast een grote rol speelde, was dat het gros van de kandidaten, waaronder Biden, in het meer gematigde laantje zaten. De “gematigde” stem was dan ook erg verdeeld. De sociaaldemocraat, in Amerika wordt je dan snel als communist gezien, Sanders had in het progressieve straatje enkel een beetje concurrentie van Elizabeth Warren.

Toen de stemmen binnenkwamen werd, ondanks verschillende problemen met het digitaal stemmen, al snel duidelijk dat het in Iowa een tweestrijd zou worden tussen Sanders en Buttigieg. Biden was, zoals de peilingen al aangaven, in geen velden of wegen te bekennen. Het is overigens lastig om te zeggen wie de staat nu precies gewonnen heeft, aangezien zowel Buttigieg als Sanders de overwinning claimen.

Deze verwarring zit hem in het feit dat Sanders de meeste stemmen achter zich kreeg, maar Buttigieg kreeg, via het vrij gecompliceerde Amerikaanse electorale systeem,  de meeste kiesmannen toegekend. Die kiesmannen, niet het aantal stemmen, zijn dan weer leidend in de verkiezing, waardoor Buttigieg op dat moment het klassement aanvoerde.

New Hampshire

Toen was New Hampshire, een kleine oostelijke staat, aan de beurt. Ook hier is er sprake van een onrepresentatieve samenstelling met wederom, voornamelijk witte inwoners. De staat wordt gezien als een van de meest progressieve staten in het land, waardoor je geneigd bent te denken dat deze Bernie gunstig gezind is. Tijdens de voorverkiezingen van vier jaar geleden wist hij de staat met gemak uit de handen van Hillary Clinton te houden. Destijds won hij met zo’n 25 procent verschil.

De meeste peilingen zetten Bernie daarom dan ook op een grote winst, maar uiteindelijk verliep het allemaal toch net wat minder voorspoedig voor hem; hoewel hij weer de meeste stemmen achter zich kreeg, hijgde Pete ook tijdens deze verkiezingen in de progressieve nek van de senator.

Uiteindelijk kregen beiden negen kiesmannen toegekend, wat dus maar weer aangeeft hoe belangrijk momentum is. Naast het momentum van Buttigieg, speelde twijfel aan de verkiesbaarheid van Bernie een grote rol bij de kiezers in New Hampshire. Is een socialist in staat om het toch al wat conservatieve land in z’n geheel achter zich te krijgen en te verenigen? Veel kiezers vonden Buttigieg zodoende een veiliger alternatief. Onder het mom van: alles beter dan nog eens vier jaar met deze clown van een Trump in het Witte Huis.

De grote verliezer van de avond was Joe Biden. Dit omdat hij niet eens boven de kiesdrempel uitkwam en eindigde met nul kiesmannen uit de staat. Wat nog verontrustender was, was dat er maar bar weinig donaties binnenkwamen. Hieruit kun je concluderen dat er niet buitengewoon veel animo heerste onder het ‘gewone’ volk en laat dat nu juist de doelgroep van de Democraten zijn. Sommigen riepen Biden dan ook op om uit de race te stappen.

Nevada

Toen kwam Nevada, een staat midden in de woestijn, die vooral bekend staat om gokparadijzen als Las Vegas en de daarbij horende casino’s. Hier heerst een wat meer diverse samenleving, met veel latino’s, die daarin dus iets verschilt van de twee eerder genoemde staten. Een ander verschil tussen Nevada en de bovenstaande staten, is dat er meer inwoners zijn, wat op den duur dus ook meer kiesmannen oplevert. Daarnaast is de staat, ondanks de gokindustrie die hand in hand gaan met lage belastingen, redelijk progressief en stemt vrijwel altijd voor de democratische kandidaat in de generale verkiezingen.

In deze staat wist Sanders de hooggespannen verwachtingen wel waar te maken en won maar liefst met zo’n 20 procent verschil. Z’n grootste concurrent van dat moment, Pete Buttigieg, maakte nogal een slechte beurt en kwam met veel moeite net boven de kiesdrempel uit. Hierop nam Bernie met gemak de leiding over, wat hem op dat moment de enigszins twijfelachtige favoriet maakte voor de eindzege.

Dankzij de grootste overwinning ontstond er een momentum dat zelfs in de meest behouden staten door wist te dringen. Zo stond de senator uit Vermont zelfs in die peilingen op de eerste plaats. De verkiezingen gingen tot dat moment behoorlijk op en neer. De ene dag werd er veel bericht dat Bernie geen kans zou maken, terwijl een dag later er een positief beeld van hem ontstond.

Joe Biden, die op dat moment slechts zes kiesmannen had, had voor zijn doen een redelijk goede dag in Nevada. Zo werd hij tweede met negen kiesmannen en negentien procent van de stemmen. Ondanks dat Sanders twintig procent meer had, was het geen tegenvaller, aangezien het een staat was die hij volgens de peilingen toch niet zou winnen. Daarbij stond South Carolina, de staat die een beter scenario voor hem voorschotelde, inmiddels ook voor de deur.

South Carolina

South Carolina is een staat aan de zuidkust van de Verenigde Staten. Het is een dichtbevolkte staat met meer dan vierenhalf miljoen inwoners, die ook nog eens relatief vaak in de stad wonen. Het is overigens ook een staat met veel diversiteit en met name een grote zwarte populatie. Achtentwintig procent van de bevolking is zwart, wat het een belangrijke staat maakt, aangezien het vertrouwen van de ‘zwarte’ stem cruciaal is in de strijd tegen de Republikeinse kandidaat. Barack Obama’s overwinningen in de race om het presidentschap zijn dan ook voor een gedeelte te danken aan buitengewone grote steun vanuit de zwarte gemeenschap.

Vlak voor de voorverkiezingen officieel begonnen, werd er gedacht dat deze staat een makkie zou worden voor Biden. Grafieken toonden destijds een Biden die met kop en schouders boven iedereen uitstak en zelfs zou winnen met een marge van bijna 30 procent. Deze steun zou dan weer te danken zijn aan het feit dat de voormalig vicepresident zich jarenlang heeft ingezet om de zwarte bevolking betere vooruitzichten, voornamelijk op de arbeidsmarkt, te geven.

Een andere reden voor zijn populariteit onder de zwarte bevolking, is zijn band met Obama, omdat hij acht jaar diende als zijn vicepresident. Daarnaast werden de progressievere standpunten, van bijvoorbeeld Sanders, niet bepaald gewaardeerd door de toch wat conservatievere zwarte bevolking.

Toch leidde Sanders bij aankomst in de staat 20 dagen later de peilingen. Het baarde nogal wat onrust bij het Biden-kamp en bij het Democratische establishment. Het had juist de staat moeten zijn waar hij de voormalig vicepresident, met zijn achtergrond, moest triomferen. Gelukkig voor hem, was er op dat moment een aantal kandidaten uit de behoudende hoek, Andrew Yang en Kamala Harris als belangrijkste spelers, die het inmiddels genoeg vonden en hun stem aan Biden gaven.

Je zou dus haast vermoeden dat Biden hiervan had moeten profiteren, alleen de peilingen gaven dat op dat moment niet aan. Hier kwam echter grote verandering in toen Jim Clyburn, de meest invloedrijke politicus uit die regio, z’n steun uitsprak richting Biden. Een steunbetuiging in de Verenigde Staten heeft overigens sowieso meer invloed dan in Nederland of België, zeker als het gaat om invloedrijke mensen die echt vertrouwd aanvoelen binnen een bepaalde groep of gemeenschap.

Sanders had minder goede dagen achter de rug. Hij kwam in opspraak door waardering uit te spreken jegens de voormalige dictator van Cuba Fidel Castro en had op z’n zachtst gezegd niet erg handige optredens. Het beeld dat rondom hem bestond, werd rond die tijd alleen maar versterkt. Een oude communist – sociaaldemocratie en marxisme worden vaak door elkaar gehaald in de VS – die vastgeroest is in oude idealen.

Op de verkiezingsdag zelf, stond Sanders behoorlijk achter in de peilingen. Biden stond op achtendertig procent terwijl hij het, in de meest gunstige peiling, met vijfentwintig procent moest doen. Nou had een slecht resultaat in een vrij kleine staat, met een niet-diverse bevolking, vrij weinig uitgemaakt. Simpelweg omdat er A, niet zo veel kiesmannen te verdelen vallen en B, het niet zoveel zegt over hoe je overkomt bij de populatie met andere achtergronden. Alleen in een staat als South Carolina, die beide genoemde punten wel bevat, kon een groot verlies veel betekenen voor de hoeveelheid kiesmannen en dus ook voor de eindstand.

Uiteindelijk verliepen de verkiezingen ronduit dramatisch voor Sanders, hij kreeg slechts twintig procent van de stemmen. Uncle Joe wist bijna de helft van het complete electoraat voor zich te winnen en kreeg zodoende negenendertig kiesmannen, wat hem weer compleet terugbracht in de race en vooral zijn cruciale momentum schonk. Bernie daarentegen maakte een slechte beurt en moest genoegen nemen met vijftien kiesmannen.

Desondanks bleef Sanders de leider qua kiesmannen, maar het geloof dat deze sociaaldemocraat in staat zou zijn de complete Amerikaanse bevolking achter zich te krijgen, nam na het debacle in South Carolina af. Het beeld, dat overigens ook wel door de media aldaar werd gecreëerd, van de oude, polariserende man, die in geen honderd jaar de Republikeinen uit het Witte Huis kon trappen, nam zodoende dus ook vrij sterke vormen aan. Biden aan de andere kant, maakte dankzij het resultaat, juist weer sterke indruk: de man die iedereen voor zich weet te winnen. Het momentum lag dan ook sterk bij hem.

De conclusies die uit South Carolina voortkwamen, drongen door tot Super Tuesday, de dag waarop een groot aantal belangrijke staten naar de stembus gaat. En ondanks dat Sanders, qua kiesmannen, de nummer een was, zag het er niet best uit voor de senator. De ene na de andere kandidaat uit Bidens hoek van de partij, Pete Buttigieg, Tom Steyer en Amy Klobuchar, stapte uit de race, waardoor Biden ongeveer als enige gematigde democraat overbleef. Het voordeel dat Sanders hierin had, was dan ook verdwenen. Het was nu louter: Biden tegen Sanders.

En de rest is geschiedenis: Joe wist op Super Tuesday, ondanks zeer gering budget om campagne mee te voeren, in ontiegelijk veel staten te winnen. Ook in de staten waar men het eigenlijk niet had verwacht. Zo sleepte hij maar liefst tien van de veertien staten in de wacht. Van een van de meest progressieve staten, Massachusetts, tot een van meest conservatieve, Texas. Overigens is het verlies in de laatstgenoemde staat vooral erg pijnlijk voor Bernie, omdat hij veel tijd en geld had gestoken in Texas.

Hoewel hij wel in de grootste staat van allemaal, Californië, won, werd langzaam maar zeker duidelijk dat hij niet de Democratische kandidaat zou worden, laat staan president. South Carolina bleek de doorslag te geven en net als vier jaar eerder eindigde hij zijn campagne, zoals Marco Borsato het zong, als de verliezer.

 

Chard van den Berg is een 17-jarige Nederlandse student met prille journalistieke ambities.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!