Afgelopen weekend raakte bekend dat Syrië clustermunitie gebruikte bij een luchtaanval tegen de Saraya-wijk in Deir al-Assafeer, in de buurt van de Syrische hoofdstad Damascus. Bij de bombardementen vielen vele doden, onder wie ten minste 11 kinderen.
Uit het Landmine Monitor Report, dat donderdag 29 november wordt gepubliceerd, blijkt dat 42 procent van de slachtoffers van landmijnen en ander explosief oorlogstuig kinderen zijn.
Nieuwe slachtoffers van clustermunitie in Syrië
Handicap International is gechoqueerd door het gebruik van clustermunitie in Syrië, wapens die volgens het Verdrag van Oslo – dat in werking trad in augustus 2010 – verboden zijn. Volgens Human Rights Watch werden deze wapens eerder al gebruikt bij bombardementen op het stadje Maaret Al-Noomane (Idlib), in het noorden van Syrië.
“De voorbije maanden werd herhaaldelijk en massaal clustermunitie gebruikt”, zegt Marion Libertucci, verantwoordelijke van de Policy Unit bij Handicap International. “Alle staten moeten nu druk uitoefenen op Syrië om het gebruik van deze wapens onmiddellijk te stoppen.”
Volgens Handicap International is 94 procent van de geregistreerde slachtoffers van clustermunitie burger. Het gebruik van clustermunitie in dichtbevolkte gebieden vormt een onaanvaardbare bedreiging voor de bevolking.
Al 111 staten ondertekenden het Verdrag van Oslo. Dat verdrag verbiedt het gebruik, de productie, de opslag en de verkoop van clustermunitie. Handicap International was een belangrijke speler in de totstandkoming van het Verdrag van Oslo.
Syrië heeft het verdrag niet ondertekend. Een belangrijk verschil met andere staten die het verdrag niet ondertekenden, is dat Syrië effectief clustermunitie gebruikt.
Aanhoudend geweld in dichtbevolkte gebieden
Handicap International is bezorgd over het aanhoudend geweld en de bombardementen in dichtbevolkte gebieden waarbij veel burgerslachtoffers vallen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen burgers en militairen. Dat is een schending van het internationaal humanitair recht. De resten van niet-ontplofte oorlogstuigen vormen een constante dreiging voor de inwoners, zelfs jaren na het conflict.
De Conventies van Genève bepalen dat burgers nooit doelwit van aanvallen mogen zijn. De strijdende partijen moeten zich strikt aan hun militaire doelen houden en aan het verbod om aanvallen uit te voeren die onevenredig en zonder onderscheid zijn. Ze moeten de burgerbevolking beschermen tegen de gevolgen van het conflict.
Handicap International roept de partijen op zich aan die regels te houden en om het geweld tegen de burgerbevolking onmiddellijk te stoppen.
Dagelijks nieuwe gewonden
Handicap International is dagelijks getuige van de gevolgen van de conflicten in Syrië. De teams van Handicap International bevinden zich in Jordanië en Libanon, vlak bij de Syrische grens. Zij helpen dagelijks gewonden die uit Syrië zijn gevlucht. Onder de gewonden zijn veel kinderen die het slachtoffer werden van bombardementen, families die hun huis verloren en alleenstaande vrouwen met kinderen.
Handicap International werd ook gemobiliseerd om de bevolking te informeren over de gevaren van mijnen en niet-ontploft oorlogstuig. De organisatie bekijkt alle mogelijkheden voor interventies in de getroffen zones in Syrië.
Marion Libertucci
Marion Libertucci is verantwoordelijke van de Policy Unit van Handicap International in Lyon.