In 1997, toen hij 18 jaar was, werd de nu 31-jarige Moncayo samen met zijn collega Libio Jose Martinez ontvoerd. Daarmee was hij een van de langst vastgehouden gijzelaars van FARC. Vorige zondag werd al een andere soldaat, Josue Daniel Calvo, vrijgelaten na een jaar gevangenschap.

Al meer dan vier decennia wordt Colombia geplaagd door een binnenlands conflict, waarbij linkse rebellen de door conservatieve groeperingen bestuurde staat bestrijden.

De laatste jaren werden honderden Colombianen gekidnapt door gewapende groepen. Guerrillabewegingen als FARC of ELN worden verantwoordelijk gehouden voor meer dan de helft van deze ontvoeringen. De rest komt vanuit rechtse paramilitaire groepen en de gewone misdaad.

Losgeld is drijfveer

Politieke ontvoeringen, zoals die van Ingrid Betancourt, zijn veeleer beperkt. Meestal is veeleer het losgeld de drijfveer. Rechtse paramilitairen die aanvankelijk tegen de rebellen vochten, zijn zich intussen in hoge mate gaan bezighouden met de drugssmokkel, waaraan ook de rebellen veel verdienen.

Nu zouden er nog ruim twintig militairen en politieagenten in handen zijn van de FARC. De rebellenbeweging heeft verklaard nu geen gijzelaars meer vrij te laten tot de regering bereid is om met hen te onderhandelen.

President Uribe zou overwegen honderden gevangen rebellen vrij te laten in ruil voor de gijzelaars, maar enkel op voorwaarde dat zij zich niet terug bij de beweging zullen vervoegen.

Neergeschoten op het veld

Het conflict leidt ook op andere vlakken tot onveiligheid en geweld. Zo stierven op 24 maart vijf mensen bij een bomaanslag in de Colombiaanse havenstad Buenaventura aan de Stille Oceaan.

De afgelopen jaren zijn in Colombia ook honderden mensenrechtenactivisten en vakbondsafgevaardigden omgebracht. Voorlopig laatste in de rij was Jhonny Hurtado, voorzitter van het comité voor mensenrechten in de gemeente La Catalina in de centrale provincie Meta. Hij werd neergeschoten toen hij op het veld werkte.

Gerecht en vrede

Intussen gaven voormalige paramilitairen toe dat ze tussen midden jaren ’80 en 2003 meer dan 30.000 mensen hebben omgebracht. Volgens een rapport van het Colombiaanse parket bekenden 4.112 gewezen leden van de ‘zelfverdedingsgroepen’ (Autodefensas Unidas de Colombia of AUC) 30.470 moorden.

De bekentenissen kwamen er dankzij de controversiële wet ‘Gerecht en Vrede’ uit 2005. Ex-militieleden die bekennen en bereid zijn de schade te vergoeden, kunnen door die wet maximum acht jaar cel krijgen. Dankzij deze gedeeltelijke amnestie werden volgens de cijfers van de regering zo’n 32.000 paramilitairen die tot de AUC behoorden ontslagen van rechtsvervolging.