Foto: Brenda Odimba
Opinie - Brenda Odimba et al.

‘Carte noire’ over de moord op een psychiatrische patiënt door de politie van Ukkel op 21 maart 2023

Op 21 maart 2023 - nota bene de internationale dag tegen racisme en discriminatie - schoot de politie van Ukkel een zwarte patiënt dood in de psychiatrische kliniek Fond'Roy. In onderstaande tekst stellen wij het optreden van de politieagenten in de psychiatrische kliniek en de fatale afloop ter discussie.

dinsdag 25 april 2023 15:42
Spread the love

 

Indien deze patiënt “gewapend met een nagelvijl” wit was geweest, zou hij dan op dezelfde manier zijn doodgeschoten? Aan de hand van het concept intersectionaliteit en validisme (discriminatie, marginalisatie en stigmatisatie van mensen met een mentale en/of fysieke beperking) schetsen we een analyse van dit dramatisch voorval.

Want het doden van mensen van Afrikaanse origine door de politie kan én mag niet langer worden genegeerd. Ongeacht waar of onder welke omstandigheden de moord plaatsvindt. Of het nu in een psychiatrische kliniek of in een opvangcentra voor migranten is, politiegeweld is ontoelaatbaar.

De feiten op een rijtje

Op dinsdag 21 maart had het personeel van de kliniek Fond’Roy problemen met een onrustige patiënt, waarop de verzorgers besloten de politie om hulp te vragen. De interventie van de politie verliep dramatisch: na het legen van een vol magazijn aan rubberkogels, schoot een politieman uiteindelijk tweemaal met scherp op de patiënt1.

Hij werd in de arm en in de buik geraakt en overgebracht naar het ziekenhuis, waar hij snel aan zijn verwondingen bezweek. Een reeks artikelen gepubliceerd op 21 maart meldden dat volgens het Brussels parket “de patiënt een mes bij zich had”2.

Komt een nagelvijl overeen met wat Artikel 2 van de Wet van 8 juni 2006 definieert als een wapen met bladen, namelijk: dichtklapbare messen waarvan het lemmet meer dan één snijkant heeft3?

De krant Bruxelles Dévie stelt in haar artikel dat het relaas van de politie, het parket en de media rond de dood van deze patiënt heel ver ging om hem te beschrijven als een “gevaarlijke gek”. Een klassiek voorbeeld van politiegeweld dat in België onbestraft blijft.

Racisme en validisme: een rampzalig voorbeeld van intersectionaliteit

Het begrip intersectionaliteit werd in de jaren tachtig geformuleerd door de Afro-Amerikaanse advocate Kimberlé Crenshaw. Het is de erkenning dat systemen van discriminatie op elkaar inwerken, en dat de kruising van verschillende identiteiten – zoals geslacht, klasse of ras – een aparte vorm van discriminatie oplevert.

In 1976 spanden vijf zwarte vrouwen – verdedigd  door Crenshaw – een rechtszaak aan tegen General Motors wegens discriminatie bij hun aanwerving. De vijf vrouwen hadden verschillende profielen: schilders assistent, arbeider, kantoorbediende, operator en inspecteur.

De vijf vrouwen beschuldigden General Motors ervan een discriminerend beleid tegen hen te voeren, waarbij hun de toegang werd ontzegd tot bepaalde functies die door zwarte mannen (arbeiders) of witte vrouwen (secretaressen) werden bekleed.

In de context van deze klacht was het niet voldoende om het vakje racisme of seksisme af te vinken om de discriminatie die de zwarte vrouwen ervoeren te verklaren. Het is noodzakelijk om beide vakjes aan te kruisen om de afzonderlijke discriminatie die deze zwarte vrouwen meemaakten te verklaren. Het was aan de hand van dit zeer concrete voorbeeld dat Crenshaw intersectionaliteit formuleerde, een begrip dat momenteel veelvuldig en vaak verkeerd gebruikt wordt door Belgische politici.

Estelle Depris, expert in antiracisme en intersectionaliteit en oprichtster van het Instagram-account @SansBlancDeRien met meer dan 86.000 volgers, verwoordt het als volgt: “Wanneer je je op op de intersectionaliteit van validisme en racisme bevindt, ben je des te kwetsbaarder.”

Enerzijds worden zwarte mannen als gevaarlijk gezien vanwege stereotypen die in de Belgische samenleving zijn ingebed (mede door koloniale propaganda). Anderzijds worden personen met een psychische problematiek al vlug als een bedreiging gezien. Dit levert dus dubbele discriminatie op.

Ook dat nog: een klein berichtje over “een gek” in de krant Le Soir

Dit nieuwe geval van politiegeweld met de dood van een zwarte man tot gevolg wordt door een groep professionals uit de geestelijke gezondheidszorg in een opinie in de krant Le Soir omschreven als een eenvoudig fait d’hiver over een “gek”.4

Wij betreuren de woordspeling in deze Carte Blanche en het gebruik van het woord “vervreemd”, een uiterst pejoratieve uitdrukking voor mensen met psychische problemen. Hoewel deze analyse de verdienste heeft de beslissing om de politie in te schakelen voor een onrustige patiënt in een psychiatrisch centrum ter discussie te stellen, wordt het onderwerp racisme op een onhandige manier aangesneden. Bovendien versterkt de tekst bepaalde stereotypen die net gedeconstrueerd zouden moeten worden.

Dankzij een discussie met een vertegenwoordiger van de schrijvers werd hun positie verduidelijkt.

Het woord “vervreemd” (aliéné) werd door de redactie van Le Soir toegevoegd in de ondertitel zonder het akkoord van de schrijvers. De woordspeling fait d’hiver werd gebruikt om het gebrek aan media-aandacht en de onrechtvaardige analyses in de mainstream media te benadrukken.

Big Black Man Syndrome

De tekst verwijst naar het “Big Black Man Syndrome” en impliceert dus dat racistische stereotypen wel degelijk een rol hebben gespeeld bij deze moord. In België is racistisch politiegeweld een goed gedocumenteerd probleem.

Zwarte mensen, vooral zwarte mannen, worden vaak als gevaarlijk beschouwd en zijn daarom het doelwit van buitensporig gebruik van geweld en politiegeweld, alleen vanwege hun fysieke verschijning.

Dit verschijnsel staat bekend als het “Big Black Man Syndrome”. Gevallen van racistisch politiegeweld in België, zoals de zaak Lamine Bangoura in 2018 en de zaak Adil in 2020, tonen duidelijk aan dat racistische vooroordelen bij de Belgische politie blijven bestaan.

Acties moeten ondernomen worden om raciale stereotypen en institutionele discriminatie te bestrijden. Dit kan gebeuren door concrete stappen van de Belgische autoriteiten zoals het verbeteren van de antiracisme-opleiding voor politieagenten, gevallen van politiegeweld te onderzoeken en ervoor te zorgen dat de verantwoordelijken worden vervolgd.

De stilte doorbreken

De onzichtbaarheid van politiegeweld (en moord) op mensen van Afrikaanse origine is een zorgwekkende realiteit in België. Onderzoeken naar politiegeweld zijn vaak partijdig, waardoor de verantwoordelijken ongestraft blijven.

Bovendien minimaliseren of negeren de Belgische media dit geweld tegen mensen van Afrikaanse origine en migranten. Deze onzichtbaarheid versterkt een cultuur van straffeloosheid en discriminatie.

Het is daarom essentieel dat verhalen – zoals het trieste voorbeeld uit Ukkel – onder de aandacht worden gebracht en de feiten onderzocht worden, zodat de families van de slachtoffers recht worden gedaan.

Conclusie: steun en verbondenheid is nodig

We moeten allemaal samenwerken om een einde te maken aan het politiegeweld in België waarvan mensen van Afrikaanse origine en migranten het slachtoffer zijn. Het is onze plicht als burger om ons te informeren, aangifte te doen van politiegeweld, ons te mobiliseren tegen institutioneel racisme en de slachtoffers te steunen.

Via deze weg willen we hulde brengen aan deze anonieme patiënt, aan zijn familie en zijn nabestaanden en aan alle slachtoffers van politiegeweld en hun familieleden.

Brenda Odimba, dekoloniaal militante

 

Deze bijdrage werd ondertekend door:

Binabi, Afrikaanse culturele kring van de Vrije Universiteit Brussel

Change vzw, vereniging van Afropean jongeren

Racism Search, vereniging voor de strijd tegen racisme

Mwasi asbl, vereniging voor vrouwenrechten

en

Rokia Bamba, kunstenaar

Gia Abrassart, dekoloniale journalist

Georgine Dibua, coördinator van Bakushinta vzw

Cynthia Bolingo, professionele atleet

Anne Zagré, professionele atleet

Awa Sene, Franse professionele atleet

Hanne Claes, professionele atleet

Maïté Meeûs, feministische activiste

Bineta Saware oftewel DJ VoodooMama

Jean Illi, doctoraatsstudent en lid van de onderzoeksgroep HERICOL (Koloniaal Erfgoed)

Soumaya Phéline Abouda, DJ-activist, lid van het collectief  #JusticePourSourour

Serge Bagamboula, activist voor de rechten van mensen zonder papieren

Laurie Wattecamps, student milieumanagement

Serge Okende, secretaris en mede-oprichter van de Cercle des Entrepreneurs Congolais

Jade Mai Cock, PhD-student kunstmatige intelligentie in het onderwijs

Océane Toukam, jurist en antiracistische activist

Dido Lakama, sociaal-culturele acteur

Priscilla Adade, actrice, producer

Francisco Luzemo, regisseur, acteur en activist

Divine Nganga, lid van het collectief Newsisterhood

Kavena Gamos, slampoëet en rapper

Gloria Soton, dekoloniale milieuactiviste

Sarah Nganga Mamona, pan-Afrikaans activiste

Camellia Lamkaraf, masterstudent rechten

Christian Tshibangu, masterstudent rechten

Ange Dialot Nawasadio, kunstenaar

Hajar Bichri, student ergotherapie

Prins Lokonga

Colombe Nicolaas, kunstenaar

Mehdi Datoussaid, fysiotherapeut

Joëlle Nganga, studente psychologie

Alpha Diallo, dekoloniale activist

Maeva Rene, verantwoordelijke beleidsbeïnvloeding

Cyril Martin, student klinische psychologie

Kenny Agboton, vakman van het leven

Manar Ben Azoune, masterstudent psychologie

Iman EH, student en dekoloniale en feministische activist

Notes:

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!