De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Bedenkingen over de jacht na het stuk op Apache over nachtelijke everzwijnbestrijding

donderdag 15 april 2021 13:28
Spread the love

Er is een debat gaande, onder impuls van Apache, over de bestrijding van de talrijk geworden everzwijnen. Die geregeld ernstige schade aanrichten. De jager zou geen nachtkijker mogen inzetten. Wel, de mens kan zich toch maar beter hoeden voor al te grote identificatie met de wilde beesten. En voor een overmaat aan compassie. Jacht en het universum van de (van nature zwijgzame) jager, (hij lijkt daarin op de boer) is het magisterium, het maatschappelijk domein dat wellicht het meeste te lijden heeft in het debat aan een veralgemeend gebrek aan expertise. Sentimentaliteit en impulsieve emotie, vaak zeer negatief en gekruid met banale jaloezie, viert in dit debat traditioneel hoogtij. Ook door de ingetreden grote vervreemding van het dier en de wetten en realiteiten van de Natuur.

 

Na het lezen van het artikel bij Apache kan ik echter tevreden zijn. Het is een degelijk stuk. Helemaal niet zo sensationeel of negatief als de titel zou kunnen doen vermoeden. Zowat alle betrokken partijen komen aan bod, de nationale agentschappen INBO en ANB, met onder andere goede oude kennissen van me. Zoals wildbioloog Koen Vandenberghe, met wie ik als vertegenwoordiger van de jagers ooit in een ad hoc senaatscommissie “Jacht” het debat ben aangegaan, en Jim Casaer, de grote kenner van reewild in onze regio, een fijne figuur. Ook een degelijk interview met een jager op dit grofwild komt aan bod. Met gepast respect.

 

Het is een verbetering: sinds ik in het jaar van het Nieuwe Jacht decreet 1992 docent bij het Instituut voor de Jachtopleiding ben geworden en redacteur voor diverse jachtbladen, heb ik zelden zulke evenwichtige, serene tekst met degelijkheid van standpunten mogen lezen.

In elk geval ben ik blij dat ik de hele evolutie heb mogen meemaken. Zo heeft de ecofilosoof van de KU Leuven, Ullrich Melle, mee door met mij te praten over de kwestie, een seminar over jacht ingericht; bepaalde promovendi bezetten momenteel een leerstoel Philosophy of Hunting in Canada. (Zoek naar het degelijke werk van de auteur Kowalsky). De komst van de everzwijnen heeft veel burgers in buitenwijken de schellen van de ogen doen vallen. Een wild dier is niet te vergelijken met het beeld van Bamby in de Disney film. Tuinbezitters en ook de mensen die graven van familie zien vernielen door wroetend foeragerende zwijnen bijvoorbeeld, eisen bescherming en beperking van de populatie. De jager, zijn imago is aan het kantelen gegaan. Mede door mijn werk, maar vooral door omstandigheden. De Belgen zijn de jager gaan loslaten als icoon waarop allerlei frustraties konden afgereageerd worden. Vrouwen die last hadden met mannen, konden zijn viriliteit lange tijd op de korrel nemen; brave zielen met socialistische achtergrond of pecuniaire frustraties, zij konden schieten op een gemakkelijk symbool van welstand en privilegies (hoewel jagen wellicht nooit zo betaalbaar is geweest; het jachtexamen is wel zeer streng en vraagt een klein jaar voorbereiding; het IJO staat hier de kandidaten bij). Dat is dus gaan schuiven; de jager duikt nu op als een gewenste man (of vrouw); bijna een redder in nood, een bijzondere vakman of -vrouw. Recent heeft Gaea Schoeters, multitalent met taal, de roman “Trofee” geschreven. (Zij kende mij al een tijdje en heeft expertenadvies ingewonnen bij het schrijven). Dit verhaal is zo degelijk, spannend en zoals romans dit zijn, geeft het pas echt een idee over het onderwerp; meer dan welke documentaire of krantenbericht ook. Ik zie dit werk, dat (zeer) positieve recensies krijgt, de komende jaren mee haar rol spelen in het deconstrueren van het goedkope, oneerlijke vijandbeeld.

 

Natuurlijk zijn er zoals in elke groep vaklui en hobbyisten, een bepaald percentage die het met de normen en de fameuze jachtethiek niet zo ernstig nemen. Fidele jagers lijden daaronder, hebben niet liever dan zuivere rangen. Zoals altijd kan je best een mens niet zonder meer beoordelen naargelang de groep waar hij toe behoort. Dat is een vorm van discriminatie, voor-oordelen, iets als racisme en onwaarachtigheid.

Ik jaag al vele jaren persoonlijk niet meer, maar in de betrokken fase van mijn bestaan heb ik er zeer veel deugd aan beleefd. Zoals een zekere Karl Vandenbroeck (hoofdredacteur van Apache) hield ik als jonge lezers immens veel van de indianen, een jagersvolk dat in grote harmonie en contact met de landschappen en de dieren leefde, met respect voor martiale waarden als zelfbeheersing, strijdbaarheid, schietvaardigheid en moed. Mijn belevenissen als jagers op de Koninklijke Jachten van Hertogenwald heb ik in een blog beschreven bij De Wereld Morgen. Dit stuk is opgenomen in het manuscript dat naar ik hoop later dit jaar wordt uitgegeven. Op de koninklijke Jachten wordt het vak, de passionele sport en het beheer overigens met zeer veel sérieux bedreven. Het afschot op de herten is echt nodig. Zowel voor de dieren en hun gezondheid zelf, als om schade aan de bomen binnen de perken te houden. De afschotplannen worden pas na grondige wildtellingen, waarbij tientallen jagers en vrijwilligers de bossen doorkruisen en waarnemingen optekenen, opgesteld. De wetten over de vereisten kalibers, jachttijden volgens het seizoen en de klok, het correct beoordelen (“aanspreken”) van het stuk en de beslissing of het schietbaar is, de jachtwachters doen dat zeer conscientieus.

 

_____________________

 

Op sociale media stuit mijn bespreking intussen bij sommigen op gedeeltelijk onbegrip. Het is natuurlijk een debat dat velen treft, en dat mijzelf aan het hart gaat. Ik wens geenszins de heikele punten te vermijden. Mensen kennen mij terecht als natuurbeschermer en voortrekker in de transitie. Met honderden manuren manuele inzet in natuurreservaten op de teller en een twintigtal klimaatmanifestaties. Jacht is echter letterlijk en figuurlijk een domein apart. Graag mag ik daarom volgende bedenkingen meegeven.

 

Graag wil ik vermelden dat bij het in acht nemen van alle mogelijke schade en voordelen, zoals het vermijden van schade aan gewassen, (ik ken persoonlijk jachtheren die bijna elk jaar voor duizenden euro schade aan granen etc. moeten vergoeden; de zittende jager is immers verantwoordelijk voor de wildstand!), dat je als factor van belang ook het jachtgenoegen zal moeten beschouwen. Door covid heeft zowat iedereen in Vlaanderen de genoegens van de natuurwandelingen ontdekt. Voor de bezielde, hoog opgeleide jager, is deelnemen aan de jacht volgens de actuele juridische regels en de traditionele erecode-normen, een sublieme manier van aan re-creatie doen. Dat mag je deze soort mensen, die all ina ll nuttig werk doen en dit zonder salaris, integendeel met inzet van eigen middelen, niet afnemen.

 

Het is niet voor niets de Jacht vele eeuwen lang, in vele culturen, is voorbehouden aan de elite. Het is een diep deugd doende bedrijvigheid. Waar studie en speciaal materiaal voor nodig zijn. (Dat is onder geen beding “afknallen”). De adel behield zich vaak het jachtrecht voor. De Jacht heeft iets nobels. In tijden van grof wordende taal en communicatie, en verloederende geestelijke gezondheid, moeten we daar toch niet te snel overheen lezen. Noblesse. Tijdens de jacht in de bossen en sneeuwvlakten komt de mens sinds het begin der tijden zichzelf tegen. Het is een waardevolle oefening. En dan is er nog een majeure kwestie bij het denken over dit onderwerp. Wat de (verre) toekomst ons ook brengt, (en neem het van mij aan dat het ook voor mij een hartenwens is dat de “industrie” van kweekstallen van klein en groot vee spoedig tot het verleden zal behoren)… de Diepe Kloof tussen mens en dier, wij zullen niet anders kunnen dan die te behouden en met eerbied te benaderen. En met rituelen. Bedenk verder dat een wild dier in de natuur op een heel aantal vlakken niet te vergelijken valt met je eigen compagnon de route; of het nu een hond is, een kat, een papegaai, een varkentje, een geitje, een paard… Deze gezelschapsdieren worden terecht “lid van ons gezin” genoemd door velen. Wie kan er zich een wereld voorstellen waarbij het onderscheid verdwijnt tussen verre, wilde vreemde wezens en de eigen familieleden?

 

Sommigen opperen “jagen is iets van het verre verleden van de mens. We zijn intussen vooruit gegaan. We kunnen niet terug”. Wel, het is niet zo dat de Homo sapiens tienduizenden jaren geleden is gestopt met jagen. Tijdens onze studie geschiedenis leerden wij dat in uithoeken van ons continent, terwijl veel leden van onze soort aan landbouw deden, nog bepaalde volkeren uitsluitend van de jacht leefden. Ik las een degelijk werk een jaar of vijf geleden, de ecologische encycliek Laudato si, waarin ik leerde dat een meerderheid van mensen wereldwijd zijn voedsel vindt in de bossen en in eigen moestuin.

Het is overigens niet redelijk de jager en zijn werk, zijn passie, zijn sport in termen van “je moet toch strijden met gelijke wapens” te beoordelen. Dat is een categorie die in oorlogsomstandigheden thuishoort. Of wat politiewerk betreft (hoewel ook daar geen zinnig mens de boeven zal willen bewapenen). 

Een dier opsporen binnen een redelijke tijdspanne, het dicht genoeg benaderen, beoordelen of het voor afschot in aanmerking komt, zonder jezelf te laten opmerken, en tenslotte een raak en dadelijk dodelijk schot, een genadeschot geven… dat is niet eenvoudig. Dat is een hele kunst, daar is veel vakkundigheid voor vereist naast alertheid, uithoudingsvermogen, bestandheid tegen weersomstandigheden, oriëntatievermogen… Jagen heeft (enkele uitzonderingen daargelaten in bepaalde corrupte gebieden, waar bijvoorbeeld vanuit de helikopter wordt geschoten op grote, gevaarlijke dieren) niets met lafheid van doen.

 

 

Ter verdieping en verdere reflectie, de blog waarin ik een getuigenis lever en uitgebreide overwegingen, op basis van studie en persoonlijke ervaring en opgedane expertise:

https://www.dewereldmorgen.be/community/hoe-ik-op-edelherten-joeg-in-de-achtertuin-van-de-koning-en-verantwoording-aflegde-in-het-parlement/

 

Afbeelding

Een onbenoemde plek in de bossen van Hertogenwald op 21 september 1994. De jacht op het everzwijn is goed afgerond. Hoofdingenieur Colleau van het kanton en jachtwachter Bebronne, die mij als jonge jager hebben bijgestaan bij de deskundige nazoek, bezinnen zich over de beste manier om het geschoten stuk naar de bewoonde wereld te vervoeren.

 

#hunting

#hubertusverenigingvlaanderen

#kowalski

#jacht

#everzwijn

#susscrofa

#debat

#dood

#natuurbeheer

#fauna

#bamby

#weapons

#culling

#wildschade

#Trofee

#Schoeters

#verstedelijking

#recreatie

#natuurbeleving

#sport

#expertise

#jachtexamen

#diervriendelijk

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!