Opinie -

‘Alles wordt digitaal?’

Cultuurminister Gatz liet een cultuurforum over digitalisering organiseren zodat we het alvast niet over de besparingen en de sociaaleconomische uitholling van de cultuurwerkers moeten hebben. Het begon met een les in technofetisjisme: ‘the matrix staat klaar, niet bang zijn, stap er gewoon in’. Wat een overleg had kunnen zijn, is helaas zoals de minister het noemt een ‘ontmoeting’ met de sector geworden. Eentje waarbij de koning eens afdaalt om voor de foto even in een kringetje te staan met de mensen.

dinsdag 4 oktober 2016 21:46
Spread the love

Positief zijn

In zijn boek Hope Without Optimism wijst marxist en filosoof Terry Eagelton erop dat ‘positief zijn’ op zich leeg en gevaarlijk is: ’Always look on the bright side of life’ has as much rational force as ‘always part your hair in the middle’. Een optimist is een sentimentalist en fatalist die geen hoop nodig heeft.

Wat we nodig hebben is weloverwogen hoop en dat vereist een kritische inschatting van de realiteit waarin we ons bevinden. Die kritische insteek ontbrak helaas op het cultuurforum 2020. ‘Alles wordt digitaal’, zo stelde het programma. Een alternatief cultuurforum was het niet, maar een degelijke studiedag over digitalisering evenmin.

‘In tijden van oneindige online mogelijkheden’ mag de cultuurwereld niet achterblijven, klonk het. Al was het maar om het ‘digitaal zelfvertrouwen te versterken van mensen met een allochtone achtergrond.’ De toekomst is aan ‘mobile only’, ‘3-D storytelling’ en ‘live broadcastcasting’. Wie er aan twijfelt, is niet mee.

Je kent het wel, die flitsende verhalen over de kennismaatschappij 4.0, the internet of things dat ons zal bevrijden. We zouden een ware paradigmashift doormaken en die hogesnelheidstrein mogen we niet missen. Wie gelooft dat er vandaag nog zoiets als een arbeidersklasse bestaat, zou een dinosaurus zijn. Met zulke liberale wensdromen, die de werkende mensen willen verdelen, zit je weliswaar meteen in een ideologische wildwaterbaan.

Alsof het telewerk aan al die helpdesks of shiften draaien in callcenters geen werk zou zijn. En dan hebben we het nog niet over de wereldwijde industrie die nodig is om al de digitale wegwerpgadgets te fabriceren. Die is ‘bigger than big’, om het met de reclameslogan van de iPhone6 te zeggen. De klasse van de werkende mensen, mensen die dus effectief moeten werken om te leven, was nog nooit zo groot. Wie daaraan twijfelt, checkt best eens het boek Social Class in the 21th Century.

Natuurlijk is het zinvol om eens met de sector samen te zitten en na te denken over de uitdagingen die een voorthollende online-cultuur met zich meebrengt. Maar dan liefst zonder die verblindende techno-extase die elk kritisch denken onmogelijk maakt.

In dezelfde zaal waar het cultuurforum van start ging, bracht Wouter Hillaert vorige maand nog zijn State of the Union. Van die oproep naar solidariteit, die de minister prompt afketste want dan zouden ‘de vrijheid’ en het ‘individualisme’ in gevaar zijn, bleef niets over. Een olifant in de kamer, zeg maar.

 Digitale Messias

 Volgens de Chinezen leven we in interessante tijden’, zo begon media-expert Frank Tentler zijn openingslezing. Hij had het niet over de Eandis-deal noch over de schrijnende uitbuiting die arbeiders in lageloonlanden moeten ondergaan om de grondstoffen en producten aan te leveren voor wat Tentler al meteen ‘the Internet of Everything’ noemde. Na die openingszin kampte hij met een technisch defect: de powerpoint kwam niet op het scherm.

Dat typische falen bij menig techno-praatje zorgt altijd voor wat gelatenheid omdat het de menselijke kant in de kijker zet. Het was meteen ook het enige moment waarop deze specialist in ‘duurzame marketing’ de volle aandacht van de zaal had. Niet veel later keken velen verder op hun schermpjes.

Mobile only heet dat tegenwoordig in nerd-taal. Deze Duitser hanteerde overigens opvallend dikwijls het werkwoord ‘moeten’, behalve bij de oneliner die alles moest samenvatten: ‘Please, make it easy, relevant and entertaining!

Om dit even in perspectief te zetten: de keur van professionals die verantwoordelijk is voor een degelijk cultureel landschap waarin artistieke waarden centraal zouden moeten staan, krijgt hier een betuttelend lesje in entertainment over zich heen. Mensen zouden plaatsen maar herinneren aan de emoties die ze er beleefden, aldus Tentler. Leuk en niet leuk, de ervaring, daar draait het om. Inhoud telt niet in deze aangeprate belevingseconomie.

Tentler had weliswaar ook aandacht voor ‘angsten’, want dat zijn ook emoties. Maar dan ging het volgens hem over het ontbreken aan een degelijke wifi in een cultuurhuis of stopcontacten om smartphones op te laden. The horror! Onze mediaspecialist begreep naar eigen zeggen echt niet waarom mensen bang zijn voor sociale media.

Het verlies aan privacy, de hersendode kuddegeest aan hypes, de dwingende commerce, het opgezadeld worden met allerhande opgeleukte schermpjes waardoor je een tentoonstelling niet meer kan zien, enzovoort, het was blijkbaar allemaal geen swipe of streepje aandacht waard.

Do Fail. Learn. Win’ en ‘Define the Future’, lezen we samen op een groot en luid scherm. Mijn aandacht gleed weg op het moment dat de spreker over de Pokemon-rage begon die cultuurwerkers als inspirerend voorbeeld zou moeten nemen. Hij sloot af met wat moest doorgaan als een stichtend voorbeeld van Disney World Florida: de ‘Disney Magic’-app.

Om daarna nog eens terug te komen op zijn Chinees citaat, dat intussen in het bijzonder ook op zijn lezing van toepassing was. Zou het kabinet van de minister beseffen hoe vernederend zulke praatjes zijn voor cultuurmensen die hun vak ernstig willen nemen?

Cyberproletariaat

Om het toch nog even over de sociaaleconomische impasse te hebben waar cultuurwerkers vandaag mee geconfronteerd worden, vermeld ik nog een ander gevaar. In de schaduwzijde van het technofetisjisme vinden we immers ook de allernieuwste uitbuiting via ‘crowdsourcing’ of ‘cloudworking’ terug.

Het gaat om uitbesteed werk dat normaal door werknemers binnen een organisatie wordt gedaan. Opdrachtgevers plaatsen een call online en moeten zich zelfs geen zorgen maken of het om interim of een werkcontract gaat. De beste en goedkoopste oplossing krijgt de opdracht. Simpel en snel toch?

Sociale bescherming kan door deze ‘vernieuwing’ integraal bij de schroot: cao’s, arbeidsreglementen, medezeggenschap, ziektezorg, ouderdomsarmoede, enzovoort, so last century. Via internetsites zoals ClickWorker, Upwork of PeoplePerHour kunnen opdrachtzoekers uit de hele wereld vrij concurreren.

Opdrachtgevers hebben het duidelijk voor het zeggen in deze loterij: ze kunnen kiezen uit een aanbod van uitgewerkte oplossingen. Eentje wint, al de rest heeft voor niets gewerkt.

Hoewel, winnen? Dit zijn premoderne toestanden met stukwerk. Op de site Amazon Mechanical Turk, een van de eerste en bekendste platforms voor crowdsourcing, bedraagt het gemiddelde uurloon niet meer dan 1,25 dollar. Bij freelancer.com betaalt alleen diegene die de opdracht aanvaardt, wat niet verplicht is. Clickwerkers moeten bepaalde tests afleggen en daarvoor betalen. Wie een abonnement heeft, krijgt een betere plaats op de site.

Je zit helemaal gevangen in een commercieel systeem waar amper controle op is. De internationale prijsdruk is hoog. Door gebrek aan persoonlijk contact zien opdrachtgevers ook niet hoeveel werk er in sommige voorstellen zit.

Clickworkers unite?

Deze nieuwe vorm van werk stelt de kunstwereld, vakbonden en progressieve politici voor nieuwe uitdagingen. In de VS is er bijvoorbeeld al de website Turkopticon die de opdrachtgevers beoordelen en slechte aanbieders onder druk zetten. Clickwerkers weten zo wie de wanbetalers zijn en welke aanbieders onhaalbare eisen stellen.

Hoopvol nieuws dat onze Duitse mediaspecialist niet vermeldde: in Duitsland slagen vakbonden erin het bedrijfspersoneel bewust te maken van de gevaren van deze uitbestedingen en hen te mobiliseren met het oog op medezeggenschap over het outsourcen van werk aan internetplatforms.[1]

Dat zou pas een digitaal agenda voor de cultuurwereld zijn: vakbonden en werkgevers die via sociaal overleg werken aan cao’s voor flexwerkers, zodat flexibiliteit geen privilege is van de opdrachtgevers alleen.

Via sociale fondsen zou je ook zelf faire internetplatforms kunnen uitwerken voor clickwerkers, zodat een duurzame, transparante, democratische en solidaire werking met cloudworking mogelijk is. Zo kan je de machts- en eigendomsverhoudingen bewaken en vermijden dat commerciële spelers hier een monopolie wegkapen.

In de veronderstelling dat ook cultuurorganisaties en kunsthuizen willen vermijden dat cultuurscheppers verpauperen tot creatief cyberprecariaat, had zo’n digitaal agenda zeker aan bod mogen komen op het cultuurforum 2020.

De huidige cultuurpolitiek is er een van georganiseerde verdeel-en-heers. Maar elke minister komt en gaat. Het is voor de organisaties en huizen daarentegen van vitaal belang dat ze proberen te vermijden dat ze worden uitgespeeld tegen de makers die ze net willen faciliteren.

Zelf samen een cloudworkingplatform uitbouwen is dan een van de vele uitdagingen. Of het samen eens hebben over hoe ze het sociale bloedbad, de Wet-Peeters genaamd, kunnen vermijden. In Frankrijk strijden les Intermittents en vakbonden ondertussen flink verder tegen de Loi Travail. Komaan, skip de hype rond de nieuwste app of een mobiel fablab. Solidaire strijd binnen de muren en op straat: uncool is de nieuwe cool!

Robrecht Vanderbeeken is filosoof, auteur van Buy Buy Art (EPO) en lid van de toekomstgroep van ACOD Cultuur

[1] ‘Industrie 4.0 en de ‘modernisering van de arbeidsmarkt’. Hoogtijd voor een strategisch debat. Herwig Lerouge, Marxistische Studies nr. 115, juli-september 2016.

take down
the paywall
steun ons nu!