Mexico slaagt er maar niet in een plan op te maken voor het REDD-programa, het VN-programma voor de Reductie van de Uitstoot door Ontbossing en Bosdegradatie in Ontwikkelingslanden.

“De vorige regering liet de kans liggen om het proces af te ronden omdat ze bang was voor inspraak, vooral van inheemse volken en boerengemeenschappen”, zegt Gustavo Sánchez, voorzitter van het Mexicaanse Netwerk van Boerengemeenschappen in Bossen.

De nieuwe regering, die in december aan de slag ging, heeft zelfs nog niet gezegd of ze de voorbereidingen van het plan voortzet, aldus Sánchez.

Financiële compensatie

REDD werd in 2008 gelanceerd. Via REDD+, een uitbreiding van het programma, wil men duurzaam bosbeheer financieel compenseren. Door financiële waarde toe te kennen aan bomen die blijven staan probeert men de ontbossing in te dammen.

Bosrijke ontwikkelingslanden die investeren in bosbehoud en duurzaam bosbeheer, krijgen daarvoor een vergoeding van rijke landen en bedrijven. REDD+ werkt nog niet, maar er zijn wel proefprojecten.

In Latijns-Amerika doen Bolivia, Ecuador, Panama en Paraguay mee. Andere landen stapten in het programma zonder daarvoor financiering te ontvangen: Argentinië, Chili, Costa Rica, Guatemala, Honduras, Mexico en Peru.

500.000 hectare per jaar

Mexico telt 65 miljoen hectare bossen. Het land stoot jaarlijks 748 miljoen ton CO2 uit. Daarvan komt 16 procent van landbouw, ontbossing en ander bodemgebruik.

Volgens de overheid wordt jaarlijks 150.000 hectare bos gekapt in Mexico, volgens milieuorganisaties gaat het om meer dan 500.000 hectare per jaar.

In Mexico lopen zes REDD-proefprojecten. “Het is verontrustend om te zien hoe goed die vooruitgaan want de nationale standaard die er eerst had moeten komen ontbreekt”, zegt Sánchez. “In die projecten is er minder aandacht voor eigendom en rechten en meer voor metingen, rapportering en verificatie van de CO2. Men boekt vooruitgang in het technische deel zonder dat er ook maar een vooruitzicht is van duurzaamheid.”

Ook Panama niet

In Panama gaat het ook niet goed met het REDD-programma want daar trokken de inheemse volken zich in februari uit het programma terug. Ze zeggen dat onder meer het recht op consultatie en de collectieve grondrechten niet gerespecteerd worden.

“De overheid heeft er ons nooit echt bij betrokken”, zegt Hector Huertas, nationaal vertegenwoordiger van de inheemse volken in Panama. “Het eerste waar men moet voor zorgen is dat de inheemse bevolking gevrijwaard wordt. Zoals het nu gaat, heeft het geen zin het programma voort te zetten.”

De komende dagen stappen de inheemse volken in Panama naar de rechtbank met de eis om REDD+ stop te zetten in hun land.