De tentoonstellingsruimte voor de klimaatconferentie COP20 van december 2014 in Peru wordt klaargemaakt (foto IPS/COP20 Peru)

Zware opdracht voor klimaat-conferentie Peru

In december 2014 komen 195 landen bijeen in de Peruviaanse hoofdstad Lima voor de twintigste klimaatconferentie COP20. Daar moet het eerste volledige concept van een nieuw klimaatverdrag geproduceerd worden, dat in december 2015 in Parijs moet worden goedgekeurd. ?

woensdag 19 november 2014 09:52
Spread the love

Overeenstemming
bereiken over het verdrag is zoiets als een boek schrijven met 196
auteurs. Na vijf jaar onderhandelingen is er alleen een grote lijn
van overeenstemming en een ruw concept van een aantal ‘hoofdstukken’.
De deadline nadert intussen met rasse schreden.

“In
Lima moet enorm veel werk verzet worden”, zegt Erika Rosenthal,
advocaat bij Earthjustice, een organisatie die pleit voor strengere
milieuwetten. Rosenthal is ook adviseur van de voorzitter van de
Alliance of Small Island States (alliantie van kleine eilandstaten
AOSIS). “Na Lima is er nog maar weinig tijd en het mag niet
mislukken in Parijs. Daar kan de wereld een cruciaal besluit nemen en
inzetten op de voordelen van een schone, CO2-vrije
economie.”

Gletsjers verdwijnen

Of
de COP20 in Lima een succes wordt, zal deels afhangen van Peruviaans
minister van leefmilieu Manuel Pulgar-Vidal. Als voorzitter van de
klimaatconferentie zullen zijn vastberadenheid en energie beslissend
zijn, denken de meeste waarnemers.

Klimaatverandering
is een belangrijk politiek thema in Peru. Lima en veel andere delen
van het land zijn afhankelijk van water van de Andes-gletsjers. Uit
studies blijkt dat die de voorbije dertig jaar tijd 30 tot 50 procent
van hun ijsmassa verloren hebben. Veel gletsjers zullen binnenkort
volledig verdwijnen.

Pulgar-Vidal
heeft gezegd te verwachten dat in Lima een conceptakkoord wordt
bereikt, hoewel dat akkoord wellicht niet alle hoofdstukken zal
bevatten. Het volledige concept moet er liggen voor mei 2015, om
voldoende tijd te laten voor de eindonderhandelingen.

Het
toekomstige klimaatakkoord, dat de omvang van een boek kan krijgen,
rust op drie pijlers: verzachting van de impact van de
klimaatverandering, aanpassing en klimaatschade. De emissiereductie
valt onder de eerste pijler en is verdeeld in vermindering van de
uitstoot voor en na 2020. Beide secties zijn onderwerp van discussie,
meer bepaald over de vraag hoeveel uitstoot ieder land moet
verminderen en tegen wanneer.

De
klimaatwetenschap is er duidelijk over dat de CO2-uitstoot
voor 2020 teruggedrongen moet worden. Anders wordt het extreem duur
en ingewikkeld om nog een temperatuurstijging van 2 graden te
voorkomen. In 2014 zal de emissie waarschijnlijk echter een
hoogtepunt bereiken van 40 miljard ton per jaar, vergeleken met 32
miljard ton in 2010. Dit jaar zal naar verwachting ook het warmste
jaar ooit gemeten worden, sinds het bestaan van geregistreerde
metingen.

Gebrek
aan ambitie

In
2009, tijdens de COP15 in Kopenhagen, spraken rijke landen af de
uitstoot voor 2020 te verminderen. Die afspraken zijn echter
onvoldoende en geen enkel land heeft sindsdien ambitieuzere doelen
gesteld. Sommige landen, zoals Japan, Australië en Canada, hebben
zelfs afstand genomen van de toen aangegane verplichtingen.

VN-secretaris-generaal
Ban Ki-Moon hield op 24 september 2014 met 125 staatshoofden een
conferentie in de hoop dat zij grotere reductiedoelstellingen zouden
aanvaarden. In plaats daarvan deden rijke landen zoals de VS vage
beloften om meer te doen, terwijl honderdduizenden mensen in de hele
wereld de straat opgingen om hun leiders aan te manen tot actie.

Het
gebrek aan ambitie bleek duidelijk tijdens de klimaatbijeenkomst in
Bonn in oktober 2014, waar ontwikkelingslanden bij de rijke landen
aandrongen op een grotere CO2 -uitstootreductie voor 2020.

De
AOSIS stelde daar echter ook een aanvullende benadering voor,
namelijk het verminderen van de uitstoot door kennis, technologie en
beleidsmechanismen te delen. Erika Rosenthal hoopt dat dit praktische
en bruikbare voorstel een formeel onderdeel wordt van een nieuwe
klimaatakkoord.

“In
Bonn zijn goede discussies gevoerd over hernieuwbare energie en
gericht beleid om de uitstoot te verminderen”, zegt ook Enrique
Maurtua Konstantinidis, internationaal beleidsadviseur bij CAN-Latin
America, een netwerk van ngo’s. “Rijke landen moeten nieuwe
reductiebeloften doen in Lima”, zegt Konstantinidis. Dat moet
ook gaan over de periode na 2020.

De
Europese doelstelling om voor 2030 tenminste 40 procent minder CO2
uit te stoten is niet genoeg. Opkomende economieën zoals China,
Brazilië, India en anderen moeten hun uitstoot ook aanzienlijk
verminderen. Het langetermijndoel is immers het uitfaseren van
fossiele brandstoffen tegen 2050, om zo de temperatuurstijging te
beperken tot 1,5 graden.”

Klimaatschade

De
pijler klimaataanpassing gaat voornamelijk over financiën en
overdracht van technologie om arme landen te helpen zich aan te
passen aan de klimaatverandering. Daarvoor werd het Green Climate
Fund opgezet, maar dat is nog niet operationeel. “Landen moeten
nieuwe financiële verplichtingen aangaan in Lima. Dat geldt ook voor
opkomende landen zoals China en Brazilië”, zegt Konstantinidis.

Over
de derde pijler, milieuschade, werd pas aan het einde van de COP19
van Warschau in 2013 overeenstemming bereikt. Deze pijler moet arme
landen helpen de huidige en toekomstige economische en
niet-economische schade van de klimaatverandering aan te pakken. Dit
onderdeel is het minst uitgewerkt en zal waarschijnlijk niet klaar
zijn voor volgend jaar in Parijs.

Bron: Will
New Climate Treaty Be a Thriller, or Shaggy Dog Story?

take down
the paywall
steun ons nu!