De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Venezuela in de aanval tegen de Amerikaanse sancties

Venezuela in de aanval tegen de Amerikaanse sancties

zondag 26 september 2021 19:20
Spread the love

In februari vorig jaar overhandigde de minister van Buitenlandse Zaken van Venezuela, Jorge Arreaza een aanklacht aan het Internationaal Strafhof in Den Haag (ICC) tegen de Verenigde Staten wegens misdaden tegen de menselijkheid vanwege de opgelegde economische sancties.

Eind augustus dit jaar presenteerde de Venezolaanse regering nieuw materiaal aan het Internationaal Strafhof. Die overdracht maakt deel uit van een nieuw rapport dat het effect van de economische sancties van de Verenigde Staten tegen het land moet aantonen. Sommigen vragen zich af of het hier gaat over een platte politieke zet. Anderen zijn van mening dat er met dat initiatief juridisch geen land te bezeilen valt.

 

Ana Cristina Bracho, advocaat en Magister in Recht, Economie en Beleid volgt deze juridische dynamiek op de voet. Volgens haar zijn de ‘sancties’ wel degelijk een misdrijf, daarover bestaat geen juridische twijfel. De sancties beperken de vrijheid van handel, het gebruik van de eigen middelen en uiteindelijk ook de budgettaire en financiële mogelijkheden van het land, die de regering in staat stellen om te voldoen aan de primaire noden van de bevolking.

Misdaad tegen de menselijkheid

Toen het Venezolaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de klacht indiende verwees het naar artikel 7 van het Statuut van Rome. Daarin wordt beschreven wat verstaan dient te worden onder de term  ‘Misdaad tegen de menselijkheid.’ Venezuela maakt zich sterk dat de sancties ven de VS wel degelijk onder de paraplu van misdaden tegen de menselijkheid kunnen gesitueerd worden.

Ana Cristina Bracho wil dit bevestigd zien. Daarvoor gaat ze te rade bij professor  Christopher Servín Rodríguez , doctoraat in Vrede, Conflict en Democratie, met specialisatie in Internationaal Recht, aan de Universiteit van Granada, Spanje. Ook nog directeur Internationale Geschillen bij het Observatorio Veracruzano voor de Mensenrechten. Hij vat de kenmerken samen die maken dat misdaden onder de categorie van misdaden tegen de menselijkheid vallen:

  1. Zij betreffen de schending van internationale gebruiken of internationale verdragen, ongeacht of zij al dan niet strafbaar zijn gesteld in het nationale recht van een staat.
  2. Zij schenden waarden die de internationale gemeenschap als geheel gemeen heeft.
  3. Ze schokken het geweten van de mensheid.
  4. Er bestaat een universeel belang bij de bestraffing ervan, en er bestaat zelfs een recente verplichting van algemene aard die staten ertoe dwingt de verantwoordelijken voor dergelijke misdrijven te vervolgen of uit te leveren.
  5. Indien de dader van deze misdrijven ten tijde van het plegen ervan in een officiële hoedanigheid handelde (bij voorbeeld staatshoofd, regeringsleider, minister of secretaris van Buitenlandse Zaken, of diplomatieke vertegenwoordiger), kan hij of zij geen aanspraak maken op de door de wet erkende immuniteiten.

De Venezolaanse regering somt een reeks gevallen en feiten op die gevolgen hebben gehad voor de Venezolaanse bevolking, zoals de toename van de sterfte van zuigelingen en volwassenen, de toename van ziekten, de vermindering van de calorie-inname, de vermindering van de voedselinvoer, de gevolgen voor openbare diensten zoals onderwijs, drinkwater, elektriciteit en vervoer; dit alles toe te schrijven aan de eenzijdige dwangmaatregelen en andere bedreigingen die door de VS aan Venezuela zijn opgelegd.

Overwegingen inzake Misdaden tegen de Menselijkheid

Ana Cristina Bracho gaat vervolgens dieper in op de kwestie van opgelegde sancties door een land aan een ander land.

‘Als wij ervan uitgaan dat staten soeverein zijn, dat de diplomatie de regels moet eerbiedigen van de actoren die met elkaar in wisselwerking staan, en dat volkeren zelfbeschikkingsrecht hebben, kan er in het volkenrecht moeilijk een geldige reden of bevoegdheid bestaan om een  staat te bestraffen. In het bijzonder kunnen staten, die geacht worden juridisch gelijk te zijn, door anderen niet gesanctioneerd worden.’

De realiteit is echter anders. Wanneer we de jaarlijkse uitslag in de vergadering van de Verenigde Naties bekijken, zien we dat de verpletterende meerderheid van lidstaten telkens opnieuw de Amerikaanse blokkade tegen Cuba verwerpt. Volgens Ana Cristina Bracho is de manier waarop de VS internationale afspraken naast zich neerleggen en omgaan met andere autonome staten de reden waarom er in het huidige internationale recht geen levendiger vraagstuk is dan de verstoring die wordt veroorzaakt door dwang tussen staten.

Volgens Alfred de Zayas, voormalig VN-commissaris in een rapport van 2014 over dit onderwerp, is er geen staat in de wereld die meer dan de Verenigde Staten de taak op zich heeft genomen om anderen te sanctioneren. Zo beschikken de VS, volgens door het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken gepubliceerde informatie, naast een paar programma’s die gericht zijn op het voorkomen van bepaalde gedragingen in bepaalde landen, over lijsten van sancties in 19 landen.

De eersten hebben betrekking op het Balkanschiereiland, gevolgd door Belarus (Wit-Rusland), Burundi, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Cuba, de Democratische Republiek Congo, Iran, Irak, Libanon, Libië, Noord-Korea, Somalië, Soedan, Zuid-Soedan, Syrië, Rusland, Venezuela, Jemen en Zimbabwe.

Ana Cristina Bracho concludeert daaruit het volgende: ‘Als er in Venezuela gesproken wordt over de gevolgen die de Amerikaanse maatregelen hebben voor de economie, de infrastructuur en uiteindelijk voor de levensomstandigheden van de gehele bevolking, dan is dit geen probleem dat alleen ons land treft, want het is een formule die wordt toegepast op alle staten die voor Washington en, in toenemende mate, voor Europa onaangenaam zijn.’

Sancties schadelijker dan oorlog?

Volgens de auteur is men de laatste jaren van oordeel dat de oplegging van sancties potentieel schadelijker is dan een gewapend conflict, deels vanwege zijn schijnbare onschuld en het gebrek aan humanitaire aandacht dat ze krijgt. Reeds in een FAO-rapport van 1995 over de economische sancties tegen Irak worden de dramatische gevolgen in detail beschreven:

‘De economische sancties die in 1990 door de Verenigde Naties aan Irak werden opgelegd na de Golfoorlog zijn verantwoordelijk voor de dood van 560.000 kinderen (…) Ondervoeding is zo wijdverbreid onder de kinderbevolking van Bagdad dat het sterftecijfer van kinderen onder de vijf jaar is vervijfvoudigd. Volgens Mary Smith Fawzi, hoofd-epidemioloog van het rapport, dekt het cijfer van 560.000 doden misschien niet eens de werkelijkheid, aangezien de omstandigheden in Bagdad beter zijn dan in sommige plattelandsgebieden…’

Meerdere rapporten komen bovendien tot het besluit dat economische sancties verre van positieve effecten hebben gehad, maar integendeel lange tijd voortduurden, waardoor onschuldige mensen getroffen werden, met name de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals vrouwen en kinderen; dat zij wanverhoudingen in de inkomensverdeling hebben verergerd; en dat zij illegale en onethische economische praktijken in het leven roepen, naast andere problemen.

Daarom wordt de oplegging van sancties steeds vaker in relatie gebracht met de mensenrechten en hoe deze praktijk nadelig is voor de meest kwetsbare mensen.

Alena Douhan, speciaal rapporteur van de VN, drong er bij de internationale gemeenschap in april 2020 op aan onmiddellijk stappen te ondernemen om alle ‘sancties’ op te heffen, of ten minste op te schorten, totdat de situatie van covid-19 is overwonnen.

Haar collega Hilal Elver, speciaal rapporteur van de VN voor het recht op voedsel, steunde haar daarin, toen zij opmerkte dat ‘de voortdurende oplegging van verlammende economische sancties aan Syrië, Venezuela, Iran, Cuba en, in mindere mate, Zimbabwe – om de meest prominente gevallen te noemen – het fundamentele recht van gewone burgers op voldoende en toereikend voedsel ernstig ondermijnt.’

Het is in die richting dat de Venezolaanse regering waarschuwt voor het sanctieproces dat rechtstreeks van invloed is op de gezondheid, het werk en het voedsel van alle mensen in het land, terwijl het niet alleen een Venezolaanse zaak is, maar op meer dan een dozijn landen wordt toegepast en een bedreiging vormt voor allen die deel uitmaken van de internationale gemeenschap.

Bron: Misión Verdad

Venezuela. La ofensiva contra las «sanciones» ante la CPI

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!