De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Over de waarde van arbeid(ers)

Over de waarde van arbeid(ers)

zaterdag 9 juli 2011 13:47
Spread the love

Met het ACV hebben we er de laatste jaren zwaar op ingezet:  eindelijk een eind stellen aan het tweederangsstatuut van de arbeiders.   Niet geheel vruchteloos. Maar nog ruim ontoereikend. Omdat we telkens op behoorlijk wat weerstand zijn gestoten. 

Dat is nog maar eens gebleken bij de onderhandelingen voor het interprofessioneel akkoord (IPA) voor 2011-2012.  Verder dan een ontwerp zijn we niet geraakt.  Dat ontwerp bevatte voor het dossier arbeiders-bedienden, op voorstel van Paul Windey, voorzitter van de Nationale Arbeidsraad, twee luiken.  De komende jaren zouden sowieso een aantal verbeteringen worden uitgerold, vooral inzake tijdelijke werkloosheid en ontslag.  Maar het was gekoppeld aan een ontwerp van afspraak om de volledige karwei binnen de twee jaar te klaren. 

Eigenlijk heeft het Grondwettelijk Hof die benadering grotelijks onderschreven in zijn arrest van 7 juli 2011.  Het neemt akte van de eerste verbeteringen, die het zelfs “substantieel” vindt en “getuigend van de uitdrukkelijke wil (…) om stapsgewijs een verdere harmonisatie van de statuten van arbeiders en bedienden tot stand te brengen”.  Belangrijk is dat  het Hof , net als het ontwerp van IPA, twee jaar de tijd geeft om de klus volledig te klaren.  En volledig klaren, wil volgens het Hof zeggen: voltooiing van de harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden.  Lees goed: harmonisering. Diegenen die nog altijd van mening zijn dat wat oplapwerk, met het wegwerken van enkele discriminaties, kan volstaan, vergissen zich deerlijk.  Er zal een totaaloplossing moeten komen.  Waarbij het Hof expliciet aangeeft dat ook het onderscheid in “de andere aangelegenheden van het arbeidsrecht en de sociale zekerheid “ voorwerp van discussie moet worden.  Dat was altijd ook de benadering van het ACV. 

Toen het ontwerp van IPA tot stand kwam, hebben sommigen, misschien al te snel, gesproken van een “historisch akkoord” en over een onomkeerbare stap, richting het gemeenschappelijk statuut.   Want tot een akkoord is het nooit gekomen.  En in plaats van een onomkeerbare stap, dreigde het terug naar af. Achteraf bekeken, halen ze toch hun gelijk.  De regering heeft immers de eerste stappen van het ontwerpakkoord overgenomen.  En nu neemt het Grondwettelijk Hof ook het ontwerp van resultaatverbintenis over om binnen de twee jaar een totaaloplossing te presenteren.  Met één groot verschil:  een interprofessioneel akkoord zou een morele binding hebben gehad. Het Grondwettelijk Hof ontzegt ieder nu ook juridisch het recht om dit nog langer op de lange baan te schuiven.

Uiteraard zijn de werkgevers nu al luidop aan het dromen van een regeringsinitiatief dat de omgekeerde beweging zou maken en het statuut van de bedienden sterk doet opschuiven in de richting van het arbeidersstatuut.   Dat is natuurlijk niet de lijn van het ACV, in tegenstelling tot wat een ‘Vlaamse kwaliteitskrant’ meende te moeten berichten. Ver gaan de werkgevers daar echter niet meer geraken.  Het nalezen van het advies van de Raad van State bij het wetsontwerp dat het ontwerp van IPA moet omzetten volstaat om dit te beseffen.  Artikel 23 van de Grondwet – dat is het artikel dat de sociale grondrechten regelt – staat eenvoudig in de weg dat het globaal beschermingsniveau op arbeids- en sociaalrechtelijk gebied zou verminderen, stelt De Raad.  De werkgevers bergen hun dromen maar beter op.

Maar verwijzing naar artikel 23 is weer een juridisch argument. En dat zijn de argumenten die je maar benut als je geen betere argumenten meer hebt.  Uiteraard is een harmonisering  een juridische noodzaak, zoals het Grondwettelijk Hof opnieuw heeft gesteld, zij het deze keer met een scherpe deadline. Maar  voor het ACV is en blijft het in eerste orde een sociaal vraagstuk : de arbeider eindelijk de waardigheid en bescherming geven die hem toekomt.  En op de koop toe is het een economische uitdaging.  Je slaagt er nooit in technische en technologische opleidingen en beroepen aantrekkelijk maken met het aanhouden van een tweederangsbescherming voor de jongeren (en ouderen) die daar hun brood willen gaan verdienen.

Luc  Cortebeeck
Voorzitter ACV

take down
the paywall
steun ons nu!