De familie Van Buren emigreerde naar het staatje Virginia de Engelsen hadden dat stuk land stevig in handen, tabak werd er geteeld en de Engelse dames rookte aardig mee op een feestje bacchanalia.
De familie sprak thuis alleen Hollands geen Engels dat bracht van Buren volksvijanden, bij woede uitvallen klonk zijn taal zo dik en onverstaanbaar dat het leek of een schip over de zeebodem rochelde en uiteindelijk op de keien vastliep.
Van Buren werd de vliegende Hollander genoemd, gezien als een zeilende ambtenaar met veel prikstokken werk, haakte hij zich vast als president van Amerika en erfde een land volledig economisch financieel failliet en voelde zich onschendbaar.
Grote vreugde, hoe groot kan een klein land zijn. President van een Hollandse miljoenennota, enige jaren geleden waren we nog groter, het aanvoeren van miljoenen slaven weggerukt van gezinnen, doorwerken met je zwarte lijf, wij worden rijk in Anna Paulowna.
Van Buren was tegen het opheffen van de slavernij zijn voorganger Jackson kon dit boekstaven beiden voerden een vrijheidsoorlog voor een dooie slaaf maar vooral tegen Indianen meedogenloos werden deze mensen uitgeroeid, Amerika staat bekend om zijn massa graven.
In de lage landen scharrelt minister-president als hoofdverkenner door de gangen van parochianen een groot verlangen naar slaventijden, niet op zijn Indiaans maar op zijn slaafs, verf dun zie je al deze mensen staan, de Vietnamees, de Libanees, de Palestijn, de laatste Mohikaan.