Het zal wel weer aan mij liggen, maar als ik ter hoogte van de stadsfeestzaal kom op de Meir in Antwerpen, en omhoog kijk, voel ik me een beetje alsof ik op een nazi-partijbijeenkomst in Nürnberg ben in de jaren ’30. Maar dan aangepast aan de 21ste eeuw.
De talloze zwart-rode vaandels opgehangen aan de muur op de Meir, vormen het neoliberale equivalent van de nazi-vlaggen en vaandels van de jaren ‘30. In plaats van schreeuwerige hakenkruisen, worden we nu getrakteerd op de logo’s van Casa, Delhaize, Saturn, McDonalds, en dergelijke meer. We merken die logo’s niet eens meer op, zo gewoon zijn we eraan. Net als de Duitsers toen, zitten we tot over onze nek verwikkeld in dit kapitalistisch systeem en werken we er gretig aan mee, goedschiks of kwaadschiks. Het wordt niet evident om hiervan te ontluizen, ook al weten we diep van binnen dat dit systeem naar de ecologische en financiële afgrond leidt – zie het IPCC rapport van vandaag, of Joris Luyendijk eerder deze week. Hebben we ook gemeen met de Duitsers eind jaren ’30. We laten ons even gewillig naar de slachtbank voeren, maar anders dan toen weten we niet echt wie verantwoordelijk is voor de horror die op ons afkomt. Wij allemaal een beetje, allicht, omdat we niet in staat blijken om het echt over een andere boeg te gooien.
Duitsers werden na de oorlog gedenazificeerd (of toch een beetje). Wij zijn vooralsnog druk bezig om verder te neoliberaliseren, ook al koestert vrijwel niemand nog enige illusies over de zegeningen van neoliberale globalisering.