‘Nepal vraagt buitenlandse
reddingsteams om weg te blijven’
Onder deze hoofding verscheen gisteren
een artikel in Vandaag.be: “De coördinator van de VN voor Nepal,
Jamie McGoldrick, liet weten dat de overheid meent dat er voldoende
buitenlandse experts in Kathmandu en omstreken zijn.” Dit werd
vandaag nog eens bevestigd door het bericht dat België het
Bfast-team gaat terug roepen omdat er volgens de overheid hulp genoeg
aanwezig is (en omdat Buitenlandse Zaken besloot tegen het advies van
experts in, geen veldhospitaal mee te sturen; bij aardbevingen vallen
natuurlijk amper gewonden, maar dit terzijde). Blijkbaar vraagt
niemand zich af waarop de Nepalese overheid deze stelling baseert,
aangezien grote delen van het getroffen gebied nog steeds niet
bezocht werden, al dan niet omdat ze niet meer toegankelijk zijn.
Reddingswerkers beginnen nu pas druppelsgewijs het gebied rond
Kathmandu af te tasten, hoe kan de regering dan met zoveel zekerheid
nu al beweren dat er reeds hulp genoeg aanwezig is? Het antwoord is
even simpel als het grotesk is: om meer financiële steun los te
krijgen en om zelf controle te krijgen over de beschikbare
hulpgoederen.
De één zijn dood…
… is de ander zijn brood. Het is een
gezegde dat bijna even oud is als de menselijke neiging tot
opportunisme, en dat pijnlijk reëel is in noodsituaties. Het is dus
niet onbegrijpelijk dat in de getroffen gebieden van Nepal de
handelaars hun prijzen verdriedubbelen (de mooie economische wet van
vraag en aanbod) maar de manier waarop de regering tracht munt te
slaan uit deze catastrofe, tart alle verbeelding. En de westerse
media helpen hen onbewust, door hun vraag naar geld in plaats van
reddingsteams te verspreiden.
“De rijken gaan hier nog veel rijker
van worden, de armen gaan eraan kapot”
Dit zegt een goede vriend van me die
sinds enkele jaren in Nepal woont. Hij woont in Pokhara, het mekka
van de paragliders, dat dichter bij het epicentrum van de aardbeving
ligt dan Kathmandu, maar amper getroffen werd omdat het een nieuwe
toeristische stad is, met bijna uitsluitend earthquake proof
gebouwen.
“Hier gaat het leven gewoon door
alsof er niets gebeurd is, de restaurants en cafés en winkels zijn
open en mensen leven hun leven van alledag. De enige activiteit die
volledig lam ligt, is de paraglide sector; de clubs hebben allemaal
hun jeeps en hun piloten ingezet om te gaan helpen in de getroffen
dorpen op het platteland.” Op zondag heeft hij zijn rugzak
volgeladen met pijnstillers, verband en ontsmettingsmiddel en is in zijn eentje op
de motor naar Gorkha gereden, een rit van 3,5 uur tot aan de grens en
dan nog eens een drietal uur dieper de provincie in, naar de afgelegen dorpen. Hij blijft
liever anoniem, maar vertelt hallucinante verhalen over dorpen die
volledig plat liggen, mensen die alles kwijt zijn, rottende lijken en
op til zijnde epidemieën. Onderweg kwam hij in contact met een team
piloten van KarmaFlight.org, die met de jeep van de firma en zakken vol
rijst en hulpgoederen onderweg waren om hulp te bieden. “We werden
tegengehouden door het leger, we mochten het gebied gewoon niet in!
Ze zeiden dat het niet toegankelijk is en wilden dat we de goederen
bij hen en de politie achterlieten, zij zouden ze verdelen, maar de
bevolking kwam er zwaar tegen in opstand omdat ze weten waar de
hulpgoederen dan eindigen: in de zakken van de politie of op de
zwarte markt, om aan woekerprijzen verkocht te worden. Gelukkig waren
we met zoveel meer hulpverleners dan soldaten dat ze ons wel moesten
doorlaten.” Ondertussen houdt het leger niemand meer tegen maar
iedereen vraagt zich af waar de hulp blijft.
Onbereikbaar
Nepal is op zich niet zo groot van
oppervlakte (5 maal België), maar omdat het in de bergen ligt en er
dus in de hoogte gebouwd wordt, beslaat het uitgestrekt een gebied zo
groot als Frankrijk. Het getroffen gebied is dus veel groter dan de
oppervlakte uitgedrukt in vierkante kilometers. Bovendien zijn veel
bergdorpjes enkel te bereiken via eeuwenoude paadjes, tussen stenen
en boomwortels, die door de aardbeving veelal verdwenen zijn. Hulp
kan hier enkel gebracht worden via helikopters, die buiten voedsel en
zaad ook bouwmaterialen voor de heropbouw moeten voorzien.
Verschillende landen stuurden reeds helikopters, althans volgens de
media want mijn vriend heeft er ter plekke nog maar amper gezien. Hij
las ook het artikel in Vandaag.be en dringt erop aan niets te geloven
van wat de Nepalese regering verspreidt, er is een zeer groot tekort
aan hulp, zowel aan mankracht voor het ruimen van het puin en voor de
heropbouw, als aan voedsel en materiaal: “De Nepali hebben niet het benul om deze ramp aan te pakken. Drinkbaar water is er in
de bergen genoeg, er is vooral nood aan onderdak nu het regenseizoen
begonnen is, en aan rijst, linzen en dieren. De plattelandsbewoners
stockeren hun rijst altijd op de eerste verdieping, die nu overal
ingestort is. Tijdens het drie maanden durende regenseizoen is er
geen oogst, iedereen had dus een voorraad voor maanden opgeslagen en
is alles kwijt, het is een echte ramp. Ik heb een man gezien die
tussen het puin van zijn ingestorte woning op zoek ging naar
rijstkorrels, één voor één veegde hij het stof eraf en verzamelde
ze. Deze families hebben ook al generaties lang dieren waar ze van
leven, als één van de voorouders het geld had voor een buffel (600
euro) dan waren zijn nabestaanden verzekerd van voedsel of een
inkomen; nu die dieren ook allemaal gedood zijn, hebben de meeste
mensen letterlijk niets méér dan de kleren die ze dragen.”
Tax op hulpgoederen, doorstorten geld naar eerste minister
Dat de overheid tracht op alle
mogelijke vlakken munt te slaan uit de aardbeving, beweert het
volgende bericht van Sikkim dat circuleert op de sociale media, maar waarover ik
verder niets terug vond: op alle hulpgoederen die via de Indische
grens het land ingebracht worden, moet 13% tot 14% belasting betaald
worden. Hierna belanden de goederen bij de lokale overheden en
burgemeesters, waarna ze verdwijnen in diens entourage en op de
zwarte markt – overal behalve bij de NGO’s. Zij mogen de goederen niet verdelen, waardoor er dus geen enkele controle is op waar (en of) ze terecht komen.
Alle donaties die het land binnen komen moeten bovendien worden doorgestort naar het privé fonds van de eerste minister, volgens een artikel uit een Nepalese krant: “KATHMANDU, MAY 01 –
The Nepal Rastra Bank (NRB) issued a circular to A, B and C class banks
in the country on Thursday afternoon stating that all the amount
deposited in them for the purpose of relief for Saturday’s Great Quake
will be automatically transferred to the Prime Minister’s Relief Fund.”
Als deze bewering klopt, dan verdient
de overheid dus op de invoer van hulpgoederen, waarna ze deze
hulpgoederen aanslaat om ze te verdelen onder de bureaucraten of te
verkopen op de zwarte markt. Als ze dan ook nog eens de VN ervan
kunnen overtuigen de reddingsteams terug te trekken en in plaats van
daadwerkelijke hulp massaal geld te storten naar de overheidsdiensten, dan wordt de aardbeving
een hele lucratieve gebeurtenis voor de rijken en een ramp voor de
armen.
Riep er iemand ‘Haiti’?
Doneren bij een lokale NGO met directe
banden met de bevolking kan via:
http://www.karmaflights.org/get-involved/donate/. Ze rijden nog altijd dagelijks met hulpgoederen vanuit Pokhara naar hun basecamp in het afgelegen deel van Gorkha.
Bronnen:
The voice of Sikkim (facebook)
een anonieme vlaming ter plaatse