De ophef is nog vers. De regels voor uw zonnepanelen veranderen. Voor de website van de energiecoöperatie Druifkracht probeerde ik het zo goed mogelijk uit te leggen. Het is een heel verhaal, hou even vol, het is best ingewikkeld. Het belangrijkste nieuws is, dat de huidige zonnepanelen (in financieel opzicht) minder gaan renderen omdat de vorige Vlaamse regering een foute beslissing heeft genomen. Die is nu door de rechter teruggedraaid. Wat heeft de rechter teruggedraaid? De voordelen van een ‘terugdraaiende elektriciteitsmeter’. Toch kan het zijn dat u er op vooruitgaat.
Een half miljard
Voor de huidige energieminister Demir moet de vernietigende uitspraak van de rechter op 14 januari geen verrassing zijn geweest, want de dag erna kwam zij al met een gedetailleerde regeling om de ontstane ophef te sussen. “De Vlaamse regering gaat eigenaars van zonnepanelen met een digitale meter een eenmalige compensatiepremie geven”, schreef de VRT. Of het een doekje voor het bloeden is of niet, dat blijkt pas als de regeling met veel mitsen en maren is uitgekristalliseerd. Er is pakweg een half miljard euro voor nodig uit het Energiefonds en uit de algemene middelen. Waar we dat fonds van kennen? We spekken het zelf via een maandelijkse opslag… op onze elektriciteitsfactuur. Het is niet bekend welke klimaatmaatregelen nu minder geld krijgen omdat dat fonds een fors bedrag gaat missen. Het geld uit het Energiefonds kan maar één keer worden uitgegeven. Andere voor de collectiviteit nuttige energiedoelen, batterijsubsidies bijvoorbeeld, zullen er onder te lijden hebben.
Minder voordeel
Niet alleen groenestroomcertificaten en premies en subsidies zijn weggevallen voor wie nu nog zonnepanelen neemt, ook andere voordelen verdampen. Dat is op zich niet heel gek, want de kosten van zonnepanelen zijn met de jaren ook enorm gedaald. Vanaf 2021 is bij nieuwe zonne-installaties je voordeel slechts optimaal als je je opgewekte energie onmiddellijk verbruikt. Simpel gezegd, strijken, stofzuigen, vaatwassen en een ovengerecht bereiden zijn het voordeligst als de zon volop schijnt. Doe je dat je op een donkere winteravond, dan betaal je de volle mep, want die stroom komt uit andere bronnen. Voor een enkele verbruiker is het amper merkbaar, maar voor de collectiviteit is het beter als we onze apparaten niet allemaal tegelijk aan hebben staan. Als we samen ons stroomverbruik over de dag uitsmeren vullen de de dalen op met wat we van de pieken afhalen. Of we wachten op de zon of op een mooie wind. De regering wil dat we de stroom die we zelf opwekken onmiddellijk zelf verbruiken. Volg deze link voor meer uitleg over het zogeheten capaciteitstarief dat we volgend jaar gaan betalen.
Dure kabels
De logica achter het “afvlakken” van de verbruikspieken kun je zo uitleggen. Als ons gezamenlijke stroomverbruik geen extreme pieken vertoont, dan hebben we in België minder dikke (lange en dure) stroomkabels nodig. Om plotselinge stroomuitval voor te zijn moet ons Belgische stroomnet zijn afgestemd op het maximale verbruiksmoment. Alle capaciteit die niet in gebruik is betekent kostenverlies. Vooral in de vroege avond is er een verbruikspiek. Verspreide stroomopwekking betekent: minder zware aanvoerkabels en elektriciteitshuisjes nodig. Daar staat tegenover: dat het de decentrale energieopwekking is die bevordert dat wat jouw panelen te veel opleveren, direct naar je buren kan gaan. Stroom zoekt de kortste weg. Die stroom hoeft niet via dure kabels naar een ander land of buurprovincie. Opslaan kan alleen in dure batterijen. Stroomtransport over lange afstanden betekent ook: capaciteitsverlies. Geïmporteerde stroom is duurder dan stroom uit de buurt.
Vraag en aanbod
De overheid trekt de teugels aan die particuliere investeringen in zonne-energie tot dusver zo toegankelijk hebben gemaakt. Althans, voor mensen die een paar duizend euro konden investeren op hun dak: zonnepanelen renderen zelfs beter dan een spaarrekening. Nu velen dat hebben gedaan, worden de spelregels gewijzigd. Elders heet dat vals spel, beleidsmakers noemen ‘t voortschrijdend inzicht. Iedereen, links of rechts, voelt dat dat schrijnt.
Zoals we al schreven, stroom die je decentraal opslaat blijft “dichtbij” en hoeft niet vervoerd te worden over het dure stroomnet. Voor het overschot dat je levert aan het openbare elektriciteitsnet krijg je als burger straks nog maar een luttele 2 à 4 cent per kilowattuur terug. De terugleververgoeding noemen ze dat. Een kilowattuur die je kopen moet, kost zeker 6x meer. De gemiddelde stroomprijs voor de Belg behoort inmiddels tot de absolute EU-top, zo’n 30 cent per kWh, all-in.
De klok terug
De terugdraai-uitspraak van de rechter is een tegenvaller voor wie in 2020 al zonnepanelen had en er op vertrouwde dat zijn of haar meter 15 jaar lang zou terugdraaien zodra je stroom levert. Wat ex-minister Tommelein met de vorige Vlaamse regering in het vooruitzicht stelde is dus door de rechter ongeldig verklaard. Vlaanderen heeft zich volgens de hoogste rechter (de uitspraak is onomkeerbaar) ingelaten met het tariefbeleid van de federale overheid. En die laatste wijst met haar vinger terug. Het voordeel van 15 jaar lang profiteren van de terugdraaiende elektriciteitsmeter valt onverhoeds weg. Druifkracht kan die redenering op zich goed volgen, maar het onverwacht veranderen van de regels is natuurlijk niet goed voor het vertrouwen in de Vlaamse overheid.
De rechter vindt het voordeel voor zonnepanelenbezitters niet eerlijk ten opzichte van burgers zonder zonnepanelen want alleen zij betalen per saldo de hoogste prijs per kilowattuur. En ook zij moeten meebetalen aan het Energiefonds, de pot waaruit zonnepanelenbezitters straks gaan worden gecompenseerd. Je bent als Vlaming verplicht de digitale meter te laten installeren, zodra Fluvius langskomt. De Waalse regering biedt de burger keuzevrijheid. Je wordt daar niet gedwongen om een digitale (kwartier-)meter te accepteren, je mag er je oude (jaar-)meter behouden.
Veelzijdige digitale meters
Diverse bronnen leggen een rechtstreeks verband met de uitrol van digitale meters. Maar die doen tot dusver hetzelfde als de oude draaischijfmeter: je netto stroomverbruik per jaar meten. Hij registreert echter veel meer dan je jaarverbruik. Zodra de Vlaamse regering dat wil, kan het zelfs per kwartier vaststellen hoeveel je afneemt en produceert. Bij grote bedrijven gebeurt dat al, bij gewone burgers is het dus technisch mogelijk met een ‘slimme’ meter om het tarief per kwartier te laten schommelen: duur bij veel vraag, goedkoper bij weinig. Zulke dynamische elektriciteitscontracten mogen trouwens nu al van de wetgever, maar er is tot dusver geen enkele leverancier die ze je aanbiedt. Fluvius kan op afstand je digitale meter uitlezen, de controleur hoeft dus niet meer aan huis te komen.
De nieuwe meter wordt ook slim genoemd omdat hij allerlei bedrijven de mogelijkheid biedt om nieuwe producten aan je energieverbruik te verbinden. Het is ook mogelijk dat je elektrische auto alleen (en goedkoper) wordt opgeladen als er in de buurt een overschot aan stroom is. Het is zelfs mogelijk om de accu van je auto straks even te ontladen als er even een stroomtekort is in de buurt. De auto als huisbatterij. Nog een voorbeeld: de woning met een warmtepomp en een buffervat waar je overtollige energie tijdelijk in kan stockeren.
Plus en min verrekenen
Met de oude meter kon het niet, maar met de nieuwe wel. De door jou geproduceerde zonnestroom wordt niet meer afgetrokken van je elektriciteitsverbruik op andere momenten. Plus en min verrekenen op jaarbasis (‘salderen’) impliceert dat je het openbare stroomnet niet langer kunt gebruiken als een soort collectieve batterij waar je je stroom in ‘bewaart’ voor wanneer je die in het donker nodig hebt. Met de nieuwe regelgeving kun je stroom alleen opslaan in batterijen. Maar die zijn ondanks subsidies nog steeds vrij duur.
Geld toe
Als er tijdelijk veel aanbod is (of weinig stroomvraag), dan moeten we met z’n allen er voor betalen om het overschot kwijt te kunnen. We hebben de hoeveelheid zon en wind nu eenmaal niet zelf in de hand. Wat de kenners weten, in de energiegroothandel bestaan er zelfs negatieve stroomprijzen: grote bedrijven krijgen soms geld toe als ze alsjeblieft hun grote diepvriesmagazijnen een paar graden harder laten koelen en andere stroomslurpers op volle toeren willen laten draaien. Gratis stroom of ‘geld toe’, klinkt best tegenstrijdig. Maar er is nog geen andere oplossing beschikbaar. Batterijen zijn nog te duur en energieopslag in waterstof is voorlopig alleen rendabel als zulke fabrieken voldoende uren kunnen draaien. Op één plek in de Ardennen is een klimaatvriendelijke oplossing. Daar wordt reststroom gebruikt om water op te pompen naar een hooggelegen stuwmeer. Als er een tekort is, wordt hier waterkracht gebruikt.
Het stilleggen van windmolenparken is een oplossing die tegendraads klinkt. Maar het is wel de harde werkelijkheid in een concurrentiële markt. Kerncentrales kun je niet voor een kwartiertje doven, zij mogen – ja moeten om veiligheidsredenen zelfs – blijven draaien. Een gasgestookte centrale is al wat flexibeler. Het klinkt paradoxaal, maar zolang we kerncentrales hebben die je niet zomaar uit kunt zetten is windmolens stilzetten (voorlopig) de oplossing. Duurzaam oogt zo’n beslissing echter niet, want het staat de uitbating van nieuwe energiebronnen lelijk in de weg.
Iedereen betaalt mee
Ook als gewone zonnepanelenbezitter betaal je mee aan dit grote spel, onze factuur gaat omhoog en de afschrijvingstermijn van een zonne-installatie wordt langer. Tot dusver kon je je zonnepanelen meestal binnen zo’n 6 tot 8 jaar terugverdienen, dat gaat dus nu dus wat langer duren. Van de 15 jaar profijt van een terugdraaiende teller die de Vlaamse regering in het vooruitzicht stelde blijft minder over. Maar het is wel eerlijk om ook te zeggen dat de burgers die zich geen eigen zonnepaneleninstallatie kunnen veroorloven per kilowattuur nog steeds het meest bijdragen. Om het te parafraseren met een cynische grap: het zijn nog steeds de kinderen van de rijkste ouders die de duurste cadeaus krijgen van Sinterklaas.
Druifkracht, de energiecoöperatie in de Druivenstreek waar ik lid van ben, droomt ervan om in dit gat te springen door zonnepanelen te gaan leggen op de daken van burgers die er zelf geen geld in kunnen investeren of die het bezit van zonnepanelen of de aanleg van zo’n installatie te veel gedoe vinden. Onze coöperatie wil ze op dat punt een zorg uit handen nemen. Het zou enorm helpen als de Vlaamse overheid de regels wat soepeler maakt, want het is bijvoorbeeld nu nog verboden om de door de oude watermolen in Overijse geproduceerde stroom te leveren aan elektrische auto’s die geparkeerd staan aan de overkant bij de Markthal: een ideale plek om e-voertuigen op te laden!
Contractverschillen
Hoeveel je straks moet bijbetalen hangt af van je energiecontract en van jouw persoonlijke situatie. De niet-energiekosten veranderen niet, behalve het prosumententarief, dat vervalt wel. De nieuwe regels kunnen voor elk van jullie een andere impact hebben. Dat illustreren we met vier voorbeelden (door een mede-coöperant voor dit artikel uitgewerkt)*:
- Jos heeft in 2012 wel 30 zonnepanelen op zijn dak gelegd, om volop gebruik te maken van de groenestroomcertificaten die toen nog golden. Door het prosumententarief moest hij echter veel bijbetalen op z’n factuur. In 2020 verdiende hij netto 350 €/jaar met zijn installatie, maar met de nieuwe regels zal hij er nu 470 €/jaar aan verdienen. Hij doet er dus zijn voordeel mee!
- Marijke en Tom hebben in 2017 een nieuwbouw gezet, met warmtepomp. Omdat toen de terugdraaiende teller nog gold, hebben ze 20 zonnepanelen geïnstalleerd. Ze hadden uitgerekend dat de installatie op 11 jaar terugverdiend zou zijn. Met de nieuwe regels stijgt dat naar 18 jaar! Als de Vlaamse regering hen toch nog een investeringssubsidie zou toekennen, kan de installatie al op 15 jaar terugverdiend zijn (zonnepanelen hebben een levensduur van minstens 25 jaar). Ze zullen echter wel hun elektriciteitsfactuur zien stijgen met 850 €/jaar. Hun warmtepomp komt dus plots een pak minder voordelig uit.
- Herwig en Christiane hebben in 2020 halsoverkop nog 12 zonnepanelen laten leggen, want er was hen een terugdraaiende teller beloofd. Ze rekenden op een terugverdientijd van 9 jaar. Met de nieuwe regels zal het 13 jaar duren om de installatie terug te verdienen, maar dat kan zakken naar slechts 10 jaar als ze alsnog een subsidie krijgen.
- Vera wil in 2021 zonnepanelen installeren. Volgens een vriend moet ze er niet te veel leggen in het nieuwe systeem, dus kiest ze voor 8 panelen. Ze mag rekenen op een subsidie en een terugverdientijd van 9 jaar.
* (de cijfers achter deze berekeningen vind je onderaan dit bericht)
Supervariabel
Wie stroom afneemt bij Ecopower betaalt een eenheidstarief. Een coöperatie als deze redeneert: of je nu dag- of nachtstroom verbruikt, de opwekking ervan vervuilt evenveel. Ecopower stimuleert zijn leden met die logica om energie te besparen. Je betaalt weliswaar de volle mep (circa 25 cent voor een half uurtje strijken in de avond), maar in verband met de all-in-prijs (je betaalt niets extra’s voor al die opslagen) ben je vaak voordeliger uit dan iemand die geen zonnepanelen heeft en die energie verspilt.
Let er bij het vergelijken van aanbieders op door wie je je laat adviseren: staan alle leveranciers wel op het lijstje met lucratief ogende loktarieven? Of is het een lijstje van bijvoorbeeld mijnenergie.be, de website die alleen energiebedrijven vergelijkt waar ze aanbrengpremies van krijgen? De V-test van de VREG is een door de overheid ingestelde regulator die álle aanbieders een faire kans geeft om in de vergelijking te worden meegenomen. De VREG steekt geen aanbrengpremies achter uw rug om in eigen zak.
Toekomstblik
Het stroomtarief gaat in de toekomst bepaald worden door je piekafname. Heb je een ‘zware’ aansluiting die het toelaat om veel stroomvreters tegelijk aan te zetten, dan ga je meer betalen dan wanneer je je verbruik spreidt doorheen de tijd. Een laag vermogen zal het goedkoopst zijn. (Veel mensen kennen het vermogen van hun eigen elektriciteitsinstallatie niet.)
De politiek – en Druifkracht ook – zien graag dat mensen batterijen gaan installeren en apps die er voor zorgen dat bijvoorbeeld je wasmachine pas gaat draaien als er een overproductie is aan stroom: beter voor het klimaat en dus voor ons allemaal. Zo kunnen de pieken en dalen gladgestreken worden en kunnen in de toekomst (huiselijk geformuleerd) de kabels korter en dunner blijven.
Effecten en neveneffecten
Regels hebben bedoelde effecten (klimaatverbetering dankzij hernieuwbare energie), maar er zijn ook neveneffecten of zelfs nevenschade. De nieuwe situatie kan ertoe leiden dat mensen minder zonnepanelen op hun dak leggen omdat dat vanaf nu financieel interessanter oogt. Wie alleen kijkt naar het geld en niet naar het klimaat vult bijvoorbeeld niet 100 maar slechts 50% van zijn geschatte verbruik (of minder) in met zonnepanelen. Daken met tien of meer panelen zouden wel eens een uitzondering kunnen gaan worden. Een voordeel is weer dat er nu duidelijkheid schijnt te bestaan. Totdat de koers van de Vlaamse regering weer verandert. Want je weet ‘t nooit.
* cijfers van de 4 voorbeelden:
Jos | Marijke & Tom | Herwig & Christiane | Vera | |
Datum installatie | 2012 | 2017 | 2020 | 2021 |
Aantal panelen | 30 | 20 | 12 | 8 |
Type panelen | 210 Wp | 300 Wp | 320 Wp | 330 Wp |
Omvormer | 6 kW | 4.5 kW | 3 kW | 2.5 kW |
Kostprijs installatie | 12 600 € | 9 600 € | 5 000 € | 3 400 € |
Stroomproductie | 5 355 kWh | 5 100 kWh | 3 260 kWh | 2 240 kWh |
Eigenverbruik | 1 400 kWh | 1 700 kWh | 1 250 kWh | 1 100 kWh |
OUD SYSTEEM (t.e.m. 2020) | ||||
prosumententarief | 522 €/jaar | 392 €/jaar | 261 €/jaar | 218 €/jaar |
vermeden elektriciteitskosten | 875 €/jaar | 1.275 €/jaar | 816 €/jaar | 561 €/jaar |
netto opbrengst | 353 €/jaar | 884 €/jaar | 555 €/jaar | 344 €/jaar |
terugverdientijd | 11 jaar | 9 jaar | 10 jaar | |
NIEUW SYSTEEM (vanaf 2021) | ||||
vermeden elektriciteitskosten | 350 €/jaar | 425 €/jaar | 312 €/jaar | 275 €/jaar |
opbrengst injectie | 119 €/jaar | 102 €/jaar | 60 €/jaar | 34 €/jaar |
totale opbrengst | 469 €/jaar | 527 €/jaar | 373 €/jaar | 309 €/jaar |
investeringssubsidie | (1.500 €) | (1.152 €) | 792 € | |
terugverdientijd | 15 jaar | 10 jaar | 8 jaar | |
terugverdientijd zonder subsidie | 18 jaar | 13 jaar |
Aannames: elektriciteitsverbruik 3.500 kWh/jaar; verbruik warmtepomp 4.000 kWh/jaar; variabele stroomprijs 25 cent/kWh; terugleververgoeding 3 cent/kWh; investeringssubsidie: volgens modaliteiten 2021; vervanging van de omvormer werd niet meegerekend.