Foto: sarcifilippo, Needpix.com / Pixabay
Ismay van der Klei

Vlaamse rusthuizen bijna onbetaalbaar voor gemiddelde gepensioneerde 

De prijzen van rusthuizen in Vlaanderen zijn sinds september afgelopen jaar weer met 4 procent gestegen. OKRA, de Vlaamse ouderenvereniging, verzamelt al drie jaar cijfers over woonzorgcentra om hun belangenbehartiging kracht bij te zetten. Herman Fonck, voorzitter van OKRA, vertelt dat de prijzen van woonzorgcentra al jaren genoemd worden als een van de grootste zorgen onder ouderen.

donderdag 2 mei 2024 16:48
Spread the love

 

De rusthuizen die beheerd worden door de publieke sector zijn gemiddeld het goedkoopst omdat steden en gemeenten daar eigen middelen investeren. De gemiddelde prijs is daar 2.045 euro. Daarna volgen de non-profitinstellingen met gemiddelde verblijfskosten van 2.135 euro. Tot slot zijn de commerciële woonzorgcentra, goed voor 1 op de 3 centra in Vlaanderen, het duurst met een gemiddelde prijs van 2.421 euro. 

Hieruit volgt een algeheel gemiddelde maandprijs van 2.180 euro voor een rusthuis. Daarbij is het gemiddelde netto pensioen 1.640 euro. Hier bestaat dus een kloof van 542 euro tussen het pensioen en de prijs voor een verblijf in een rusthuis. 

Dit betekent dat ouderen dit bedrag elke maand van hun spaarrekening af moeten halen. “Als dit niet mogelijk is, moeten sommigen bij hun kinderen aankloppen voor een bijdrage”, zegt Herman Fonck. De kloof tussen het pensioen en de prijzen van rusthuizen werkt dus bestaande ongelijkheden verder in de hand. Zowel voor de ouderen als voor hun familie. 

Op het moment is er voor alle woonzorgbewoners een zorgbudget van 140 euro per maand en is er voor ouderen rond de armoedegrens een tussenkomst mogelijk van 104 tot 696 euro per maand. Herman Fonck: “Maar dit is niet altijd doeltreffend. Zo kan het recht op een zorgbudget worden weggespeeld als een zorgbehoevende zijn huis verkoopt.” Bijvoorbeeld: een alleenstaande met een pensioen van 1.050 euro met een schenking of verkoop van zijn huis van 200.000 euro heeft een te hoog inkomen voor dit extra zorgbudget. 

Indexatie en personeelskosten

De kloof tussen het pensioen en de prijzen van rusthuizen is onder andere ontstaan doordat de pensioenen systematisch achter lopen op de prijzen van woonzorgcentra. Woonzorgcentra mogen namelijk hun prijzen twee keer per jaar aanpassen aan de consumptie-index. Pensioenen daarentegen stijgen met de afgevlakte gezondheidsindex. OKRA concludeert: “Bij elke indexering van de maandprijs loopt de kloof met het pensioeninkomen verder op.”

Hiernaast spelen de personeelskosten van woonzorgcentra ook een rol. Overheidssubsidies dekken namelijk 115% van de minimumnorm aan personeel. Echter blijkt dat deze minimumnorm systematisch te laag is voor alle rusthuizen. Gemiddeld hebben de woonzorgcentra 20% meer personeel dan de minimumnorm. Dit extra personeel moet zelf gefinancierd worden, wat ook weer kan leiden tot hogere prijzen voor de inwoners. 

Opvallend is ook dat de commerciële centra, die vaak het duurst zijn, het minst personeel in dienst hebben. Een duurder rusthuis betekent dus zeker niet betere zorg. Om inzicht te krijgen in dit soort zaken stelt OKRA dat zowel overheidsinstellingen en rusthuizen transparanter informatie moeten delen. 

Het extra personeel blijkt wel degelijk nodig te zijn. Uit een personeelsbevraging constateert OKRA: “De huidige normen voor de minimale personeelsbezetting zijn ontoereikend voor een minimale kwaliteit voor bewoners en voor werkbaar werk voor het zorgpersoneel”.

De minimale personeelsbezetting en de loontoelagen voor zorgpersoneel moeten volgens OKRA worden opgetrokken tot een meer realistisch niveau van personeelsbezetting. 

Meer transparantie boekhouding Woonzorgcentra

Naast het verschil in indexatie en personeelskosten blijkt ook uit een rapport van het Rekenhof dat commerciële woonzorgcentra zich schuldig maken aan het weglekken van subsidies. Geld dat voor zorg is bedoeld, wordt via allerlei constructies weggesluisd naar eigen organisaties. 

“De profitsector, en dan met name de internationale groepen zoals Orpea en Korian, blijken vaak verlieslatend, hoewel ze het minste personeel inzetten en hoogste dagprijzen aanrekenen”, stelt Herman Fonck in Visie.

Door officieel verlieslatend te zijn, hebben deze groepen alsnog recht op zorgsubsidies. Het Rekenhof concludeert daarom dat er nood is aan een sectorspecifieke boekhouding. Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en misbruik van subsidies tegen te gaan moet er meer inzicht worden verkregen in de financiële stromen van deze instellingen. 

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!