Foto: Helenka Spanjer
Open brief - #RedOnzeKinderopvang,

‘Mevrouw de minister: zorg voor uzelf, door nu grondig en dringend voor de kinderopvang te zorgen’

Wat hebben minister Crevits en de kinderopvang met elkaar gemeen? 'Ze zijn allebei te lang en te diep in het rood gegaan.' 115 miljoen euro is in de Septemberverklaring aan de sector beloofd. Maar er is veel meer nodig om de sector te redden. Daarom voerden honderden ouders en kinderbegeleiders afgelopen woensdag weer actie in verschillende steden. In een open brief roept moeder Heleen - een van de ouders van de actiegroep Crisiskabinet Kinderopvang - minister Crevits op om goed voor zichzelf te zorgen door een Staten-Generaal bijeen te roepen en een sterk mandaat te geven aan een crisismanager om zo snel mogelijk met de sector en experts aan tafel te zitten.

vrijdag 7 oktober 2022 17:15
Spread the love

 

Brief aan minister Crevits, aan vervangend minister Dalle, aan de Vlaamse Regering, en applaudisserende leden van het Vlaams Parlement,

 

Zes maanden geleden – een barkoude 1 april – stonden wij hier aan het kabinet van toenmalig minister Beke. Kinderopvangmedewerkers, leidinggevenden en onthaalouders lieten toen al weten dat het echt niet meer ging. Hier in het Gaucheretpark durfde ik toegeven dat ik al een jaar uit een burn-out-dal probeerde te klauteren. En ik zag de mensen van de kinderopvang van mijn zoontje mee wegzinken in dezelfde put. Hoe schuldig ik me voelde dat ik kon proberen rusten, omdat zij bleven zorgen voor mijn kind.

De afgelopen weken lanceerden we als ouders van het Crisiskabinet Kinderopvang het #redonzekinderopvang vragenformulier, om te luisteren naar wat de kinderopvang in het leven van ouders betekent, hoe ouders zien dat de kinderopvang wankelt en wat er zou gebeuren als de kinderopvang effectief crasht?

De antwoorden bliezen ons omver! Op één week tijd ontvingen we meer dan 2.700 getuigenissen uit meer dan 410 postcodes. Verhalen die meer dan 3/4 van Nederlandstalig België dekten. Ze deden ons wenen en rillen tegelijk. Zoveel woorden van dankbaarheid en passie. Maar de woorden van wanhoop klinken minstens even luid. De kinderopvang is niet langer een zekerheid in die cruciale eerste 1.000 dagen van onze kinderen.

Zo getuigt een ouder uit Oostkamp: ‘Eén van de verzorgsters, die als gevolg van de te hoge druk een burn-out heeft, en dringend thuis zou moeten blijven, kan dit niet omdat ze dan terugvalt op 60 procent van haar inkomsten. Een depressief persoon zorgt momenteel voor mijn kind.’

U moet nu zelf op doktersbevel vier weken rusten

Mevrouw de minister, u moet nu zelf op doktersbevel vier weken rusten. Ik pretendeer absoluut niet dat ik uw medische situatie ken. Het is echter geweten dat u een vrouw bent met een job die niemand u benijdt. U ontving immers condoleances bij uw nieuwe job in plaats van felicitaties. Desondanks beloofde u om uw tanden erin te zetten. Mevrouw de minister, wist u dat mensen die snel opgeven nooit in een burn-out belanden? Ofwel, het vuur in een persoon kan alleen doven wanneer die persoon ooit keihard in brand stond.

Over dat vuur getuigde een pedagogische medewerker uit Beverst als volgt: ‘De kinderopvang was de werkplek van mijn dromen. Twee en half jaar met hart en ziel gewerkt. Alles gegeven. Nooit naar werkuren gekeken, want ik was er voor het kind en de ouders. Ik wil kinderen helpen groeien op een onbevangen manier. Ik wil in dialoog gaan met het kind en de ouders. Ik wil kunnen leven in mijn job, maar ook erbuiten. Ik wil liefde geven. En soms ook ontvangen. Ik wil zoveel, maar ik kan het niet meer. Ik kan mijn droom niet meer najagen. Ik kan niet meer zijn wie ik dacht te worden.”

Ik wil zoveel, maar ik kan het niet meer. Ik kan mijn droom niet meer najagen. Ik kan niet meer zijn wie ik dacht te worden”

U weet als geen ander wat het is om te blijven gaan. Los door de signalen van uw lichaam heen dat het “op” is. U verstopte allicht uw trillende handen onder de onderhandelingstafel. Maakte ongemakkelijke grapjes over de gaten in uw geheugen en overtuigde uzelf dat alle drukke mensen last hebben van barstende hoofdpijn, nekpijn en rugpijn.

Een ouder uit Merelbeke omschreef het effect van de burn-outs op haar kinderdagverblijf als volgt: ‘De zonneschijn in de verzorger zijn ogen is weg. Ik hoop dat ze het volhouden.’

Ik zag zelf de wallen boven de mondmaskers van onze crèche grauwer worden. Ik hoorde met ongeloof hoe de tafel met leidinggevenden elke maand leger werd omdat de een na andere fysiek en mentaal niet meer recht kon staan. Ik zag hoe gekleineerd zij zich voelden om in de vaccinatie-prioriteitendiscussie door beleidsmakers als loutere pamperverversers te worden weggezet. En ik zag en hoorde en las ook hoe ze de afgelopen zaterdag zich uitgelachen voelden door de bullebakken in het ivoren Vlaamse Parlement.

‘De zonneschijn in de verzorger zijn ogen is weg. Ik hoop dat ze het volhouden’

Een sympathisant die in contact stond met kindbegeleiders in opleiding verwoordde het in ‘Red onze kinderopvang’ zeer treffend: ‘Wat vragen we van mensen die de allerbelangrijkste mensjes op de wereld voor de ouders opvangen? Hoe moeten die mensen die zo met hart en ziel zorgen zich voelen? De leerlingen voelen dit enorm, het minderwaardig zijn in deze maatschappij. En zeg hen dan maar dat de maatschappij nood heeft aan goede begeleiders.’

Drie dagen voor het incident in het Vlaams Parlement schreef een kindbegeleider uit Leuven het volgende: ‘En nog steeds worden wij gezien als de vuilbak van de maatschappij. Heb je geen talent? Wordt dan maar kinderbegeleider. Nee, kinderbegeleiding barst van de talenten. En het grootste is misschien wel het doorzettingsvermogen om toch nog elke dag op te dagen en gewoon door die burn-out heen te werken. Enkel alleen uit motivatie en oprechte bezorgdheid om de kinderen.’

“De job was te belangrijk … tot het licht uitging”

Mevrouw de minister, u kent dat gevoel waarschijnlijk. De job was te belangrijk. Er rekenen mensen op u. Ja, wij rekenen eerlijk gezegd ook op u. Ook u bleef uzelf overtuigen dat u het volgende week waarschijnlijk wel wat rustiger aan zou kunnen doen. Totdat weer het volgende politieke brandje losbarstte. En tot uw licht letterlijk uitging, omdat uw lichaam uw hoofd inhaalde.

U verwoordde het zelf als volgt: ‘Soms ga je te lang en te diep in het rood.’ Dat klopt, mevrouw de minister. De kinderopvang gaat al veel te lang, te diep, in het rood.

Zo omschreef een ouder uit Ninove haar onthaalmoeder: ‘In haar verzorging- en werkplezier zie je dat de onthaalmoeder nog maar een schim is van de persoon die ze voordien was. Ze was ook een maand thuis voor een burn-out. En ondervond hier zelfs zware lichamelijke klachten door.’ 

Een maand. Vier weken. Ik had voor mijn eigen burn-out, ook gehoopt dat vier weken rust voldoende zou zijn. Maar rust vinden als je opgebrand, opgefokt, uitgeperst en dolgedraaid bent, dat is eigenlijk een onmogelijke opdracht. Mevrouw de minister, ik durf te wedden dat u uw mailbox momenteel ook nog niet helemaal kan loslaten. U zal nog wel een sms’je sturen links en rechts om te informeren of project X al werd gelanceerd en of persoon Y al heeft geantwoord. En nochtans is die rust broodnodig.

Zo vertelden vele ouders aan ‘Red onze kinderopvang’ over hun burn-out en de cruciale rol die hun crèche en onthaalmoeders speelden in hun herstel. Voor een ouder uit Jabbeke betekende kinderopvang het volgende: ‘De broodnodige rustpunten om te herstellen van mijn burn-out’. En ook voor een ouder uit Zoutleeuw is de kinderopvang: ‘De plek waar mijn zoontje drie dagen per week kan zijn zodat ik kan rusten en uit het diepe dal van mijn burn-out en posttraumatisch stress syndroom kan kruipen. Telkens schuldgevoel bij het afzetten, maar zo diep dankbaar voor deze broodnodige village waar ik met een gerust hart mijn kind kan laten. Als dit wegvalt is ook mijn hoop op een duurzame reïntegratie op de arbeidsmarkt verdwenen.’

Mevrouw de minister, stel u misschien eens voor dat u samen met uw partner in een burn-out terecht was gekomen. Net zoals dit koppel uit Beveren: ‘Het was steeds het weekend overleven tot er terug voor onze kindjes gezorgd werd op de crèche. Als wij te ziek waren werd ons kind door een van de medewerkers thuis opgehaald. Als ik de trap van de crèche niet meer op kon, werd ik hyperventilerend op het matje in de slaapkamer van de kleintjes gelegd. Tot ik terug thuis geraakte.’

Of beeldt u in, mevrouw de minister, dat u zoals deze ouder uit Sint-Amandsberg ontslagen zou worden omdat uw kinderopvang wegvalt of omdat u, mevrouw de minister, een burn-out hebt: ‘Ik ben mijn werk kwijtgeraakt door het feit dat ik de constante strijd en gebalanceer niet meer aankon en twee maanden thuis zat met een burn-out. Toen ik terugkwam heeft mijn werk een paar maanden later mijn contract beëindigd.’ 

Roep een Staten-Generaal bijeen

Dit waren slechts een aantal getuigenissen uit de meer dan 2.700. En mevrouw de minister, ik lees deze niet voor om u extra onder druk te zetten. Integendeel. Ik wil u aanraden om die cruciale rust aan uzelf te gunnen door te erkennen dat de kinderopvangcrisis u in dit stadium overstijgt. U kan dit niet alleen. De Nederlandstalige kinderopvang is aan het crashen. En die sector kan niet langer blijven wachten. Niet vier weken. Niet een extra dag. Die kan niet meer wachten.

Daarom roepen we op: roep een Staten Generaal bijeen. Geef een sterk mandaat aan een van die crisismanagers die blijkbaar in alle stilte het agentschap Opgroeien zou bijstaan. Gebruik de gegevens die het agentschap Opgroeien elke dag ontvangt over gesloten leefgroepen en opvang-initiatieven. Geef iemand uit de crisismanagement de opdracht om a.s.a.p. met de sector en experts samen te zitten. Laten we in korte tijd de eerste grove componenten van het broodnodige Marshallplan op papier zetten.

Mevrouw de minister, gebruik eender welk middel in uw politiek arsenaal voor een simpel en duidelijk doel: red onze kinderopvang. Zorg voor uzelf, door nu grondig en dringend voor de kinderopvang te zorgen.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!