De nachtmerrie over mijn vader maakt me wakker. Uitgeput draai ik mij om en kijk ik naar mijn derde- of zelfs ondertussen vierdehands klok (ik hou hiervan) die mij toont dat het 4u44 is. Dit kan geen toeval zijn. El* vertelde mij eens dat als alle getallen overeenkomen, dat er dan ergens in de wereld iemand aan mij en/of ons denkt.
Voor mij was dit het signaal om te beginnen schrijven. Ik ben geen schrijver, maar ik ben doodmoe. Ik kan niet slapen en ik heb iets te vertellen. Tegen mijn moeder dacht ik vanaf nu gewoon eerlijk te zijn. Over mijn vader had ik net de enge gedachte dat ik dit misschien altijd met mij zal meedragen en dat ik dit nooit zal kunnen loslaten.
Refusé. Gisteren. De dag waar we officieel al minstens zes, maar feitelijk veertien maanden en een half, met goede hoop naar uitkeken. (Ja, mama, papa, broer, vrienden, vriendinnen en toebehoren … dit is mijn actuele leven.) Haar microfoon stond niet aan toen ze ons vertelde dat het “malheureusement” was.
We hadden begrepen dat het geen goed nieuws was, maar zeiden toch vriendelijk dat we haar niet begrepen hadden. Ze verontschuldigde zich, zette de microfoon aan en herbegon haar standaard parler. Onze wereld stond stil. Geen besef en tegelijkertijd alle besef.
Gek genoeg sprong er mij een half uur voordien, tijdens het wandelen naar de commune, de gedachte binnen dat we op weg waren naar een begrafenis. De tranen zaten klaar om te ontspruiten. Alsof iets of iemand mij wou voorbereiden op dit moment.
Al had mijn moeder dat ook wel al gedaan. Toch hadden we goede hoop. Achteraf gezien had ik dit ook niet anders gewild (die goede hoop). Je moet je eens proberen voorstellen dat je maanden moet wachten op een beslissing (want oh wat nemen ze hun tijd om een weloverwogen beslissing te nemen) die jouw leven in één moment verandert. Elke dag die passeert. Elke week. Elke maand. Elke stap die je dichterbij komt bij wat het misschien zou kunnen zijn om een ander leven te hebben.
Als er dan een negatief advies komt, dan ben ik letterlijk dood. Dat is gewoonweg tuer les gens. Je moet je dan eens proberen voorstellen dat het niet over jou gaat, maar over jouw fantastische vriendje. Dat jij eigenlijk alles hebt om gelukkig te zijn, maar hij niet, want hij is niet in de ‘juiste’ wieg geboren.
Hij is hier zonder papieren op zoek naar een betere toekomst voor zichzelf en hopelijk in de toekomst voor zijn familie. Hij heeft al zes en een half jaar gevochten als een beest, want dit is hoe je hier in België overleeft als je geen papieren hebt. Leven als een beest in België is beter dan leven in Marokko. Al begint hij hier stilletjes aan te twijfelen.
Voordat ik hem leerde kennen, bestond mijn lichtroze wereld vooral uit mijzelf, mijn moeilijke verleden, eens een vriendin of twee, het idee om zelf een huis te kopen “want alleen is toch beter”, de diepe teleurstelling en bijhorend verdriet dat mijn bod nooit hoog genoeg zal zijn … maar over mensen zonder papieren, daar had ik zelden over gehoord, laat staan dat ik ze zou ontmoet hebben.
Dan ontmoet je El en je bent boos dat hij jou (pas) op dag zes vertelt dat hij geen papieren heeft. Man, wat ben je boos, je voelt je bedrogen en je hebt het gevoel dat er van jou is geprofiteerd. Hoe kun je dat nu iemand aandoen? Hij rookt (gewoon sigaretten hoor), ook dat maakt me boos, want dat interesseert mij niet (meer).
Op dat moment ben ik zevenentwintig jaar. Ik heb een goede vaste job. Ik heb een mooie spaarboek van zo’n 45.000 euro, uiteraard niet volledig aan mijzelf te danken, net zoals mijn studies en mijn ervaringen in het buitenland. Ik wil een huis. Ik wil renoveren. Sinds anderhalf jaar woon ik na een faliekant stuk gelopen relatie terug thuis bij mijn mama. Hier kan ik uiteraard goed sparen, want ik hoef niets te betalen, ik hoef hier ook niets te doen.
Ik wil een man met een stabiel inkomen, een hoog diploma, genoeg geld, een Tesla – of in mijn wildste dromen een Bentley want die auto’s vind ik heel erg mooi (dat heb ik van mijn vader). Geen drugs/alcohol/rock-’n-roll. Gewoon een ‘normaal’ leven. Het mag van mij zelfs saai zijn. Zolang er geen al te gekke dingen gebeuren, ben ik (al) een tevreden meisje. Ik wil een vaste relatie, eentje die voor altijd duurt. Later wil ik ook kinderen. Trouwen wil ik ook, maar alleen als ik zeker ben dat het een relation durable is.
Maar ik wil geen sans papier die turkt als een schoorsteen, dus nu ben ik heel erg boos. Ik ben boos, want hij zegt plots dat hij een persoon is die ik niet in hem herken. Ik had toch nooit met hem afgesproken als ik dit op voorhand wist?! Ik had me mijn leven anders voorgesteld. Maar ik leerde hem kennen, kort daarna zijn wij vier dagen non-stop bij mekaar geweest op een verlengd weekend in Andennen. En nadien kon ik hem niet meer uit mijn hoofd krijgen, en zo is het begonnen. Ik hou van hem.
Maar er zijn zoveel vooroordelen. Het is zo moeilijk. Het is zo vermoeiend. Het is zo uitputtend. Het is echt zwaar. Maar ik hou van hem en ik had het voor geen geld van de wereld anders gewild.
Uiteraard hadden we het allebei graag anders gezien, iets in de trant van approuvé. Reconnu. On t’aime. Bienvenue.
Maar wij kunnen vandaag enkel gelukkig zijn om ‘t feit dat de asielaanvraag is afgekeurd zonder de verplichting om het Belgisch grondgebied te verlaten. Laughing out loud. For your information, we ‘ll be back soon.
Ondertussen slaat de klok 06u59. Dit betekent niets, maar ik beslis dat dit mijn signaal is om mijn ogen te sluiten. Misschien is dit (net) voor jou het moment om jouw ogen te openen?
Het anonieme vriendinnetje van un inconnu refusé sans papiers.
– België, 26 juli 2022
* El is niet de echte naam, hij blijft net als de auteur graag anoniem.
Foto: Cicilie Fagerlid, Flickr / CC BY-NC-SA 2.0