Schoolklas
Bron: https://www.schamper.ugent.be/afbeelding/onderwijs-0
Opinie - Chris Vandeweghe

Waarom de snelle vaste benoeming het lerarentekort niet zal oplossen, wel in tegendeel

Weyts wil startende leerkrachten sneller benoemen om hen meer werkzekerheid te geven en zo de job van onderwijs aantrekkelijker te maken. Wat hij er niet bij zegt is dat het om een besparingsmaatregel gaat. Daarnaast is het zeer de vraag of deze regeling niet juist tot sneller ontslag zal leiden.

woensdag 24 februari 2021 20:55
Spread the love

 

Averechts effect

Het klopt dat startende leerkrachten op zoek zijn naar werkzekerheid en dat het ontbreken daarvan een belangrijke reden is voor onaantrekkelijkheid van de job. Leerkrachten zullen nu na één jaar al vast benoemd kunnen worden. In de huidige regeling is dat maar mogelijk in de loop van het derde jaar dat men lesgeeft.

In theorie klinkt dat zeer goed, maar de praktijk zou wel eens anders kunnen uitdraaien. Iedereen die het onderwijsveld een beetje kent weet dat het eerste jaar lesgeven vaak heel moeizaam verloopt, vooral maar niet alleen op vlak van klasmanagement. Het duurt vaak twee tot drie jaar of zelfs langer vooraleer een beginnende leerkracht zijn draai echt vindt. Die groeitijd zullen de starters nu niet meer krijgen, want directies zullen nu al na één jaar de definitieve beslissing moeten nemen of ze een starter al dan niet houden.

Vooraleer directies iemand benoemen willen ze terecht zekerheid dat die persoon het ook zal waarmaken in de toekomst. Leerkrachten die het in het eerste jaar moeilijk hadden en hun weg nog aan het zoeken waren dreigen nu sneller dan in het verleden aan de deur gezet te worden. In theorie kunnen ze na één jaar wel werkpunten meekrijgen, maar voor directies is zo’n procedure een heel gedoe. De kans is groot dat zij die procedure alleen in uitzonderlijke gevallen zullen volgen.

Leerkrachten die het in het eerste jaar moeilijk hadden en hun weg nog aan het zoeken waren dreigen nu sneller dan in het verleden aan de deur gezet te worden.

Het gevolg is dat deze maatregel wellicht een averechts effect zal hebben. Enkel die leerkrachten die vanaf het eerste jaar goed presteren zullen kunnen blijven, tenzij de directie weet dat er omwille van de schaarste voor de kandidaat in kwestie geen alternatief is. Dat is dan een negatieve keuze die uiteraard nefast is voor de kwaliteit van het onderwijs.

Een gemiste kans

In het verleden was de NVA faliekant tegen de vaste benoeming van ambtenaren. Het is dan ook hoogst merkwaardig dat Weyts zelf met het voorstel op de proppen kwam om leerkrachten sneller te benoemen. Merkwaardig, tenzij je weet dat het hier om een besparingsmaatregel gaat. Benoemde leerkrachten kosten de Vlaamse regering namelijk minder aan sociale zekerheid.

De maatregel is er gekomen na twee jaar moeizaam onderhandelen met de sociale partners (koepels en vakbonden). Het moet de onderwijsjob opnieuw aantrekkelijker maken. De uitkomst van die onderhandelingen is bijzonder mager en zal de aantrekkelijkheid nauwelijks verbeteren als dat al zal gebeuren.

Om die aantrekkelijkheid op te krikken is er heel wat meer nodig en in die zin is het gesloten akkoord een volledig gemiste kans.

Om de aantrekkelijkheid van de onderwijsjob op te krikken is er heel wat meer nodig en in die zin is het gesloten akkoord een volledig gemiste kans.

Knelpuntberoep

De realiteit is dat de aantrekkelijkheid van de onderwijsjob een dieptepunt heeft bereikt. Leerkrachten Frans, wiskunde of aardrijkskunde zijn bijna niet meer te vinden en heel wat interims geraken niet meer ingevuld. Bij de start van dit schooljaar geraakten 1000 jobs[1] niet ingevuld, tegen 2024 kan het tekort oplopen tot 7000.

Verschillende redenen liggen aan de grondslag van die onaantrekkelijkheid. Vooreerst is er de werkdruk. Uit een grootschalig tijdsonderzoek van 2018 blijkt dat leraren zeer hard werken, harder dan in de meeste andere sectoren. In het secundair onderwijs werkt een leerkracht gemiddeld bijna 42 uur, berekend over een volledig kalenderjaar, de vakantieperiodes inbegrepen dus. De gemiddelde werkweek van een leerkracht ligt m.a.w. vier uur hoger dan de ‘normale’ 38-urenweek, met pieken van tegen de 50 uur in een gewone lesweek.

Die overbevraging eist een zware tol. Van alle beroepen zijn de leraars het meest vatbaar voor burn-out: één op acht leraars loopt kans om opgebrand te geraken.

De gewijzigde pensioenregeling heeft ook zwaar ingehakt op de aantrekkelijkheid van de job. Leerkrachten die aan het begin van hun loopbaan staan, zullen 5 tot 8 jaar langer moeten werken. Als alle geplande maatregelen uitgevoerd worden, zullen ze maar liefst 400 à 600 euro netto per maand minder pensioen krijgen.

De lonen in het onderwijs zijn, bij gelijk diploma, een stuk lager dan in de privé en op voordelen zoals een bedrijfswagen, aanvullend pensioen, hospitalisatieverzekering, laptop, smartphone enz. moeten ze niet rekenen.

Dat werd tot voor kort gedeeltelijk gecompenseerd door een goede pensioenregeling en de vaste benoeming. Als die benoeming nu niet meer zo vast lijkt te zijn en de goede pensioenregeling vervalt, dan vallen belangrijke ‘voordelen’ van het onderwijs weg en dat heeft serieuze gevolgen voor de kwaliteit van de instroom.

In plaats dat de beste mensen worden aangetrokken in het onderwijs dreigt leerkracht een afvalberoep te worden, met alle gevolgen van dien voor het niveau van ons onderwijs.

Op dit moment is de lerarenopleiding al vaak de tweede keuze voor jongeren. Onderwijs wordt meer en meer een negatieve keuze bij jongeren, of op latere leeftijd als noodoplossing wegens ontslag elders. In plaats dat de beste mensen worden aangetrokken in het onderwijs dreigt leerkracht een afvalberoep te worden, met alle gevolgen van dien voor het niveau van ons onderwijs.

Herwaardering job dringend nodig

Om het onderwijspeil op niveau te houden/krijgen en een acuut lerarentekort te vermijden zal een sterke herwaardering van de lerarenjob nodig zijn. Daar komt heel wat bij kijken en het zal niet in een handomdraai gerealiseerd zijn. Minstens drie zaken zijn onontbeerlijk om tot zo’n herwaardering te komen: werkzekerheid voor de starters (dat is niet hetzelfde als een snelle benoeming en dat wordt ook niet bevorderd door snellere ontslagprocedures), gunstige eindeloopbaan- en pensioenregelingen, en tenslotte een betekenisvolle daling van de werklast, zodat leraars zich opnieuw kunnen focussen op hun kerntaak: lesgeven.

Het is duidelijk dat het aantrekkelijker maken van de onderwijsjob niet kan binnen een besparingslogica, waarin de huidige onderhandelingen nu zitten.

Eens daar werk is van gemaakt zal de instroom opnieuw verbeteren en kan men de lerarenopleiding ook kwalitatief gaan opkrikken. Het is duidelijk dat deze drie zaken niet kunnen binnen een besparingslogica, waarin de huidige onderhandelingen nu zitten. Zonder extra middelen zal de onderwijsjob niet opnieuw aantrekkelijk kunnen gemaakt worden en zal de kwaliteit van ons onderwijs verder achteruit blijven boeren.

 

Chris Vandeweghe is leerkracht in een middelbare school.

 

Note:

[1] Het aantal vacatures is omwille van de coronacrisis het laatste jaar gedaald omdat de werkloosheid gestegen is. Omdat mensen elders niet meer aan de slag geraken ‘zakken’ ze dan maar af naar het onderwijs. Het bevestigt de realiteit dat onderwijs meer en meer tweede of derde keuze is.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!