De klimaatcrisis wordt misschien wel voorgesteld als een probleem dat ons ‘in de toekomst’ allemaal even hard zal raken, maar dat is het allesbehalve. Nu al worden overal ter wereld buitenproportioneel meer arme mensen en mensen van kleur getroffen door de gevolgen van zowel systematische lokale milieuvervuiling als van de mondiale klimaatcrisis. Bovendien sterven ook meer mensen van kleur in de Verenigde Staten aan het coronavirus, onder andere omdat zij meer in aanraking komen met gevaarlijke stoffen door milieuvervuiling en daardoor vaker aandoeningen hebben die hen extra kwetsbaar maken.
Amerikaanse klimaatactiviste Leah Thomas richtte recent een platform over intersectioneel klimaatbewustzijn op. Met talrijke bronnen en informatie wil ze zoveel mogelijk mensen bewust maken van de verbondenheid tussen sociale ongelijkheid en de gevolgen van de klimaatcrisis.
“Milieuactivisten zijn meestal vooruitstrevende mensen die oprecht streven naar een betere planeet voor de komende generaties. Ze kopen herbruikbare bekers, dragen ethisch gefabriceerde kleding en komen op voor bedreigde diersoorten. Toch doen velen niet hetzelfde voor de zwarte levens die op het spel staan. Misschien is het gewoon niet duidelijk waarom ze dat wel zouden moeten doen. Als zwarte milieuactivist had ik het daar enorm moeilijk mee. Waarom wordt vechten voor mijn bestaan beschouwd als een optionele toevoeging aan klimaatrechtvaardigheid? Tijdens klimaatprotesten strijd ik regelmatig aan de zijde van witte milieuactivisten, maar ik heb me ook al in de steek gelaten gevoeld als bruine en zwarte mensen weer eens het slachtoffer werden van milieu-onrechtvaardigheid. Het is tijd om het te hebben over hoe de Black Lives Matter-beweging en de klimaatbeweging met elkaar verbonden zijn”, aldus Thomas.
Systematische, lokale milieuvervuiling in de VS
“Wat veel mensen niet begrijpen is hoezeer er wereldwijd een onevenredig vervuilende impact is op kwetsbare gemeenschappen van kleur, maar vooral in de Verenigde Staten omdat we zo consumptiegericht zijn”, zegt Guy Williams, CEO van milieu-organisatie Detroiters Working for Environmental Justice. 84 procent van de inwoners van Detroit, de meest vervuilde stad in de staat Michigan, is zwart. Bovendien lijden veel gemeenschappen van kleur die in vervuilde buurten in Detroit leven en in giftige omstandigheden werken, onder armoede. De organisatie komt op voor al die kwetsbare mensen, zodat ook zij in een propere en gezonde stad kunnen werken en leven.
Dat de allereerste tekenen van de globale beweging voor klimaatrechtvaardigheid toegeschreven worden aan mensen van kleur, meer specifiek zwarte Amerikanen, is geen toeval. Gekleurde en arme Amerikaanse burgers wonen sinds jaar en dag in de meest vervuilde buurten van de VS en dat is opnieuw, geen toeval. Amerikaanse milieuactivisten toonden aan dat in de Verenigde Staten gekleurde, zwarte en arme gemeenschappen systematisch plaats moeten maken voor de komst van voorzieningen of bedrijven die een negatieve impact hebben op het wereldwijde, maar ook lokale milieu. Klimaatracisme is niet zomaar een term, maar een statistisch onderbouwd feit.
In 1983 werd bewezen dat drie vierde van de stortplaatsen voor schadelijk afval in acht Zuidoostelijke staten in de VS gelegen waren in voornamelijk arme, Afro-Amerikaanse en Latino-gemeenschappen. Later in de jaren 80 werd het rapport Toxic Wastes and Race in the United States gepubliceerd: opnieuw een staalhard bewijs van klimaatracisme. Uit het rapport bleek dat iemands ‘ras’ de belangrijkste factor was voor de keuze van de plaats waar toxisch afval gestapeld zou worden. De locatie van deze gevaarlijke afvalstortplaatsen in gekleurde gemeenschappen was het doelbewuste resultaat van het lokale, staats- en federale beleid inzake ruimtelijke ordening.
Dit klimaatonrecht kreeg in de VS in 1991 nationale aandacht toen voor het eerst honderden verschillende leiders van kleur inzake milieurechtvaardigheid samenkwamen in Washington. Uit de top kwam, samen met zeventien principes van klimaatrechtvaardigheid, een oproep tot actie voort. Actief antiracisme werd binnen ecologische duurzaamheid het basisbeginsel van klimaatrechtvaardigheid. De zeventien principes zijn onder andere gebaseerd op een zaak die Robert Bullard, vandaag ‘vader van milieurechtvaardigheid’ genoemd, tegen de staat Texas aanspande. Eind jaren 70 ontdekte hij – na lang opzoekwerk – dat tussen 1930 en 1978 82 procent van al het afval in Houston in zwarte wijken gedumpt werd en dat dit geen willekeurig, maar een structureel probleem was.
Bullard was ook op de top aanwezig en definieert milieurechtvaardigheid als volgt: “Het is het principe dat alle mensen recht hebben op gelijke milieubescherming, ongeacht ras, kleur of nationale afkomst. Het is het recht om te leven en te werken en als kind te spelen in een veilig en proper milieu.” Toch is er wereldwijd in veel gemeenschappen van die rechtvaardigheid geen sprake en is er sinds de bijeenkomst niet veel veranderd voor de zwarte gemeenschap in de VS.
De Verenigde Staten vandaag
Zwarte Amerikanen met een lagere sociaaleconomische status worden nog steeds in hogere mate blootgesteld aan fijnstof dan witte Amerikanen. Fijnstof vermindert de levensverwachting van elke persoon met een gemiddelde van een jaar. Dit komt door de verhoogde kans op hart- en vaatziekten, luchtwegaandoeningen en longkanker. Jaarlijks sterven wereldwijd ongeveer zeven miljoen mensen aan de gevolgen van luchtvervuiling.
In 2016 werd het drinkwater in Newburg, een stad in New York, besmet met de chemische stof perfluoroctaansulfonzuur (PFOS). Deze chemische stof bleek van de Stewart Air National Guard Base te komen, waar ze brandblusschuim met PFOS-geladen deeltjes gebruikten sinds de jaren 80. Het chemische product was in de grond gedrongen en kwam in Washington Lake terecht, dat 30.000 mensen van drinkwater voorzag. De bevolking is er voor vijftig procent Latino en voor dertig procent zwart. Ongeveer een derde van de inwoners woont er onder of nét op de federale armoedegrens. Blootstelling aan PFOS staat in verband met een hoog cholesterolgehalte, een verzwakt of falend immuunsysteem en verstoring in de hormoonhuishouding.
Ook de watercrisis in Flint, een stad in Michigan waar het merendeel van de inwoners Afro-Amerikaans is, getuigde van systematisch racisme. Een gevaarlijke hoeveelheid lood kwam, toen de stad overgeschakelde naar een andere waterbron, in het drinkwater van de inwoners terecht. Verschillende inwoners van de stad kregen meerdere gezondheidsproblemen, die voortdurend door overheidsambtenaren genegeerd werden. Lood kan het hart, de nieren en de zenuwen aantasten en bij kinderen kan blootstelling aan lood een verlaagd denkvermogen, gedragsstoornissen, gehoorproblemen en een late puberteit veroorzaken.
Nog een ander voorbeeld is het hoog aantal kinderen in Detroit (Michigan) dat met astma kampt. Uit een rapport van de NAACP van 2017 bleek dat in Detroit 2.402 zwarte kinderen per jaar astma-aanvallen krijgen als gevolg van luchtvervuiling door gas- en oliebedrijven en daardoor 1.751 schooldagen missen. Wat ook zeker niet vergeten mag worden is de bekende ‘Cancer Alley’, een gebied langs de Mississippi-rivier in Louisiana, waar in zwarte gemeenschappen zoals St James Parish het risico op de ontwikkeling van kanker 700 keer zo groot is als het nationale gemiddelde.
Ook andere steden in de VS kregen en krijgen nog steeds te maken met dit soort milieucrisissen. Er zijn talloze voorbeelden van vervuilde zones, waarbij de gezondheid van arme gemeenschappen van kleur opgeofferd wordt voor het economische belang van vervuilende, industriële sites. De vervuiling en de klachten die ermee gepaard gaan, worden systematisch genegeerd, tot er zich een ramp voordoet en mensen geëvacueerd moeten worden.
De link met het coronavirus
Dokter Fauci zei tijdens een briefing van het Witte Huis op 7 april het volgende: “We weten al geruime tijd dat minderheidsgemeenschappen in de Verenigde Staten harder getroffen worden door ziekten als astma, hypertensie, obesitas en diabetes, en dan vooral Afro-Amerikanen.” Voornamelijk voor mensen die al zo’n onderliggende kwaal hebben, kan het coronavirus heel gevaarlijk tot zelfs dodelijk zijn.
Uit bovenstaande feiten wordt duidelijk dat die onderliggende kwalen niet van nature méér voorkomen in zwarte gemeenschappen. Het zijn systematische factoren – zoals onder andere moderne segregatie en onderrepresentatie van zwarte mensen in de raden van bestuur – die er voor zorgen dat arme gemeenschappen van kleur in de meest ongezonde buurten wonen, waardoor ze blootgesteld worden aan gevaarlijke stoffen in zowel de lucht, als hun drinkwater en eten. Net omdat mensen van kleur meer te maken krijgen met aandoeningen door milieuvervuiling, hebben ze meer kans om te sterven aan de gevolgen van het coronavirus. In Chicago, waar maar een derde van de bevolking zwart is, was 72 procent van de inwoners die stierven aan de gevolgen van het virus zwart.
Meer mensen van kleur in klimaatbewegingen
Naast de ontelbare onrechtvaardigheden waar mensen van kleur mee geconfronteerd worden, kaart marienebiologe en beleidsmaker Ayana Elizabeth Johnson ook milieu-onrechtvaardigheid ten opzichte van deze etnische groepen aan. “Als we de klimaatverandering succesvol willen aanpakken, hebben we meer mensen van kleur nodig. Niet alleen omdat we diversiteit moeten nastreven, en ook niet omdat diversiteit leidt tot betere besluitvorming en effectievere strategieën, maar omdat zwarte mensen en de Latino-bevolking zich aanzienlijk meer zorgen maken over de klimaatverandering dan witte mensen (respectievelijk 57 en 70 procent versus 49 procent). Dat betekent dat meer dan 23 miljoen zwarte Amerikanen zich al diepgaand bekommeren om het milieu en veel zouden kunnen bijdragen aan de enorme hoeveelheid klimaatwerk dat we nog voor de boeg hebben.”
Foto: damienconway30, Flickr / CCBY-NC-SA.2.0