Deel: 4 Van kwaad naar erger

Deel: 4 Van kwaad naar erger

woensdag 16 januari 2019 17:40
Spread the love



Bron: Pixabay

Een goed begin

Nochtans was het jaar goed ingezet. In vijf omliggende gemeenten werd een groepsaankoop voor zonnepanelen opgestart. Toen we in 1974 onze woning kochten zochten we al naar mogelijkheden om alternatieve energie te integreren. Zo zei Ann begin 2009: “Eindelijk gaan we onze oude droom dan toch nog kunnen realiseren”. Het leek dus met haar weer goed te gaan.

Begin van het jaar moest ik op de bank zijn en ik merkte dat ons gezamenlijke koffertje geblokkeerd was. Ik besloot er niets over te zeggen om weer geen ruzie uit te lokken maar zou haar er gewoon mee confronteren.

Op een dag nadat we inkopen hadden gedaan reed ik geheel onverwachts voor Ann langs de bank. Toen we daar stopten merkte ik dat Ann erg zenuwachtig werd. Ik besloot door te zetten. In de kofferzaal konden we natuurlijk niet in het koffertje. Ik keek naar Ann die er angstig, bevreemd kijkend bijstond. Een bankbediende werd er bijgehaald en het koffertje werd opengemaakt. Met de inhoud leek niets mis te zijn. De blokkering werd ongedaan gemaakt en we vertrokken naar huis. Onderweg vroeg ik haar waarom ze dat gedaan had. Met een ongerust, angstig gezicht schudde ze haar hoofd en zei dat ze dat zelf ook niet wist, maar dat het goed was voor haar gemoedsrust. Ik wist niet wat ik ervan moest denken. Waar kwamen al die vreemde gedragingen toch vandaan. Ik zag er geen directe reden of aanleiding toe. En ik was zeker niet de enige die er niets van begreep. Dat zou nog erg schrijnend duidelijk worden.

Ik bleef op mijn hoede. Ik controleerde regelmatig of de sleutel van het bankkoffertje nog wel op zijn plaats lag. Een paar weken nadat we naar de bank waren geweest was de sleutel verdwenen. Uiteraard sprak ik Ann hierover aan en vroeg haar waar die sleutel was gebleven. “Die is veilig antwoordde ze”. “Oké Ann, waar is die dan, ik heb ook recht te weten waar die sleutel is, stel dat er iets met jou gebeurt dan moet ik toch bij die sleutel kunnen”. “Je moet je geen zorgen maken, die sleutel is veilig”. Natuurlijk maakte ik me zorgen. Niet in de eerste plaats om de sleutel zelf, maar vooral om haar vreemde reactie en alle reacties van de laatste tijd. Regelmatig kwam ik terug op het probleem, maar kreeg telkens nietszeggende antwoorden. Dat heeft zo 14 dagen geduurd waarbij de spanning steeds verder opliep tot uiteindelijk een bom is ontploft.

Nu volgt ongetwijfeld, voor mij, één van de moeilijkste delen van dit afschuwelijke verhaal.                                                                                                                             Het was rond 19 uur. Ann zat in de zetel voor de salontafel een boterham te smeren. Van heel de dag was geen communicatie mogelijk geweest. Ik wilde nogmaals proberen een gesprek aan te kopen. Zij reageerde niet. Ik wilde haar bij de schouders nemen om haar aandacht te krijgen. Op dat ogenblik boog zij naar voren. In plaats van mijn handeling bij te sturen zoals ik normaal zou doen ging ik, verblind door frustratie, onbegrip, angst, pijn en boosheid om zoveel onverschilligheid gewoon verder. Mijn handen grepen in het niets en gingen gewoon verder naar elkaar toe. Zo miste ik haar schouders en kreeg ik haar mooie lange haar in mijn handen. Ik wilde mijn lieve Ann dichter naar me toe halen om haar aandacht te krijgen. In plaats daarvan trok ik haar bij haar haar naar me toe! Dat moet haar verschrikkelijk pijn hebben gedaan. Opeens stortte mijn hele wereld in. Op datzelfde ogenblik heb ik zowat alle mogelijke emoties ervaren die er zijn. Gaande van een gruwelijke afschuw voor wat gebeurd was over angst, pijn, verdriet, een onmetelijke woede voor mezelf, onmacht om ongedaan te maken wat gedaan was, kortom alle negatieve gevoelens die ik binnen in mij vond kwamen naar boven om uiteindelijk te eindigen in een overweldigend gevoel van totale en onvoorwaardelijke liefde voor en verbondenheid met mijn lieve Ann zoals ik dat nooit eerder had ervaren maar die ik nu ongewild had pijn gedaan. Dit alles heeft misschien een fractie van een seconde geduurd waarna ik me vol walging voor mezelf heb afgewend. Ik kon geen woord meer uitbrengen. Het is pas de volgende morgen dat ik in staat was haar mijn zeer oprechte verontschuldigingen aan te bieden. Die pijn, die afschuw, dat verdriet, die schuld zal ik de rest van mijn leven met me meedragen. Welke vorm van boetedoening dan ook zal dit nooit kunnen uitwissen. Het doet mij nog steeds evenveel pijn als op het moment zelf. En dat is goed.

Politie



Bron: Flickr

Enkele dagen later stond een insp. van politie voor de deur en vroeg of hij met mij kon praten. Ann was thuis en wilde bij het gesprek aanwezig blijven. Aangezien zij klacht was gaan neerleggen en ik daarbij ook niet aanwezig was heb ik dat uit principe geweigerd, waarop Ann de kamer verliet. Misschien had ik haar er beter bij laten blijven maar toen leek me dat een logische gang van zaken. “Jij gebruikt cannabis”, was zijn eerste opmerking. “Je beseft toch wel hoe gevaarlijk dat is”. Al vlug had ik hem duidelijk gemaakt dat ik niet iemand ben die zomaar, eender wat gaat gebruiken zonder me eerst degelijk te hebben geïnformeerd. Dat ik gewoon mezelf probeerde te helpen waar mijn dokter in gebreke bleef. Het duurde dan ook niet lang of hij gaf toe dat ik er heel wat leek over te weten (waarschijnlijk meer dan hijzelf) maar dat het niet de reden was van zijn komst. Hij begon over de gebeurtenissen van de voorbije dagen. Ik legde hem uit wat ik de laatste tijd had ervaren met Ann en gaf toe dat het uiteindelijk voor mij allemaal te veel was geworden met het gekende gevolg. Natuurlijk had hij onmiddellijk een oplossing klaar. Ik had maar moeten incasseren, aanvaarden en gewoon afwachten tot er zich iets ernstig voordeed en dan had ik maar moeten zien hoe ik het probleem met de sleutel zou hebben opgelost. M.a.w. wachten tot de crisis niet meer hanteerbaar is en dan proberen de stukken te lijmen. De beste stuurlui staan altijd aan de wal maar zij hoeven natuurlijk nooit te laveren op de woeste golven voor een rotsachtige kust. Ann werd er bijgehaald en hij vroeg haar wanneer ze die sleutel zou terugbezorgen. Even leek ze van haar stuk gebracht, onthutst dat deze politieagent haar geen gelijk leek te geven. Toen zei ze bedremmeld: “Morgen”.                                                                       De agent leek hier tevreden mee, maar waarom kon dat niet meteen, zodat duidelijk werd dat haar gedrag onaanvaardbaar was. Ik wilde echter (nog steeds niet begrijpend) de zaak niet op de spits drijven en ging akkoord. De volgende dag gebeurde er niets, geen communicatie, geen sleutel. Tot ‘s avonds vlak voor Ann ging slapen kwam ze naar me toe en overhandigde me de sleutel. Ik bekeek haar en stelde de eeuwige vraag: “Waarom?”. Vertwijfeld schudde ze haar hoofd, dat wist ze niet. Wat moest ik daar nu weer mee? Als ze het niet wist had doorvragen geen zin. Dus gaf ik haar de sleutel terug en zei haar dat ze die maar terug op zijn plaats moest leggen. Twee weken later was de sleutel opnieuw verdwenen!  Ik wist totaal niet meer hoe te reageren, als ik dat al ooit heb geweten, dus reageerde ik maar niet. Zwijgen kan niet verbeterd worden zegt het spreekwoord.

Sinds enige tijd was ze lid geworden van een tai-chi groep. Ik hoopte dat ze daar wat rust zou vinden. Ikzelf bleef zoeken naar antwoorden want borderline leek wel in de goede richting te zitten maar die aandoening manifesteert zich meestal in de adolescentie of de vroege volwassenheid. Dus ook dat dekte misschien niet de hele lading.

Het familiefeestje



Bron: Flickr

In juni kregen we een kaartje van Sophie en Mark. Zij zouden het familiefeestje organiseren op 9 augustus. Zij vroegen ons te laten weten of we zouden komen zodat  rekening kon worden gehouden voor het eten.

Natuurlijk zouden we gaan.

Een uur voor we zouden vertrekken betrapte ik Ann erop dat ze naar Mark aan het bellen was. Ik hoorde haar nog net zeggen: “Mark, laat hem niet binnen want hij komt de boel op stelten zetten”. Ik nam de telefoon over en vroeg Mark of ik welkom was. “Neen”, was het antwoord, “je bent niet meer welkom”. Omwille van de lieve vrede en vooral omdat ik er geen bal van begreep ben ik maar thuisgebleven. De zoveelste foute reactie?

Verdomme wat was er toch aan de hand?

Hoe moest ik nu weer reageren? Hoe kon ik erger voorkomen? Waar kon ik antwoorden vinden? Wie kom me helpen? En achteraf bekeken, waarom zag ik geen verband met een mogelijke medische oorzaak? Waarom leek zij op al die woede-uitbarstingen na perfect normaal te functioneren met haar werk van de academie en haar activiteiten met de tai-chi? Wat had ik gedaan om dit allemaal uit te lokken? Waarom was met Nancy geen normaal contact meer mogelijk sinds zij in 2007 was komen vertellen dat wij maar uit elkaar moesten gaan? Was ik dan toch echt zo slecht als Ann en Nancy leken te denken? Vragen, vragen en nog eens vragen maar geen afdoende antwoorden.

Intussen bleef de dolle rit op de roller-coaster doorgaan. Op een dag kwam Ann thuis en zei dat ze een breimachine ging kopen. Een vriendin had er een staan waar ze niets  mee deed en die ze kon kopen voor 500 euro. Ik vind 500 euro veel geld voor iets waar je toch niets aan hebt. Haar twee grote weefgetouwen en toebehoren namen al veel plaats in beslag. Voor een breimachine was niet eens nog plaats. Bovendien, wat zou ze ermee doen? Toen ik die vraag stelde had ze onmiddellijk een antwoord klaar: “Ik ga er al mijn weefgarens mee opwerken om truien te breien”. Ik nam haar mee naar de slaapkamer en trok alle kasten open en vroeg waar zij nog een plaatsje vond om er nog maar eens een trui tussen te proppen. Ik kreeg geen antwoord. Dat was er ook niet. Een paar dagen later zei ze dat ze toch die machine zou gaan kopen. Ik vertelde haar dat we daarvoor geen plaats meer hadden en dat wanneer ze ermee zou thuiskomen er maar één ding zou opzitten en dat was het spul naar het containerpark te brengen. Daarna was dat hoofdstuk afgesloten.

Opnieuw eenzaam kerstmis



Bron: Wikimedia Commons

Dat jaar viel me iets op aan de wenskaartjes die we kregen. Elk jaar verstuurde Ann kerst- en nieuwjaarskaartjes aan de familie en de ganse vriendenkring. Dat jaar viel op dat op geen enkel kaartje dat we terugkregen mijn naam nog voorkwam. Toen besefte ik hoever mijn sociale uitsluiting intussen gevorderd was. Maar op het kaartje van Francine, Ann haar boezemvriendin, stond een opvallende mededeling: ‘Bedankt Ann voor die vele attenties’. Wat bedoelde ze daarmee? Ging dat over de vele geschenkjes die ze had uitgedeeld? Eerder dat jaar was me nog iets opgevallen. Elk jaar organiseerde de academie een busreis naar enkele musea. Dat jaar ging de reis naar Nederland. Op een dag gingen we naar de bank omdat zij haar deelname moest betalen. Ik moest maar buiten wachten. Vreemd. Dus deed ik dat niet en ging mee naar binnen. Daar zat Ann duidelijk verveeld mee. Toen we aan het loket kwamen begreep ik waarom. Ze betaalde niet alleen voor zichzelf maar ook voor een andere vriendin van de academie. Ik waarschuwde haar nadien dat als ze haar vriendschappen ging ‘kopen’, die vriendschappen wel eens vlug zouden kunnen eindigen. Met een bedrukt gezicht gaf ze toe dat ze dat wist. Blijkbaar had ik in de roos geschoten.

Kerstavond bracht ik opnieuw alleen door. Vroeger kwamen Nancy en Danny kerstavond bij ons doorbrengen. Ze bleven slapen en de volgende dag gingen ze naar de ouders van Danny. Na het bezoekje begin 2007 is dat niet meer gebeurt en bracht ik kerstmis telkens alleen door.

Begin 2010 merkte ik dat Ann opnieuw naar een psychologe bij het CAW ging. Ik besloot mezelf aan te melden. De psychologe van dienst had snel door dat mijn verhaal en dat van die andere cliënte verdacht overeenkwamen. Ze vertelde dat Ann precies hetzelfde had verteld als wat ik haar vertelde. Ook Ann had dus behoefte aan herstel, maar waarom dan al die valse beschuldigingen, waarom kon niet meer gewoon met elkaar gepraat worden. Het gaf me hoop dat als we beiden onafhankelijk met dezelfde psychologe konden praten er mogelijk een brug kon geslagen worden. Maar dat was buiten de psychologische denkwereld gerekend. ‘Out of the box’ denken was daar niet bij. Ik moest maar een andere psycholoog zoeken. Het was duidelijk dat overleg tussen huisdokter, psycholoog en psychiater nooit mogelijk was geweest. Het was zelfs zo dat op een bepaald ogenblik ze beiden onafhankelijk van elkaar medicatie voorschreven zonder onderling overleg. En Ann slikte maar. Op overleg tussen twee psychologen moesten we dus ook al niet rekenen. Op die manier worden zoveel kansen gemist, allemaal onder het mom van het heilige beroepsgeheim dat in deze gevallen echt wel in het nadeel speelt van de patiënten. Nochtans vermeldt de wet op de patiëntenrechten het gedeeld beroepsgeheim. Maar dat is voor veel zorgverstrekkers een brug te ver, of te ingewikkeld of bestaat er te grote angst door hun beroepsvereniging of door justitie teruggefloten te worden. Zo kwamen we nooit opnieuw dichter bij elkaar terwijl die psychologe er juist de nadruk had op gelegd hoezeer wij met dezelfde hoop en verlangens zaten.

Vandaag weet men hoe belangrijk het is dergelijke zeer complexe problematiek multidisciplinair aan te pakken. Waarom is dat dan nooit gebeurd. Waarom schreef de toenmalige huisdokter medicatie voor onafhankelijk van wat de psychiater voorschreef zonder overleg en schreef die psychiater dan ook nog eens pillen voor zonder dat de huisdokter daarvan wist. En waarom bouwde een andere huisdokter de pillen van de psychiater af terwijl ik zeker weet dat er nooit overleg was tussen beiden. M.a.w. ieder deed gewoon zijn ding zonder rekening te houden met de ander. Zo werden mogelijk veel te veel medicijnen gegeven die misschien ook nog eens een interactie met elkaar hadden en dus onverwachte bijkomende problemen konden geven.

Eindelijk hulp van een medestander

Ik besloot contact te nemen met Wim, de oudste broer van Ann. In maart 2010 zou hij naar België komen en we zouden elkaar op 8 maart ontmoeten in de Muze in Antwerpen.

Na vele koffies en een middag lang praten waarbij ik zo goed als mogelijk mijn verhaal deed was het voor Wim duidelijk dat het probleem niet bij mij lag. Hij zou twee dagen later een gesprek met Ann hebben. Op 10 maart is Ann naar Antwerpen gereden en hadden zij hun gesprek.

 

take down
the paywall
steun ons nu!