Hoe komen we tot dit cijfer?
We hielden een enquête bij onze delegees. We vroegen hen welke voordelen er bestonden in hun bedrijf en of uitzendkrachten die ook kregen. Meer dan 500 delegees uit 500 bedrijven vulden de enquête in.
De resultaten:
21procent van de uitzendkrachten krijgen geen maaltijdcheques, 60 procent geen ecocheques en 65 procent geen CAO90. Nochtans hebben ze daar wel recht op als de vaste werknemers die krijgen. Dat is bij wet zo vastgelegd. Maar de praktijk blijkt minder rooskleurig.
Geen enkele uitzendkracht krijgt een groepsverzekering of hospitalisatieverzekering. De wet maakt dit zelf onmogelijk. Maar het blijft niettemin een voordeel dat je als uitzendkracht misloopt ten opzichte van de vaste werknemers.
De berekening:
Op basis van de enquête weten we dus welke voordelen uitzendkrachten mislopen. De volgende stap was om deze voordelen te becijferen. We zochten de gemiddelde waarde van deze voordelen op en berekenden wat dat betekent per gewerkte week.
Uitzendkrachten kunnen dus tot 91 euro per week minder verdienen dan vaste werknemers. Dit is uiteraard een worst-case-scenario: namelijk een uitzendkracht die geen enkel voordeel krijgt vergeleken met een vaste werknemer die alle voordelen krijgt.
Gelijk loon voor gelijk werk
Dat is het basisprincipe. Maar we stellen vast dat dit basisprincipe in de praktijk niet wordt nageleefd. Daarom pleiten we voor de invoering van een extra premie. Die premie moet de voordelen compenseren die vaste werknemers krijgen, maar die uitzendkrachten dikwijls aan hun neus voorbij zien gaan.