Afgelopen woensdag kwam Jean-Luc Mélenchon zijn aanhangers toespreken in het Grand Palais te Rijsel. Voortgestuwd door de goeie peilingen was er ook dit keer niet genoeg plaats in de zaal en moest een aanzienlijk deel van het publiek de speech buiten volgen op groot scherm.
Enkele weken eerder waren we ook in Rijsel om die andere linkse kracht aan het werk te zien: Benoît Hamon. In die paar weken tijd zijn de kaarten grondig door elkaar geschud en is Hamon van een 13 % in de peilingen naar 9 getuimeld. Mélenchon daarentegen steeg naar de top met 20 % van de stemmen, hij doet hierbij haasje over met Fillon en komt binnen het vizier van Le Pen en Macron. Als we rekening houden met de laatste peilingen en foutmarges staan de vier kandidaten op gelijke hoogte met ongeveer 20 % van de stemmen. Voor Fillon mag dit een wonder heten na alle schandalen die hem ten deel vielen. De verkiezingen beloven dan ook zeer spannend te worden, aangezien slechts twee kandidaten naar de volgende ronde gaan.
Mélenchon werd in deze campagne nooit echt serieus genomen. Nu het echter niet onwaarschijnlijk is dat hij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen overleeft maken steeds meer kranten – en nieuwsredacties zich grote zorgen. Ook het MEDEF , de Franse werkgeversorganisatie, schiet met scherp dezer dagen. Het MEDEF kon zich trouwens enkel vinden in het economisch programma van Macron en Fillon, de rest noemen zij ‘verkopers van dromen’. Iets waar Mélenchon met een kwinkslag op reageert: ‘als socialisten verkopen we geen dromen, we verdelen ze!’ Ook op de kritiek dat zijn campagne gedragen wordt door communisten reageert hij laconiek: ‘Et Alors? C’est des brave gens, des communistes’.
Dat iemand als Mélenchon zo populair kan worden, en zelf de populairste onder de jeugd, met een schaamteloos links programma heeft veel te maken met de degout die vele kiezers hebben van de vorige machthebbers, Sarkozy en Hollande. Zij zijn er beiden niet in geslaagd om ,,onder andere de torenhoge werkloosheid van om en bij de 10 % te doen dalen. Brice Teinturier, onderzoeker van IPSOS, waarschuwde afgelopen woensdag in knack voor een zeer lage opkomst tijdens verkiezingen. Hij omschrijft een groep van (non)kieziers die de voorbije jaren steeds groter wordt, de zogenaamde Prafisten (plus rien à faire, plus rien à foutre). Zij vormen momenteel een groep van om en bij de 30 %.
Daarbovenop gelooft 88 % (!) van de Fransen dat de meeste Franse politici corrupt zijn. In zo’n politiek klimaat mag het niet verwonderen dat de overige stemmen naar diegene gaan die verandering prediken (Le Pen, Macron, Melénchon en zelf Hamon).
De waarschuwing van Hollande voor Mélenchon (zijn enige teken van leven tijdens deze presidentscampagne) lijkt dan ook eerder een omgekeerd effect te hebben.
Ondertussen hoedt Macron zich ervoor om niet teveel beroepspolitici in zijn team te laten, zijn project straalt anders niet meer de zogenaamde verandering uit waar hij het zo vaak over heeft.
De belangrijkste weerstand voor Mélanchon komt echter van degene bij wie hij ideologisch het dichtst aanleunt. Hamon liet dit weekend in Libération optekenen dat hij niet uit deze campagne stapt en Mélenchon niet wil steunen. Mélenchon wil namelijk (na referendum) uit de E.U. stappen indien bepaalde regels niet socialer worden. Ook Phillipe Poutou, de kandidaat van het anti-kapitalistische NPA, behaalt momenteel ongeveer 2% van de stemmen. Dit kan ervoor zorgen dat Mélenchon de tweede ronde net niet haalt.
Volgend weekend weten we meer in wat een historische verkiezingsdag kan worden.