In
een aantal van de vijftien landen van de Southern African Development
Community1
(SADC) is de
oogst met 90 procent gekrompen, zegt een SADC-rapport van juni 2015.
Een mix van onregelmatige regenval, hoge temperaturen en
overstromingen heeft ervoor gezorgd dat 27 miljoen van de 292 miljoen
mensen in de zuidelijke regio tegen het einde van het jaar
afhankelijk zullen zijn van voedselhulp.
De
leiders van onder meer Namibië, Lesotho, Zambia, Mozambique,
Zimbabwe, Botswana en Zuid-Afrika zitten sinds 18 augustus samen in
Gaborone, hoofdstad van Botswana, om de noodtoestand te bespreken. Er
wordt niet verwacht dat ze een gemeenschappelijke oproep zullen doen
voor hulp, maar wel dat “individuele landen dat gaan doen”, zegt
Margaret Nyirenda van SADC in de krant The Zambezian.
Van
de SADC-landen zijn Malawi, Zimbabwe, Namibia en Botswana het ergst
getroffen door de huidige voedselcrisis. Zimbabwe zal naar verluidt
49 procent minder voedsel produceren en 700.000 ton graan moeten
invoeren om zijn bevolking te kunnen voeden. Vicepresident van
Zimbabwe Emmerson Mnangagwa deed al een oproep naar de
ontwikkelingsagentschappen en de privé-sector voor financiële
steun.
Malawi,
derde grootse maïsproducent van de regio, moet door overstromingen
eerder in 2015, een beroep doen op buurland Zambia om aan de vraag
naar voeding te kunnen voldoen. Naar schatting 2,8 miljoen inwoners
van Malawi verwachten tegen eind van 2015 voedseltekorten.
Ondertussen
beleeft Botswana de ergste droogte in 30 jaar en stevent de regionale
graanschuur Zuid-Afrika af op een productieverlies van 31 procent.
Zuid-Afrika zal naar schatting 600.000 ton maïs moeten invoeren om
het tekort op te vangen en om aan zijn contractuele verplichtingen
voor de export te kunnen voldoen.
Bron: Southern
African leaders meet as region faces food crisis
1 Angola,
Botswana, DR Congo (Kinshasa), Lesotho, Madagascar, Malawi,
Mauritius, Mozambique, Namibia, de Seychellen, Zuid-Afrika,
Swaziland, Tanzania, Zambia en Zimbabwe