Lichaamstaal verraadt veel. Waar Van Overtvelt zondag nogal zuur in de lens van de camera
tuurde (terwijl hij toch in zijn aangename tuin geïnterviewd werd over het ‘Nee’
van de Grieken) was hij voor zijn doen bijna euforisch gisteren. Het is weer ‘business
as usual’ en dan voelen die Ecofin-lieden zich op hun best. Geen ‘bizarre’
gesprekspartners meer. “There is no alternative” voor mensen in strak pak om
zich over de cijfertjes te buigen, zie je ze denken. En die quote van JVO in
het nieuws gisteren “er is blijkbaar maar één regering die niet begrijpt hoe
urgent de situatie is, de Griekse’, tja. Wie hem zag sidderen bij de nakende
nog grotere ellende in Griekenland, in geval van een complete meltdown, mag
zijn vinger opsteken. Idem dito voor de meeste van zijn collega’s.
Hier wil ik echter aangeven dat de wijze waarop we in kwaliteitsmedia
over de Griekse kwestie worden onderhouden – beetje verkeerde woordkeuze -,
mijns inziens minder te maken heeft met
de manier waarop journalisten uit de bocht gaan (al zijn er wel voorbeelden) of
opiniemakers (die recht op hun mening hebben, aan welke kant ze ook staan),
maar eerder met de enorme tsunami aan quotes, al of niet verraderlijke
zinnetjes, interviews en dergelijke met de protagonisten in het verhaal, die op
de publieke opinie afkomen.
Bij de “instellingen” en hun aanhang in verantwoordelijke
posities zijn ze domweg met een pak meer, dan het Griekse kamp (en de Griekse aanhang
bij andere Europese partijen, die in de media geraken). Alleen al in de Ecofin
is dat het geval. Opvallend trouwens hoe graag die lui tegenwoordig
geïnterviewd worden, terwijl je er vroeger nooit wat van hoorde. Een en ander
zorgt voor disproportionaliteit, ook al geef je als journalist die quotes en
interviews soms gewoon voor wat ze waard zijn (en moet gezegd dat Varoufakis op
zijn eentje wel 10 Ecofin’ers waard was).
Een bloemlezing uit het recente oeuvre van “de instellingen”
en hun aanhang: “Eurozone calls on Greek to government “to get serious” “ (grote kop gisteren in The Guardian). Je zou er
bijna van gaan huilen, van zo’n titel, maar hij gaf wel degelijk weer hoe de
top van EU de zaken “framede” gisteren.
Ivo Belet, CD&V Europees parlementslid, die aangaf na
het referendum, “De emoties en het debat
hebben hun forum gehad. Nu is het tijd dat de rede terugkeert en dat er
beslissingen worden genomen.” (ook al stelde hij wel een aantal
zaken in de rest van zijn blog, waar ik min of meer mee kan instemmen).
Juncker die het niet kan pruimen om als ‘terrorist’ weggezet
te worden, samen met kornuiten als Schulz en co. Breed uitgemeten in onze pers
(maar dat kun je die laatste niet verwijten, da’s gewoon relevant nieuws). Lagarde
die vond dat de discussies best plaatshebben met “volwassenen”. Verhofstadt die het vandaag presteert om
Tsipras aan te manen om een “echte leider” te zijn ipv een “valse profeet” (dit
van de kampioen in de opgesmukte begrotingen). Als hij het Oude Testament nog eens
raadpleegt, kan ik hem en de rest van de “instellingen” alvast Genesis aanbevelen.
Het is
nuttig om een (wel erg degoutante) quote van Schulz na het referendum, waarin
hij pleit voor humanitaire hulp, in zijn geheel weer te geven: “Ordinary citizens, pensioners,
sick people or children in the kindergarten should not pay a price for the
dramatic situation in which the country
and the government brought the country now. Therefore a humanitarian
programme is needed immediately and I hope that the Greek government will make
in the coming hours meaningful and constructive proposals allowing that it is
meaningful and possible to renegotiate. If not, we are entering a very difficult and even dramatic time.” Weerzinwekkende framing, en ik wik
mijn woorden. Maar een journalist moet zoiets gewoon citeren, als hij die
woorden over zijn lippen krijgt.
Goeie journalisten duiden die quotes wel, maar let’s face it,
uiteindelijk blijven die quotes toch hangen bij veel mensen (en de duiding al
een heel pak minder), al was het maar subliminair.
Het zijn, behalve de Griekse leiders, eigenlijk maar
topeconomen (Piketty, Rodrik, de Grauwe et al) die vrij frequent weerwerk
bieden aan dit disproportionele spervuur van quotes van ‘beleidsmakers’ en
technocraten.
Daartegenover staat dat elke keer als je een
ooggetuigenverslag uit Griekenland zelf leest (bv. vanmorgen nog over de toestand
in Griekse apotheken), de term “terrorisme” van de instellingen wel degelijk
aangewezen lijkt. Een tip dus voor onze journalisten van kwaliteitsmedia:
schrijf eens een analyse over Juncker waarbij je nagaat of de term ‘terrorisme’
al of niet misplaatst is. En doe dat systematisch als ze quotes plegen, want ze
zijn – zoals gesteld – dus veruit in de meerderheid.