Het decreet is door de Vlaamse Regering bekrachtigd en verandert
de financiering van de sector volledig. Vandaag worden de
voorzieningen gesubsidieerd op basis van het aanbod dat ze
realiseren. Met het decreet krijgen de personen met een beperking een
budget waarmee ze hun eigen zorg (op maat) kunnen kopen.
Voor de eigenlijke invoering van het nieuwe financieringssysteem
zal het wachten zijn op de volgende nieuwe Vlaamse regering. Dit
decreet regelt enkel het wettelijke kader. De nieuwe regering zal het
decreet (geleidelijk aan) uitvoeren. Dat betekent dat heel wat
elementen uit de financiering vandaag nog niet concreet zijn. De
persoonsvolgende financiering bestaat uit een systeem met twee
trappen. De eerste trap geeft alle personen met een beperking een
gelijk basisondersteuningsbudget. De tweede trap wordt georganiseerd
door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en
geeft gespecialiseerde ondersteuning aan personen met een beperking
die dat nodig hebben. Maar de hoogte van de bedragen is nog niet
vastgelegd.
Bedenkingen bij het gelijk basisbudget voor iedereen
De LBC-NVK vraagt zich af hoe een zelfde basisbudget voor elke
persoon met een beperking te rijmen valt met zorg op maat. Die
verschilt per definitie van persoon tot persoon. Daardoor zal een
gelijk basisbudget voor de ene persoon te weinig en voor de andere
juist te veel zijn. Bovendien kan de ene persoon met een beperking
beroep doen op een uitgebreid sociaal netwerk, terwijl een andere
persoon geen of een uiterst klein netwerk heeft om op terug te
vallen. Om nog maar te zwijgen over de verschillen tussen een
(financieel) arme en een rijke persoon met een beperking. Al die
elementen tonen aan dat eenzelfde basisbudget voor iedereen met een
beperking in de praktijk niet verzoenbaar is met zorg op maat.
Zal de volgende regering het bedrag voldoende hoog maken, zodat er
kwalitatieve zorg mee kan worden betaald? Of zal de persoon met een
beperking noodgedwongen moeten kiezen voor minder zorg of zorg van
een slechtere kwaliteit? Is het om het even wie voor de zorg instaat
of wie de zorg organiseert? Voor de LBC-NVK is het van belang dat de
zorg gegarandeerd wordt door competente zorg- en hulpverleners en
organisaties die de persoon en niet de winst centraal stellen. Het is
duidelijk dat voor ons de nieuwe financiering niet mag leiden tot
sociale dumping.
Wit konijn
De financiering van de sector is uiteraard van groot belang, maar
de manier waarop die georganiseerd wordt mag geen doel op zich zijn.
Het moet een middel zijn om tot kwalitatieve zorg te komen. Daarom is
de persoonsvolgende financiering op zich geen oplossing voor de
wachtlijsten. Politici die schermen met het voorbeeld in Nederland,
waar de persoonsvolgende financiering al enkele jaren bestaat, zouden
beter eens gaan praten met Nederlanders met een beperking.
De enigen die in Nederland beter werden van dat systeem waren de aandeelhouders van de
commerciële bedrijven die de sector met overheidssteun hebben
ingepalmd. Tijdens een solidariteitsbezoek hebben we zelf vastgesteld
hoe hard de Nederlanders met een beperking erop zijn achteruitgegaan.
De overheid mag haar verantwoordelijkheid om te zorgen voor
voldoende, kwalitatieve en toegankelijke zorg niet van zich
afschuiven onder het mom van “personen met een beperking nemen
zelf de regie over hun eigen zorg in handen”.
Voorwaarden
Een belangrijk principe in de nieuwe financiering van de sector is
dat het sociaal netwerk rond de persoon met een beperking meer en
beter geactiveerd wordt. Daarnaast moeten de personen met een
beperking ook meer een beroep kunnen doen op de gewone reguliere zorg- en
welzijnssectoren, zoals de gezinszorg, de thuisverpleging, het
algemeen welzijnswerk, de centra voor geestelijke gezondheidszorg en
de kinderopvang.
\Moet kunnen. Maar dan moeten er wel twee belangrijke
voorwaarden vervuld zijn. Die sectoren moeten versterkt worden zodat
ze een nieuwe doelgroep kunnen bereiken en de nodige hulpverlening
kunnen geven. Daarnaast zal het aanbod in die sectoren uitgebreid
moeten worden. Wachtlijsten komen niet alleen in de sector van
personen met een beperking voor.
Meer doen met dezelfde middelen
Een ander veel bovengehaald cliché is “meer doen met
dezelfde middelen”. Laat sociale ondernemers in de sector met zo
weinig mogelijk regeltjes innoveren en ondernemen. Efficiëntiewinst
zal dan geboekt worden door de verhoging van de capaciteit, nog
flexibeler te werken en te verwachten dat werknemers multifunctioneel
en multi-inzetbaar zijn. Tegelijkertijd moet de zorg specifiek en op
maat zijn. Is dat allemaal mogelijk met dezelfde middelen?
Daar geloven wij niet in. In een aantal voorzieningen zien wij nu
al tot wat dat leidt. Meer doen met dezelfde middelen staat daar
gelijk aan op zoek gaan naar besparen op werknemers. Er wordt meer
flexibel gewerkt met meer deeltijdse contracten van bepaalde duur.
Met een groot personeelsverloop tot gevolg. De “sociale
ondernemers” in die voorzieningen proberen nu al de sectorale
loonafspraken te negeren. In de meeste gevallen weigeren zij om het
sociaal overleg te respecteren.
Grenzen aan flexibiliteit
Er is een grens aan flexibiliteit. De werkdruk in de sector is nu
al heel hoog. Uit de Vlaamse werkbaarheidsmonitor blijkt dat
werknemers in de sector onder enorme druk staan. De enige manier om
de wachtlijsten weg te werken is dan ook niet meer doen met dezelfde
middelen, maar het aanbod vergroten en versterken. En dat kan
enkel door bijkomend te investeren.
Een nieuwe financiering die leidt tot minder kwaliteit en de zorg
en een afbraak van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers
die, dag in dag uit, de zorg garanderen, zal de LBC-NVK nooit toestaan.
Een nieuwe financiering om kwalitatieve zorg op maat te geven, daar
tekenen wij onmiddellijk voor.
Fatiha Dahmani, sectorverantwoordelijke LBC-NVK
Het decreet in het Vlaams Parlement:
http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/showParlInitiatief.action?id=911920