Een grote enquête
in 20 landen laat zien dat mensen in het Westen erg negatief
zijn over de toekomst van hun jongeren. Zij denken dat jongeren het sowieso
slechter gaan krijgen dan hun ouders.
China, India, Brazilië,
Turkije en Rusland zijn vaker optimistisch over de toekomst van de jongeren. De
rest van de ondervraagde landen waren negatief over het toekomstperspectief van
jongeren.
België
Helemaal onder aan
de lijst staan België en Frankrijk. In België gelooft maar liefst 60 procent van de
ondervraagden dat jonge mensen het slechter gaan krijgen dan hun ouders en slechts 13 procent denkt dat jongeren het beter gaan krijgen.
Bij de vraag aan de
jongeren zelf gaf maar 12 procent aan dat ze verwachten
het beter te zullen krijgen dan de generatie voor hen. In
China denkt maar liefst 78 procent van de jongeren dat ze een beter leven zullen hebben dan hun ouders.
Moeten ouderen zich
opofferen?
Opvallend is dat de
pessimistische jongeren niet vinden dat hun ouders nu maar moeten inleveren. Het
generatieconflict waar vaak naar verwezen wordt in het pensioendebat, lijkt niet echt mee te spelen.
In België vindt maar
22 procent van de jongeren dat ouderen opofferingen moeten maken om een goede
toekomst te verzekeren voor de jongeren. Daarentegen vindt 55 procent dat ouderen niet hoeven in te
leveren.
Bobby Duffy van het
Ipsos onderzoekscentrum zegt: “De bevindingen tonen een verschuiving aan in het
wereldwijde optimisme. De aanname van een automatisch betere toekomst voor
jongere generaties is in het Westen grotendeels verdwenen. Dit kan vergaande
implicaties hebben voor hoe we, in de toekomst, met nationale politiek en
economie moeten omgaan.”
Economische crisis
Het onderzoek laat
zien dat de economische crisis zijn weerslag heeft op het denken van jonge
mensen. Zelfs in landen die de financiële crisis relatief goed hebben
doorstaan, zoals Duitsland en Zweden zijn veel meer mensen negatief dan
positief over de toekomst van jongeren.