De minister-president kondigde tijdens zijn septemberverklaring aan dat het cultuurbudget in 2014 wordt geïndexeerd. Normaal, hoor ik u denken. Jazeker, maar toch ook niet. De voorbije jaren werd de subsidies in onderwijs en in welzijn geïndexeerd, niet die van cultuur. Volgend jaar dus wel. Joke Schauvliege kon het niet laten om van op de regeringsbanken te glunderen, terwijl ze de cultuurpolitici aankeek met een blik van ‘en gij nu’.
En toch is het niet al goud wat blinkt. Immers, dezer dagen loopt de procedure voor de subsidiëring van de musea naar het hoogtepunt: een beslissing van de Vlaamse regering over de subsidies voor de komende vijf jaar. Geen woord daarover in de septemberverklaring. Wel over het aangekondigde kunstendecreet en de middelen ervoor. Geen probleem, maar het belooft ook niet veel goeds. Zit de erfgoedsector opnieuw in het verdomhoekje?
Ik kan niet in de hoofden van de regeringsleden en hun kabinetten kijken, maar boze tongen lekken slecht nieuws. Even terug naar de kunsten. Bij de recente beslissingen aan het eind van de subsidieronde kon de minister uitpakken met een goed-nieuwsshow: er kwam een pak geld bij voor de kunstensector, waarvan 3,3 miljoen euro voor alle organisaties die een positief advies hadden gekregen, en die toch uit de subsidieboot dreigden te vallen. Terecht trouwens. Gebeurt dat nu ook voor de musea?
Ter info: deze sector kreeg de voorbije acht jaar geen subsidieverhoging, in tegenstelling tot … ja, de kunsten. De bedragen liggen daarenboven een pak lager. In totaal 8,6 miljoen euro voor de landelijk erkende musea, een vijftiental. Denk aan het Groeningemuseum in Brugge, het Museum voor Schone Kunsten in Gent, Flanders Fields in Ieper…
Ik hoor suizen dat de beoordelaars hun werk klaar hebben en dat ze een stijging voorstellen met ongeveer 3 miljoen euro, nog minder dan voor de kunsten dus. Na acht jaar mag dat wel. Het is een redelijke stijging toch? Daarenboven zijn daar ook enkele nieuwe erkenningen bij en dat zijn niet van de minste: M in Leuven, STAM en het MAS. Tegen het eind van de maand moet Joke Schauvliege de knoop doorhakken. Zal ze evenveel moed tonen als voor de kunsten en het nodige budget op tafel krijgen voor de positief geadviseerde dossiers? Ik vrees er voor, of zou ik het fout hebben? Minister, beste Joke, geef me ongelijk. Waarom ik vrees?
Musea zijn niet zo mediageniek als theater of dans. Ze halen niet zo snel de kranten, er worden geen farde columns en opiniestukken aan gewijd. Het beroert de harten van critici en opinion leaders niet zo sterk. Stel u voor dat de minister het budget niet bij elkaar krijgt. Omdat de regeringspartners die (kleine) stijging van het cultuurbudget niet willen steunen, omdat ze de cultuurminister niet weer een succesje gunnen, of – en dat zou nog het ergste zijn – dat ze ons erfgoed niet zo genegen zijn.
Moeten de topmusea van Vlaanderen dan verder met de kleine budgetten van zowat 200 à 250.000 euro als jaarsubsidie? Moeten de musea daarmee voor ons beste erfgoed zorgen en het ook nog aantrekkelijk presenteren? Of dwingt de minister hen richting oneigenlijke financieringsvormen zoals crowdfunding, hoge ticketprijzen, duur betaalde bedrijfsrecepties in de tentoonstellingszalen, of zelfs het te gelde maken van een deel van de collectie? Verkoopt Vlaanderen de ziel van de musea aan de meest biedende?
Klopt het toch, zoals sommigen stellen, dat in het beleid van Joke Schauvliege de creatieve industrie belangrijker is dan publieke instellingen zoals de musea? En daarnaast, waarom was het nodig om een nieuw erfgoeddecreet te maken, als toch alles bij het oude blijft? Het is effenaf jammer dat de minister-president in zijn septemberverklaring met geen woord rept over erfgoed. En dat op het moment dat zijn regering cruciale beslissingen moet nemen over de erfgoedzorg van de vijf volgende jaren. Dat is alvast niet veelbelovend.