‘Dat het in de Belgische genen zit, dat sjoemelen’ klinkt het steevast. Ter vergelijking: In Nederland bedraagt de zwarte economie 9,1 procent van de economische activiteit, in Bulgarije meer dan 30 procent. Acht op de tien Belgen beweren iemand te kennen die in het zwart koopt of werkt. Dat is volgens de onderzoekers meteen de belangrijkste verklaring voor het fraudegedrag van de bevolking: een wijdverspreid gebrek aan belastingmoraliteit.
De strijd tegen de schijnzelfstandigheid
Wat zelden wordt vermeld is dat het zwartwerk sinds kort wordt bijgehaald door de oprukkende schijnzelfstandigheid, een moderne vorm van slavernij die al jaren opmars maakt. Steeds meer bedrijven werven mensen aan in een zelfstandigenstatuut. Zelfs werknemers die al jaren werken onder een bediendestatuut krijgen plots het voorstel om als ‘zelfstandige’ te werken.
Het sociaal recht is gebaseerd op de logica dat er in een arbeidsovereenkomst een zwakke (de werknemer) en een sterke partij (de werkgever) is en heeft onder meer als doel de zwakste partij te beschermen.
Maar dat wettelijk kader dekt geen overeenkomst tussen een onderneming en een (schijn)zelfstandige. De gevolgen voor de ‘werknemer’ zijn veelal nefast. De ‘overeenkomst kan zomaar verbroken worden zonder opzeg. De ‘zelfstandige’ kan niet automatisch aanspraak maken op een werkloosheidsvergoeding. De ‘zelfstandige’ bouwt minder pensioenrechten op, ontvangt geen loon bij ziekte, geniet niet van een automatische indexering, heeft geen recht op betaald en kan nergens terecht wanneer hij/zij het slachtoffer wordt van pesterij. Bovendien is er geen minimumloon bepaald en kan de opdrachtgever dus betalen wat hij wil.
Staatssecretaris voor fraudebestrijding, John Crombez (sp.a), kondigde vorig jaar al aan dat hij de strijd tegen de schijnzelfstandigheid wil opvoeren. Via een vernieuwd wettelijk kader wil staatssecretaris Crombez sociale dumping bestrijden in de bouw, de bewaking, het transport en de schoonmaak.
In de wet van 25 augustus 2012 werd een – weerlegbaar – vermoeden van ‘afwezigheid van een gezagsverhouding tussen de partijen bij een arbeidsrelatie’ ingevoerd voor de genoemde sectoren. Dat betekent concreet dat werkgevers meer en duidelijker bewijslast moeten kunnen voorleggen om aan te tonen dat iemand werkelijk zelfstandig is.
Maar dat geldt dus enkel in een beperkt aantal sectoren. Geen vermelding voor pakweg de kinderopvang en de uitzendarbeid, sectoren die ook meer en meer te kampen krijgen met bedenkelijke sociale praktijken.
Schijnzelfstandigheid in de kinderopvang
Fatiha Dahmani, secretaris LBC-NVK en sectorverantwoordelijke kinderopvang, wist ons te bevestigen dat de kinderopvang kampt met een ontstellend aantal gevallen van sociale dumping.
“De overheid besliste vijftien jaar geleden om de privé-initiatieven in de kinderopvang te ondersteunen door onder meer goedkope leningen toe te staan. De private kinderopvang moest namelijk helpen meer opvangplaatsen te creëren. Wat veel van de initiatiefnemers niet beseften was dat kinderopvang geen winstgevende activiteit is, tenzij men zich specialiseert en zich in het bijzonder gaat richten op het rijkere segment van de bevolking waar men een klein maandloon kan neertellen voor een maand opvang. Vijftien jaar later stellen we vast dat de private kinderopvang doordrongen is van misbruik en wantoestanden.”
“Jonge en veelal onwetende kinderverzorgsters werken soms vijftig uur per week als (schijn)zelfstandige voor 1200 euro per maand, een bedrag waarvan ze ook nog eens hun sociale bijdragen moeten betalen zodat er maar 800 a 1000 euro overblijft om van te leven. Als zij de weg vinden naar de vakbond, dan kan die de arbeidsinspectie inschakelen en eventueel proberen de betaalde sociale bijdragen terug te vorderen. Maar veel van die jonge meisjes zijn nauwelijks geïnformeerd en dus ook niet beschermd. Ze krijgen hun loon toegestopt in een omslag, moeten soms maanden wachten op dat loon en zijn zelden echt in orde met de sociale bijdragen omdat ze de middelen niet hebben om die te betalen.”
De sector wordt helaas niet eens vermeld in het lijstje van John Crombez.
Arbeidsinspectie: pompen of verdrinken
Hoe staat het nu echt met de bestrijding van sociale dumping en inbreuken op het sociaal recht? Wij hadden een ontluisterend gesprek met een arbeidsinspecteur van een van de grotere Vlaamse inspecties.
“We stellen duidelijk meer en meer stuitende gevallen vast van schijnzelfstandigheid. Arbeidskrachten in gevoelige sectoren zoals de bouw- en de trasnportsector zijn vaak laaggeschoold of de taal niet machtig. Ze hebben vaak geen benul van hun rechten en van de wettelijke omkadering van arbeid. Het is niet ongebruikelijk dat we mensen vinden die 500 euro per maand verdienen terwijl ze zeven dagen op zeven werken.”
“Het wettelijk kader biedt veel te weinig bescherming aan de arbeidskracht die in een dergelijk statuut wordt gelokt of gedwongen. Als ‘werkgever’ en ‘werknemer’ beide beweren dat er sprake is van een zelfstandige overeenkomst, dan is dat legaal. Veel laaggeschoolde en kwetsbare arbeiders hebben weinig opties en zijn al lang blij dat ze werk hebben, dus stemmen ze in, zonder goed te beseffen wat de gevolgen zijn.”
“Enkel in ernstige gevallen wordt er een onderzoek gestart. Wanneer ik een pv opmaak wordt dat in 99 procent van de gevallen geseponeerd. Als er een pv komt, dan duurt het gemiddeld drie jaar voor er een gerechtelijke uitspraak volgt. In die drie jaar is de firma vaak failliet gegaan of overgenomen. Bovendien zijn de administratieve boetes voor inbreuken op het arbeidsreglement opvallend laag, ergens tussen de 300 en de 3000 euro.”
“Inbreuken op de CAO worden veel minder zwaar bestraft dan zwartwerk. Als je slim bent, dan schrijf je je arbeiders dus wel in, maar slechts voor een aantal uur. Of je betaalt ze gewoon veel te laat. Of je vergeet hun eindejaarspremie te betalen. Het gebeurt dat iemand zes maanden lang geen loon ontvangt. Of dat men ingeschreven is voor vier uur per dag, maar twaalf uur per dag werkt. Daar staan belachelijk lage administratieve boetes van zo’n 137 euro op. Dat weerhoudt mensen uiteraard niet van gesjoemel met lonen.”
Of het dan niet vechten tegen de bierkaai is als arbeidsinspecteur?
“Het is letterlijk verdrinken. Als ik een keer per jaar een verschil kan maken en een onrechtvaardige situatie kan veranderen, dan ben ik al blij. Vooral het gerecht hinkt hopeloos achterop door gebrek aan mankracht en middelen.”
“Wat de werkgeversorganisaties altijd vergeten te vermelden is dat de horeca- en de bouwsector al jaren zeer aantrekkelijke tarieven genieten, in het bijzonder op overuren. Toch is het aandeel zwartwerk in die sectoren nauwelijks afgenomen.”
Vanwaar die onweerstaanbare drang om te sjoemelen met arbeid? Moeten we dan toch geloven dat de loonkost te hoog ligt in ons land?
“Wat de werkgeversorganisaties altijd vergeten te vermelden is dat de horeca- en de bouwsector al jaren zeer aantrekkelijke tarieven genieten, in het bijzonder op overuren. Toch is het aandeel zwartwerk in die sectoren nauwelijks afgenomen. Wat ik wel vaststel wanneer ik in gesprek ga met kleine ondernemers is dat de administratieve last erg hoog is. De administratieve rompslomp van een kleine onderneming vergt vaak een voltijdse baan. En de sociale secretariaten zijn allesbehalve laagdrempelig voor kleine en beginnende ondernemers. Frankrijk heeft bijvoorbeeld een speciaal statuut met goedkope sociale tarieven voor heel kleine ondernemingen met minder dan vijf personeelsleden.”
“Laten we niet vergeten dat heel wat ondernemers wel in orde zijn en het wel koosjer aanpakken. Het is dus wel mogelijk. De haalbaarheid van een onderneming heeft ook te maken met gezond verstand en een degelijk beleid. Een zwarte boekhouding is dubbel werk en kost heel wat energie en tijd, en dus geld. Die energie en tijd kan een ondernemer ook anders besteden.”
“Wie zijn personeel correct tewerkstelt, betaalt en behandelt heeft veel minder personeelsverloop en kan doorgaans ook een kwalitatiever dienst aanbieden Dat rendeert ook.”
“Grote ondernemingen betalen graag astronomische bedragen aan bedrijfsconsultants die hen dat soort praktijken aanraden ‘om te besparen’ en ‘winstmarges te verhogen’, maar voor het correct behandelen van arbeidskrachten heeft men bljkbaar geen geld.”
“Het bedrijfsleven ziet wetgeving vaak vooral als een competitief obstakel. De best opbrengende ‘fraude’ bevindt zich in de ‘grijze zone’. Een voorbeeld: de kleine Carrefourwinkeltjes die je overal in de stad ziet opduiken. De minimumlonen in de kleinhandel zijn verschillend in grote of kleine winkels. In kleine winkels liggen de lonen lager. Dus wat doe je als je wilt besparen? Je zorgt ervoor dat je binnen de grens van “groep 1″ blijft door je concept als franchise te verkopen aan kleine handelszaken. Niet alleen betaal je dan een lager loon aan je werknemers, ook wordt het risico uitbesteed aan de kleine ondernemer. In Antwerpen bijvoorbeeld worden al die kleine Carrefours geleid door Marokkanen, Indiërs, Pakistanen,enz.”
“In plaats van enkel te focussen op de zwarte economie zou de overheid de aandacht beter ook eens richten op wat ik noem ‘de grijze economie’. Nog een voorbeeld: Koerierbedrijf DHL besteedt al zijn transporten uit aan kleine zelfstandige ondernemingen. Het merendeel van de personeelslasten worden dus uitbesteed aan kleine, vaak dubieuze transportbedrijfjes. Het zijn die transportbedrijfjes die hun koeriers als schijnzelfstandige of zogenaamd deeltijds laten werken. DHL is daar uiteraard van op de hoogte, maar blijft netjes buiten schot. Intussen beconcurreren die kleine transportbedrijfjes elkaar dood, met steeds schrijnender arbeidsomstandigheden tot gevolg”
“Grote ondernemingen betalen graag astronomische bedragen aan bedrijfsconsultants die hen dat soort praktijken aanraden ‘om te besparen’ en ‘winstmarges te verhogen’, maar voor het correct behandelen van arbeidskrachten heeft men bljkbaar geen geld.”