Schaarbeek: donkere kant aan ‘verenigingsleven’?

Schaarbeek: donkere kant aan ‘verenigingsleven’?

woensdag 24 april 2013 18:30
Spread the love

Resto du Tawhid, een vereniging die voedsel uitdeelt in de Brusselse stations, probeert om via het aanbieden van een concrete dienst waar in bepaalde middens vraag naar is – in dit geval gratis voedsel – een hoger doel te bereiken. Dit hoger doel is de aanhang winnen voor een bepaalde overtuiging, tot zelfs – zo beweert de Schaarbeekse burgemeester Clerfayt – het ronselen van strijders voor Syrië.

Het is een beproefde en vaak zeer succesvolle manier die ideologisch geïnspireerde verenigingen hanteren: handige ‘sociale ondernemers’ combineren een concrete dienstverlening met het brengen van een ideologisch gekleurde boodschap om het aantal aanhangers te vergroten. Zij gaan heel bewust diensten verlenen op domeinen waarvan ze weten dat mensen extra vatbaar zijn voor hun ‘boodschap’: primaire socialisatie (kinderen in scholen), kritieke levenssituaties (ziekenzorg, ouderenzorg), of situaties waarin speciale zorg nodig is (mensen met een beperking, armoede).

Op zich hoeft dat geen probleem te zijn. Het uitgebreide netwerk van organisaties die op ideologische leest geschoeid zijn zorgt er voor dat er een brede waaier aan maatschappelijke voorzieningen is, denk maar aan de talloze katholieke of humanistisch-vrijzinnige vzw’s die scholen, hospitalen of andere welzijnsvoorzieningen beheren. Geen zinnig mens ook die vindt dat patiënten in een katholiek hospitaal ‘gebrainwashed’ worden. Meer zelfs, het is steeds de keuze geweest van de overheid om dergelijke initiatieven ook financieel te steunen via een uitgebreid stelsel van subsidies.

Dat er malafide organisaties zijn die van deze tactiek gebruik maken om wél expliciet aanhang te winnen voor een laakbaar doel, en dat amper verbergen, hoeft niet te verbazen. In het verleden zijn vele voorbeelden te vinden van ‘succesvolle’ indoctrinatie via sociale dienstverlening. Denk maar aan de Hitlerjügend en de vele communistische partijgebonden jeugdbewegingen in het voormalige Oostblok. Die waren er niet enkel om de jongeren een vrijetijdsbesteding te bieden, maar ook en vooral om die jongeren aan het infuus van een bepaald gedachtengoed te leggen. Vandaag zien we dat de Griekse neonazistische Gouden Dageraad partij voedsel verdeelt, niet enkel uit bekommernis met hun behoeftige landgenoten, maar om aanhang te winnen.  

De vraag is dan hoe de overheid kan omgaan met deze schaduwzijde van het verenigingsleven. De makkelijke, maar op korte termijn noodzakelijke, oplossing is het verbieden dat dergelijke organisaties nog activiteiten ontwikkelen op het openbaar domein.

Toch is gewoon verbieden de minst effectieve oplossing. Ten eerste omdat deze ‘ondernemers’ handig zijn, en zij dus wel hun actieterrein gaan verleggen. Ten tweede omdat de wortel waarop deze organisaties hun dienstverlening kunnen doen bloeien niet uitgerukt wordt: de schrijnende armoede en het reële gebrek aan kansen bij heel wat van de jongeren die zij op het oog hebben. Voor deze kansarmoede is de stedelijke overheid niet alleen verantwoordelijk natuurlijk, omdat het een probleem is dat door vele overheden en organisaties samen, én op veel verschillende beleidsdomeinen (zoals werk, onderwijs, en woonkwaliteit) moet worden aangepakt.

Waar een stedelijke overheid wel in kan investeren, is de relatie met de vele bonafide organisaties die nieuwe maatschappelijke problemen aankaarten. Er is immers veel privaat initiatief dat van onderuit groeit om problemen aan te pakken waar de overheid tot nu toe nog te weinig aandacht voor heeft. Denk aan de vele zelforganisaties van kansarmen, migranten, of andere kwetsbare groepen. Zij verenigen zich om op een positieve manier hun situatie te verbeteren, en om prangende problemen aan te kaarten bij de beleidsmakers.

Een slimme stedelijke overheid omarmt dergelijke bonafide verenigingen die zich het lot van de meest kwetsbaren in onze samenleving aantrekken. Zij steunt en subsidieert deze verenigingen, omdat

(1) zij goede en noodzakelijke diensten leveren die anderen vooralsnog niet leveren, en

(2) de overheid op die manier ook toezicht kan houden op wat deze organisaties doen.

In ruil voor steun kan er aan de organisaties ook enige verantwoording gevraagd worden. Op die manier ontstaat er een partnerschap tussen private actoren die een goed doel dienen en de samenleving (de overheid), in functie van het doelmatig aanpakken van prangende sociale problemen. En op die manier wordt een stuk van de voedingsbodem waarop malafide organisaties ontstaan weggenomen, want zij zijn heel handig om de ruimte in te nemen die de overheid/samenleving open laat.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!