De klimaatonderhandelingen zijn een week aan de gang, nog één week te gaan. Gisteren begon officieel het high-level segment of het ministerieel niveau. In de eerste ‘technische week’ zijn het de gespecialiseerde onderhandelaars die de grote lijnen uitkristalliseren. Tijd voor een stand van zaken. Waar zullen de grote breekpunten liggen?
Na een week intensieve onderhandelingen door de techneuten van de klimaatconferentie wordt het duidelijk dat het deze week zal aankomen op vier elementen. Wat te doen met de overschot aan hete lucht? Wat met de gapende financieringskloof? Hoe de ‘billijkheidsdiscussies’ vormgeven? En hoe het hoofd bieden aan ‘schade en verlies’ (‘loss and damage’)? Vier onderwerpen waarover de volgende dagen hoogstwaarschijnlijk nog harde woorden gaan vallen.
Hete lucht
Dat hete lucht, of in het jargon Assigned Amount Unites (AAU’s), één van dé grote politieke breekpunten wordt in Doha, staat vast. Voor de kenners van het programma Basta van de Neveneffecten: het viertal ging ooit op zoek naar ‘propere lucht’ in Oekraïne om die via enorme rollen bubbelplastiek af te leveren bij de toenmalige minister van Leefmilieu (Zie http://www.een.be/programmas/basta/te-koop-propere-
Voor de niet-kenners, een kleine schets: De Midden- en Oost-Europese landen hebben nog een enorme voorraad ongebruikte emissierechten, AAU’s genoemd. Voor de betrokken landen ‘historisch verworven rechten uit de jaren negentig’, voor ons ‘hot air’. De landen in kwestie hebben deze rechten overgehouden als neveneffect van de instorting van hun planeconomie (en dus een forse deïndustrialisatie). Probleem: die geparkeerde uitstootrechten komen ongeveer overeen met drie keer (!) de jaarlijkse uitstoot van de EU. Polen, Rusland, Oekraïne, Hongarije en andere voormalige Oostbloklanden willen deze enorme berg emissierechten verkopen aan landen die anders teveel broeikasgassen uitstoten. Het is duidelijk dat de integriteit en doeltreffendheid van een toekomstig klimaatakkoord wordt hiermee volledig wordt ondermijnd. Vanuit het standpunt van milieu-integriteit is de beste aanpak het annuleren van het AAU-surplus. Maar dit lijkt politiek onhaalbaar. Polen staat immers op de rem. Zonder positieve vorderingen, is een clash tussen EU en de kleine eilandstaten, die een annulering eisen – omdat het water hen nu al letterlijk aan de lippen staat, in de maak.
Gapende financieringskloof
Op 31 december 2012 loopt de eerste klimaatfinancieringsperiode af. In Kopenhagen werd 100 miljard dollar beloofd vanaf 2020. Dat brengt ons op een enorme financieringskloof van acht jaar tussen 2012 en 2020. Het kan niet dat de industrielanden de ontwikkelingslanden tot 2020 in de steek laten. Ook tussen 2012 en 2020 moeten ze financieel ondersteund blijven.
Toch ligt er voor na 2012 niets op tafel. Ook België heeft tot nu toe nog geen enkel concreet engagement getoond voor 2013. Dit is onaanvaardbaar. Zeker gezien het enorme maatschappelijk draagvlak dat zich in België bevindt (meer dan 80.000 sing for the climate-aanhangers). Het vermijden van een financieringskloof is cruciaal om de mitigatiekloof (http://nl.wikipedia.org/wiki/Mitigatie) te dichten. Zonder concrete beloftes zal het er ongetwijfeld had aan toe gaan op de laatste nacht van de onderhandelingen.
What’s in a name: equity?
Equity gaat over rechtvaardigheid. In het nieuw klimaatakkoord dat in werking moet treden in 2020, zal elk land maatregelen moeten treffen om de uitstoot van broeikasgassen te doen dalen, maar volgens het concept van ‘billijkheid’ of ‘equity’ betekent dit niet dat ze allemaal een even zware inspanning moeten leveren. Maar hoe kan dit er concreet uitzien?
En hoe zit het met de periode voor 2020? Dat is de inzet van het debat. Momenteel zitten de discussies nog in een ‘begin stadium’ en wordt gefocust op algemene principes. Gezien de nervositeit rond deze nieuwe periode, verloopt alles relatief constructief. De moeilijkheid komt wanneer die principes geoperationaliseerd moeten worden en er échte keuzes gemaakt zullen moeten worden. Deze week staat het stappenplan naar deze operationalisering centraal. Roepen we een één-jarig werkplan in het leven (waar vooral de armste ontwikkelingslanden voorstander van zijn), of een tweejarig werkplan?
Het is duidelijk dat we gezien de hoogdringendheid van deze discussie (in 2015 moet het nieuw klimaatakkoord onderhandeld zijn) een éénjarig werkplan eisen. Een werkplan dat verdere stappen zet in het operationaliseren van principes.
Schade en verlies
Een laatste groot breekpunt zal ongetwijfeld ook de kwestie ‘loss and damage’ of ‘schade en verlies’ zijn. Dit concept is nieuw op de klimaatonderhandelingen. Voordien ging het vooral om hoe arme landen zich kunnen ‘aanpassen’ aan de klimaatopwarming. Maar voor velen is het reeds te laat.
‘Schade en verlies’ gaat, zoals het woord zelf zegt, over duidelijke schade en/of verlies als gevolg van de klimaatverandering. Een paar voorbeelden: een inwoner van Kiribati (een kleine eilandstaat) verliest zijn huis omwille van het stijgend zeewater, een vrouw uit Bangladesh geeft haar volledige vermogen uit aan de bouw van een kleine dijk om het water tegen te houden, maar die dijk overstroomt keer op keer. Of de duizenden families die door extreme weerstoestanden hun hebben en houden verliezen. De grote vraag in Doha is of deze mensen een soort schadevergoeding moeten krijgen voor hun geleden schade en verlies. ‘Neen’, roepen de VS. ‘Ja’, roepen de slachtoffers van minst ontwikkelde landen en kleine eilandstaten. Ook de EU is geen voorstander.
Vier belangrijke thema’s, vier mogelijke breekpunten. Vrijdagavond (of hoogstwaarschijnlijk vrijdagnacht) weten we meer. De onderhandelaars zetten hun werk voort, maar zijn nu vergezeld door de ministers. En het zijn die laatste die de politieke wil moeten tonen om knopen door te hakken.
Wordt ongetwijfeld vervolgd …
Sarah Lamote is beleidsmedewerker Klimaat 11.11.11
Alle artikels over klimaattop – klik hier
Hieronder enkele sfeerfoto’s van de eerste protestmars ooit in Qatar.