Zaterdag, in de aanloop naar COP 18 in Doha, ontleedde DS wetenschapsredacteur Steven Stroeykens messcherp waarom het waarschijnlijk al te laat is voor het klimaat. Er was geen speld tussen te krijgen. Hij ging zowel in op het alsmaar “scarier” wetenschappelijke plaatje als op de minstens even belangrijke politieke en beleidsmatige gridlock op nationaal en multilateraal niveau. Als je een en ander objectief evalueert, en zowel de klimatologische, business- als politieke aspecten in rekening brengt, lijkt de conclusie van Stroeykens inderdaad onontkoombaar. We kunnen de boeken wel sluiten. Dat mensen binnen afzienbare tijd als laatste redmiddel naar geo-engineering zullen grijpen, laat zich raden, maar dat is de doos van Pandora openen, zowel klimatologisch als juridisch.
Hèh, hèh, dat hebben we dan weer gehad, hoor je ze bijna denken bij de Standaard. Goed gedaan, Steven. Kunnen we dan nu overgaan tot de orde van de dag?
Ik vraag me af of redacteurs bij De Standaard zich wel eens existentiële vragen stellen, geconfronteerd als ze worden met de schizofrenie van een baan die velen onder hen ertoe verplicht om kolommen te vullen, elke dag weer, druipend van een economische logica die volledig haaks staat op wat nodig is om een wereld te creëren die duurzaam is.
Of het nu beurswatcher Jan Reyns is die kakelt dat de beurzen stilaan “opgelucht adem halen omdat de indicatoren weer op groei staan” in de VS en China, of commentaarstukken van Bart Sturtewagen en andere Wetstraat-watchers die steevast wijzen op het belang van “structurele” maatregelen – want we moeten toch competitief blijven in Europa -, economieredacteurs die de eurocrisis verslaan, of de mensen die de opiniepagina’s vorm geven en elk min of meer radicaal progressief stuk compenseren met minstens vier stukken van mainstream economisten of mensen uit de bankwereld, feit is dat de Standaard voor een visie op economie staat die niet aangepast lijkt aan dit nieuwe millennium.
Ik twijfel er niet aan dat de mensen die die stukken schrijven, geloven in wat ze zeggen en de maatregelen die ze voorstellen, en veel van die mensen zijn ongetwijfeld erg intelligent. Bij Knack/Trends werkt er ook zo’n diehard, zoals bekend. Maar dat verandert niets aan die vaststelling: de economische logica waarvan de Standaard doordrenkt is, is even aangepast aan dit nieuwe millennium als Jean-Luc Dehaene, een politicus die van zichzelf verklaart dat hij in deze tijd als politicus niet meer zou kunnen aarden.
Wat zou er door die mannen en vrouwen heen gaan, op zo’n redactievergadering met de hoofdredacteur? Sommigen beseffen ongetwijfeld dat deze economische logica helemaal nergens heen leidt, uiteindelijk, als je voldoende ver vooruitkijkt – ze lezen ook kranten. En toch schrijven hun collega’s elke dag pagina’s vol die dat soort denken bestendigen, immers, “De Standaard” schrijft het toch – en als er één krant de grondstroom van Vlaanderen vertegenwoordigt, dan is het toch De Standaard, zeker?
Je hebt natuurlijk ook andere kwaliteitsmedia, die de nieuwscyclus mee bepalen, maar De Standaard is nog altijd toonaangevend, bepaalt min of meer de contouren van wat als ‘rationele argumenten’ worden beschouwd in het publieke debat. Als je De Standaard doorneemt, zul je af en toe wel op een artikel botsen dat je aangenaam verrast en innovatief is, in economisch opzicht, maar by and large ademt de krant een economische logica uit, gericht op economische groei, competitiviteit, een tandje bijsteken nu het moeilijk gaat, structurele maatregelen nodig om de economie weer zuurstof te geven, … Dat de krant desondanks fijn om lezen is, bewijst alleen maar de kwaliteit van de mensen die er werken.
Bij sommige redacteurs proef je stilaan het cynisme – zeker in de columns van Marc Reynebeau is dat het geval, hij gelooft er duidelijk ook niet meer in, in het discours en de beleidsmaatregelen waarmee iedereen je om de oren slaat om ‘uit de crisis te geraken’. Anderen zullen ongetwijfeld gretig vliegen blijven afvangen in de Wetstraat of op het Antwerpse stadhuis – om Bart Brinckman niet bij naam te noemen – maar ik durf er wat op verwedden dat meer en meer DS redacteurs serieuze vragen hebben bij het economische discours dat dag in dag uit op de lezer en dus op de Vlaamse publieke opinie wordt afgevuurd. Maar die journalisten laten weinig van zich horen, steken de kop in het zand, focussen op de dagelijkse dagtaak, zoals wij allemaal overigens.
Ik merk in mijn omgeving dat velen stilaan niet meer om kunnen met die schizofrenie, en er ofwel bijtend cynisch van worden dan wel helemaal onder door gaan. Intuïtief en rationeel voelen we aan waartoe de economische hogesnelheidstrein dreigt te leiden: een sociaal en ecologisch Auschwitz. Als je de krant grondig leest, krijg je die informatie ook (zoals in het stuk van Stroeykens bv.).
Anderzijds blijven we echter elke dag murw geslagen worden met commentaarstukken die pleiten om nog efficiënter te werken, nog langer, en vooral nog meer te groeien – want er kunnen toch alleen maar jobs gecreëerd worden als de economie voldoende groeit? Dat klopt nog ook – in het huidige economische stelsel worden enkel nog jobs gecreëerd als de economie voldoende groeit (en zelfs dat is niet eens meer zeker). Dat we op een planeet leven met eindige resources, tja, dat zien we binnen een paar decennia dan wel weer, zeker? Het échte prisoner’s dilemma waar we met zijn allen in gevangen zitten, is dat we blijkbaar een economisch systeem gecreëerd hebben waarbij we verplicht zijn om te blijven groeien.
Ik begrijp wel dat de Standaard als commercieel medium aan een bepaalde (commerciële) logica gebonden is. Misschien heeft de VRT dus wel nog een grotere verantwoordelijkheid in deze. Maar toch vraag je je af, waarom de jonge (en minder jonge ) DS redacteurs die allicht ook niet meer geloven in een economisch discours dat overduidelijk niet langer geschikt is voor het nieuwe millennium, de algemene economische ‘toon’ van de Standaard blijven laten bepalen door senior writers op leeftijd, economieredacteurs, en door mensen die vaak voor banken werken of voor nogal schimmige denktanks.
Met economie alleen komen we er niet in dit millennium, vrees ik. Jonge redacteurs kruipen wel in de pen om de vakbonden aan te vallen, zogezegd omdat die maar weinig solidair meer zouden zijn en niet meer aangepast aan deze tijd, maar ze verzuimen het om Sturtewagen en co erop te wijzen dat hun economische ideeën minstens even gedateerd zijn. Dehaene vindt van zichzelf dat hij een politicus van een andere tijd is; ik moet nog de eerste commentaarschrijver tegenkomen die dat van zichzelf erkent.
Allicht geloven ze er niet meer in, de gewone journalisten, zoals velen onder ons. Geloven ze niet meer dat we de ecologische afgrond nog kunnen vermijden. Of misschien geloven ze dat we als ‘klein België’ toch geen impact hebben op de rest van de wereld, en we dus niet anders kunnen dan meedrijven met de kudde lemmingen richting de afgrond. Of misschien hopen ze – ook al zoals vele gewone burgers – dat het ergste pas voor de generaties na ons is.
Ik zou hen daarom het volgende erg recente document willen aanraden: “Climate, Scarcity and Sustainability in the Post-2015 Development Agenda” van Alex Evans:http://www.globaldashboard.org/wp-content/uploads/Post-2015-sustainability.pdf
Evans, die van dichtbij betrokken is bij de post-MDG onderhandelingen, schetst de politieke opties voor mensen die nog geloven, tegen beter weten in misschien, in een duurzamer wereld. Bij “Optie 2” zouden post-MDG doelen focussen op “planetaire grenzen”, en op een rechtvaardig aandeel /verdeling ervan. Een globaal institutioneel mechanisme (à la IPCC) zou die planetaire limieten moeten monitoren en aangeven wanneer we in de gevarenzone dreigen te geraken.
Zoals bekend zijn er al een drietal planetaire tresholds overschreden. Evans geeft toe dat dit politiek op dit ogenblik de meest onhaalbare optie is – veel makkelijker is het om mee te surfen met de ‘groene groei’ golf– maar hij vindt dat we eigenlijk geen keuze hebben, gezien de ernst van de situatie. Bovendien acht hij de kans op nieuwe ecologische crisissen en klimaatshocks dermate groot op korte termijn, dat zelfs de “agenda-setting” opportuniteiten minder slecht zijn dan ze op dit ogenblik misschien lijken. Denk aan de impact van Sandy op de Amerikaanse publieke opinie. Als de windows of opportunity open gaan, moeten de ‘sustainability advocates’ klaar staan met hun voorstellen.
Het is makkelijk om de schuld af te schuiven op “de politieke leiders die de beslissingen verzuimen te nemen die ze zouden moeten nemen’, maar als je bij een krant als de Standaard werkt, beperk je, elke dag opnieuw, de manoeuvreerruimte van diezelfde politieke leiders, door een discours uit te dragen dat pleit voor een sterke, competitieve economie die moet blijven groeien, om de staatsfinanciën op orde te houden, om de vergrijzingskosten te betalen, om jobs te creëren, enfin je kent het lijstje even goed als ik.
Je kunt, zoals Wereldbank baas Jim Kim deze week, overtuigd zijn van de ernst van de situatie, en pleiten voor ‘groene groei’ en versnelde overgang naar een low-carbon economie. Dat de Wereldbank daarvoor pleit, is logisch. De Bank is niet in staat om zich een wereld voor te stellen die voldoende jobs creëert – nog een nieuwe prioriteit van de Bank, na de Arabische lente – zonder dat de economie groeit. Evans pleit voor de andere optie. Uitgaan van de planetaire tresholds, en je economie daarop afstemmen.
Drie keer raden op wie onze kleinkinderen zouden willen stemmen, mochten ze al leven. En zelfs mocht blijken dat we het uiteindelijk niet redden, lijkt het toch de moeite om het minstens te proberen. Journalisten hebben een belangrijke rol te spelen in het bereiden van de weg daartoe. De Standaard moet op zoek gaan naar een alternatief economisch discours, of ze dreigt irrelevant te worden. Af en toe zie je al een aanzet daartoe, maar het blijft voorlopig veel te weinig. De ‘structurele hervormingen’ die Sturtewagen en co voorstaan zijn weinig alternatief, jammer genoeg. Ze zijn vooral ‘meer van hetzelfde’.
Ik twijfel er niet aan dat tijdens COP 18 de Standaard net als andere kranten weer even meer aandacht zal besteden aan de klimaatuitdaging en het verband met ons aan groei verslaafde economisch systeem. Maar als de meeting in Doha voorbij is, kun je er donder op zeggen dat de Standaard weer het oude, vertrouwde economische discours zal brengen. Het moet anders.
Meer kranten gaan ze er allicht niet mee verkopen, met een alternatief economisch verhaal, maar misschien slagen de media er dan in een stuk van het vertrouwen terug te winnen dat ze de laatste jaren zijn kwijtgespeeld bij de publieke opinie?