Waarom Algerije weigerde de moordenaar van Toulouse op Algerijnse bodem te begraven

maandag 2 april 2012 16:21
Spread the love

Mohamed Merah, de moordenaar van Toulouse, werd begraven in Frankrijk. De Algerijnse autoriteiten weigerden toestemming te geven voor de begrafenis van Mohamed Merah op Algerijnse bodem. Officieel omwille van redenen van openbare orde. Officieus omdat ze het beu zijn te moeten horen van de Fransen dat de afschuwelijke daden van Merah te wijten zijn aan zijn Algerijnse herkomst.

De vader van de moordenaar wilde koste wat het kost het lichaam van zijn zoon naar Algerije overbrengen en begraven in zijn geboortedorp. In Algerije gaf dit aanleiding tot heel vijandige reacties bij de bevolking. Voor de modale Algerijn is Mohamed Merah een Fransman die geboren en getogen is in Frankrijk. “Neen, hij is niet één van ons, hij is een Frans product, dus blijft hij ook daar, we willen hem niet.”, is één van de reacties op de site van de Algerijnse krant El Watan. “Laten we ons land niet verontreinigen door een man die gelooft in het paradijs door kinderen te doden. Ze mogen hem in de zee gooien zoals Bin Laden zolang ze hem maar niet naar ons sturen”, is de algemene teneur van de Algerijnse publieke opinie.

De Algerijnse autoriteiten hebben dan ook op het laatste moment geweigerd om zijn stoffelijk overschot te laten overkomen, officieel omwille van veiligheidsreden. Welke veiligheidsredenen? Tot nu toe werd enkel de harkis – de Algerijnen die gestreden hebben tegen de onafhankelijkheid van Algerije – een begrafenis op Algerijnse bodem ontzegd. Normaal gezien is de organisatie van een begrafenis slechts een formaliteit. Niet in dit geval.

Officieus blijkt het te gaan om een politieke reden. “Algerije heeft niets te maken met deze zaak en we begrijpen niet waarom bepaalde Franse milieus ons erbij willen betrekken”, stelde een anonieme bron in de Algerijnse regering. De Algerijnen waren geïrriteerd dat de Franse media en politieke elite de daden van Mohamed Merah trachten te verklaren met zijn Algerijnse herkomst.

Sarkozy heeft de boodschap van Algerije begrepen en verklaarde hierop: “Mohamed Merah était Français, qu’il soit enterré et qu’on ne fasse pas de polémique”. Zodoende wordt het statement van Algerije een politiek statement. Eigenlijk zegt Algerije dat Frankrijk zelf haar verantwoordelijkheid moet nemen in deze zaak in plaats van haar verantwoordelijkheid af te schuiven door naar de herkomst van de persoon in kwestie te verwijzen.

Inderdaad, de vraag is hoe het komt dat een jonge man zoals Mohamed Merah beïnvloed werd door het salafisme. Van waar haalt hij zijn radicale ideeën? Wie heeft hem dat aangeleerd? Volgens zijn nonkel zou Merah een salafist geworden zijn in de gevangenis waarna hij naar Afghanistan en Pakistan is vertrokken. Dat deed me denken aan een verhaal van een Algerijnse Belg die ik een aantal jaar geleden had ontmoet. Hij was net vrijgekomen uit de gevangenis, en een fervent salafist geworden. In de gevangenis. Hij vertelde dat hij kartonnen dozen vol met boeken uit Saoedi-Arabië toegestuurd kreeg. Gratis en met Nederlandse vertaling. Zijn grote held was Ibn Taymiyya geworden. Voor de niet-kenners onder ons: Ibn Taymiyya is een moslimtheoloog uit de veertiende eeuw, en één van de grondleggers van het salafisme en wahabisme. In de veertiende eeuw zat de befaamde theoloog in de gevangenis omdat hij de Koran notabene te letterlijk interpreteerde. Vandaag worden zijn boeken – die hij in de gevangenis schreef – over de hele wereld verspreid dankzij de petrodollars. Tot aan de jaren zeventig was het salafisme slechts een marginale beweging uit het Arabisch schiereiland. Daarna heeft het salafisme zich dankzij de missionaire ijver vanuit Saoedi-Arabië ontwikkeld tot een wereldwijde beweging. In België is de verspreiding van het salafisme gestart in 1967 met de officiële overhandiging van de sleutel van het Oriëntaals Paviljoen door Koning Boudewijn aan de Saoedische Koning Faisal die het paviljoen liet restaureren tot de Grote Moskee. Zou de overheid niet beter de verspreiding van het salafisme in België aanpakken in plaats van bijvoorbeeld de nationaliteit af te nemen?

Het afnemen van de nationaliteit leidt niet tot de oplossing van dit fundamenteel probleem, wel kan het leiden tot staatloosheid. Van de bovenstaande Algerijnse Belg werden zijn beide nationaliteiten afgenomen. Hij had zijn misdrijf gepleegd in Nederland waarop de Nederlandse overheid contact opnam met de Belgische autoriteiten. De Belgische overheid wilde de jongeman niet vertegenwoordigen omdat ze er niets mee te maken had want hij was een Algerijn (“bloed”), en ze nam zijn nationaliteit af. Daarop nam de Nederlandse overheid contact op met de Algerijnse autoriteiten. Ook zij namen zijn nationaliteit af omdat hij volgens hen geboren en opgegroeid is op Belgische “bodem” en geen sterke band had met Algerije. De jonge man werd staatloos. Nadat hij een aantal jaren in de Nederlandse gevangenis doorbracht, kwam hij terug naar België. Zijn staatloosheid bleek uitzichtloos. Zonder documenten was het nauwelijks mogelijk om werk te vinden. Het gevolg was dat hij opnieuw misdrijven pleegde waarna hij terug in de gevangenis terecht kwam. Is dat de oplossing die men voorziet?

De centrale vraag die moet onderzocht worden, is niet of “islamitisch radicalisme” te wijten is aan herkomst of nationaliteit. Een overheid neemt haar verantwoordelijkheid niet op, indien ze het probleem afschuift op de herkomst of nationaliteit van de persoon. De vraag is wel hoe het komt dat  jongeren die hier geboren en gevormd zijn, salafisten worden. Door wie of wat worden ze beïnvloed? Waar worden deze jongeren radicaal? Waar halen ze hun mosterd vandaan? Dat probleem zou grondig moeten bestudeerd en aangepakt worden. In het geval van Merah is het duidelijk dat hij kennis heeft gemaakt met het radicaal islamisme in een Franse gevangenis.

Zie ook: James Brandon, “Unlocking al-Qaeda: Islamist extremism in British prisons”, 2009, 136 p.
 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!