De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Witte scholen? Zwarte scholen?

Witte scholen? Zwarte scholen?

woensdag 9 februari 2011 12:24
Spread the love

De Nederlandse onderwijssocioloog Jaap Dronkers heeft vorig jaar, bij gelegenheid van zijn benoeming tot hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit Maastricht, gesteld dat je mooiere onderwijsresultaten behaalt door je te “specialiseren in een aantal nationaliteiten en het onderwijs daar heel gericht op toe te spitsen”, dan door te kiezen voor “een compleet onbeheersbare diversiteit”.

”Op voorwaarde dat je op de eerste plaats voor cognitieve leerprocessen kiest,” voegde hij eraan toe. Steeds nog Dronkers: “Voor alle duidelijkheid: niet het percentage migranten op een school haalt het niveau naar beneden. Het knelpunt is de diversiteit, het aantal nationaliteiten.” En hij bedoelde daarmee – naar zijn zeggen – bijvoorbeeld 20 nationaliteiten in één klas.

Enige weken geleden sprak ik met onderwijsdeskundigen in Québec. Zij hadden het al helemaal niet meer over zwarte of witte scholen, maar over de vraag of er een wederzijdse (h)erkenning was tussen wat opvoedkundig op school gebeurt en wat aan huis gebeurt. Volgens enkelen van hen was dit een beslissend criterium. Als de enen, de onderwijzers op school, en de anderen, de ouders, mekaar maar niets vinden in hun  opvoedingsstrategieën, dan loopt het fout. Als beiden mekaar vinden en verstaan, ook al zijn de opvoedingsprincipes verschillend, dan is er al een hele stap vooruit gezet.

Volgens de Canadezen moeten we er vooral uit leren dat gezin en “community” enorm belangrijk zijn bij het onderwijs. Over wit en zwart geen woord.

In onze Foyer projecten te Brussel ligt het accent ook op werken met de ouders, met de gezinnen, met de gemeenschap, respectvol, tot en met in het respect voor hun huistaal, tot op school, op voorwaarde dat omgekeerd ook de ouders zich heel uitdrukkelijk achter de school en haar opvoedingsproject scharen.

Welnu, wit of zwart, in de biculturele onderwijsprojecten te Brussel behalen slechts 9% van de ex-biculturele leerlingen aan het eind van het secundair onderwijs geen volwaardig diploma, waar dit in Vlaanderen, autochtone en allochtone leerlingen bijeen genomen, boven de 14% ligt. 42% van de ex-biculturele leerlingen volgen ASO te Brussel tegenover 36,88% in de groep homogeen anderstaligen te Brussel. Dit zijn de feiten.

We zijn  dus geneigd om Jaap Dronkers in zijn redenering te volgen, niet om ideologische, maar om platte zakelijke redenen. Een resultaat is belangrijker dan de som van allerlei door politieke verzuchtingen geïnspireerde argumenten of onbewezen spontane reacties van leerkrachten en directies die nogal eens de neiging hebben om steeds vanuit eenzelfde gezichtshoek te vertrekken.

Ondertussen stellen we vast dat sommigen Foyer verwijten dat zijn bicultureel onderwijsproject relatief duur is. Maar in alle geval… na zovele jaren kunnen we daar zeggen dat de resultaten meer dan positief zijn. Wat moet je dan denken van de kostprijs van een gelijke onderwijskansen beleid, waarvan zowel de top van het vrij katholiek als van het gemeenschapsonderwijs na jaren investering vaststellen dat het niets uitgehaald heeft?

Of wat moet je denken van de peperdure machinerie die in Brussel op gang getrokken is in naam van een gelijke-onderwijskansenbeleid, terwijl dit er al jaren in de feiten eigenlijk niet veel meer mee te maken heeft? Integendeel… momenteel mag je al blij zijn als je je met je allochtone leerlingen als Foyer kan handhaven in de voor Vlamingen aantrekkelijke successcholen.

Want wat is eigenlijk de historiek van het gelijke-kansenbeleid in Vlaanderen? In het begin, midden jaren ’90, is ernstig geprobeerd geweest om spreiding te realiseren. Het heeft niet gewerkt, niet in het minst omdat woordvoerders uit allochtone drukkingsgroepen dit als vernederend ervaarden voor de allochtonen. Was dit subjectief? Eigenlijk is dit niet terzake: subjectief of niet, het spreidingsbeleid van deze stijl werd niet aanvaard en dan kan je je daar enkel maar bij neerleggen.

Maar één ding weet ik zeker: toen gebeurde er in alle geval meer spreiding dan bij wat nadien volgde, namelijk het zogenaamde toegangsbeleid, een typisch, zeer goedbedoeld en edel gewrocht, dat echter puur gedacht was van achter een bureau… Jarenlang heeft men dat niet willen evalueren. Maar nu komt de feitelijkheid ook daar dus naar boven: het werkt nog minder dan het vorige, al is het wel al stukken duurder.

Minister Pascal Smet heeft nu gereageerd. Zijn stelling is, dat hij realistisch wil zijn en tegelijk een spreidingsbeleid wil handhaven, maar niettemin ook wil investeren in concentratiescholen. Dit standpunt lijkt me verdedigbaar: het eerste, de handhaving van een spreiding als ideaal, lijkt me verdedigbaar als politieke boodschap omdat je anders de deur riskeert open te zetten voor weigeringen (en dan staan we waar we 25 jaar geleden stonden), voor het tweede wens ik hem toe dat hij vooral wat goed loopt zou blijven ondersteunen, in lijn met wat Jaap Dronkers geschreven heeft: goed maatwerk moet verdedigd worden en mag trouwens ook een cent meer kosten. Het wil uiteraard niet zeggen dat andere scholen geen steun verdienen.

+++

In het verlengde hiervan, en meer rechtstreeks resp. onrechtstreeks aansluitend bij dit thema over “beheer” van het multiculturalisme, verwijs ik op www.foyer.be naar 3 berichten (op 11, 12 en 13 februari) met als titels:

“Multiculturele samenleving is mislukt”: welke? mag het even preciezer?

Niqab: een interessant artikel n.a.v. het debat in Frankrijk.

Waarom werd Moebarak zo uitgespuwd, ook bij veel Belgo-Marokkanen?

Veel leesgenot!

jl

 

take down
the paywall
steun ons nu!