Opinie -

Vaarwel Vlaams Belang?

Is het Vlaams Belang werkelijk van het toneel verdwenen? Of wordt er te vroeg gejuicht? Een analyse.

maandag 26 mei 2014 14:59
Spread the love

Gedurende vijftien jaar, vanaf 1991 tot en met 2006, was het Vlaams
Blok/Belang de grootste en meest indrukwekkende electorale partij. Op
elk niveau werd verkiezing na verkiezing gewonnen; er leek gewoon geen
kruid tegen gewassen. Onder leiding van Filip Dewinter en Gerolf
Annemans werd ook in de parlementen zeer sterk werk geleverd: Vlaams
Belang was permanent de luis in de pels van het Belgische politieke
establishment. Dewinter en Annemans begonnen hun loopbaan met de
generatie van Martens, Dehaene en Verhofstadt op de regeringsbanken. Ze
overleefden die generatie, alsook die van Stevaert, De Decker en
Anciaux. Ze eindigen hun loopbaan met de generatie van Kris Peeters,
Maggie De Block en Bart De Wever. De eeuwige overlevers zijn nu
electoraal ten onder gegaan.

Hun invloed is echter enorm en blijvend. Ze hebben effectief een
groot deel van het politieke vertoog van vandaag mee geschapen. Een
overzichtje:

-Vlaams Blok/Belang plaatste vanaf het begin de migratie voorop als
eerste punt op hun agenda. Dat thema is niet weggegaan. Integendeel: het
is het thema waarop Maggie De Block nu scoort. Een doodziek debat van
bijna twee decennia is slechts beginnen kantelen met de toekenning van
het gemeentelijk stemrecht voor allochtonen – wat Filip Dewinter zijn
burgemeesterssjerp deed mislopen in 2006 – en de aankomst van een grote
en zeer bekwame generatie allochtone politici. Die zijn allemaal
“gematigd”, deskundig en in meerderheid vrouw. Meyrem Almaci is er het
hedendaagse boegbeeld van.

-Dat doodzieke debat is echter nog niet geheel weg. We blijven een
land waarin leidende politici zich smalend mogen uitspreken over
racisme, waarin discriminatie op de arbeidsmarkt en de
huisvestingsmarkt hoogstens op gezucht onthaald wordt, en waarin een
etnocratisch identiteitsideaal zeer belangrijke delen van het electoraat
blijft aanspreken. Het geprefereerde instrument van die etnocratie is
kennis van het Nederlands – een “soft” criterium dat enkel soft is voor hen op wie het niet wordt toegepast. Iets doen vóór allochtonen – het
met spoed wegwerken van de structurele scheeftrekkingen in het onderwijs
bijvoorbeeld – is in dit land nog altijd moeilijk bespreekbaar. Het is
geen deel van wat men verstaat onder een “herstelbeleid” en het komt
slechts aan bod als een soort gunstmaatregel, genomen niet omdat het
echt moet maar omdat men even vriendelijk wil zijn of lijken.

Law and order, een kernthema van Vlaams Blok/Belang vanaf dag een
tot en met nu, zijn vanaf het midden van de jaren 90 beginnen behoren
tot het kernarsenaal van zowat elke grote partij. Louis Tobback zei toen
dat veiligheid een zaak was voor iedereen, en daarom dus een geknipt
socialistisch thema. Liberalen, christendemocraten en
Vlaams-nationalisten sprongen mee op die trein, en we leven nu in een
samenleving die middels GAS-boetes en allerhande andere vormen van
surveillantie veel dichter op de huid van z’n burgers zit, en die naast
misdaad en misdrijf ook de eindeloze en onbeperkte categorie van
“overlast” hanteert als disciplineringsmiddel. Vlaams Blok/Belang genoot
intens van de veiligheidspaniek na 9/11 en was maar al te blij dat ook
anderen het intrinsieke verband zagen tussen Islam en onveiligheid.

-Vanzelfsprekend kwam Vlaams-nationalisme met het Vlaams Blok/Belang
op een geheel nieuwe manier op de agenda van de nationale politiek. Daar
waar het “federalisme” van Martens eertijds nog als uiterst
extremistisch werd beschouwd, verlegde het Blok/Belang de lat naar
onafhankelijkheid. De grens tussen wat “radicaal” en “gematigd” is kwam
daarmee ook helemaal anders te liggen. Het uiteenspatten van het
unitaire Belgie werd verkiezing na verkiezing bevestigd als een motief
dat vele stemmen trok, en N-VA heeft hiervan zeer dankbaar gebruikgemaakt. Maar merk op dat alle Vlaamse partijen onder druk van het
Blok/Belang veel nadrukkelijker zijn gaan opschuiven naar de “extreme”
vormen van Vlaams-nationalisme, en dat ze nu allemaal Vlaanderen als de
evidente horizon van hun politiek zien. Etnocratische identiteitsvisies
zijn al lang niet meer beperkt tot de flaminganten. Men kan dit alweer
vaststellen aan de consensus die er heerst wanneer het over de kennis
van het Nederlands in allerhande maatschappelijke domeinen handelt.

-Het Vlaams Blok/Belang heeft ten slotte ook de betekenis van
“democratie” veranderd. Ze heeft ze met name vernauwd, van een Groot
Verhaal tot een reeks regeltjes die draaiden rond verkozen worden en “de
stem van het volk” vertolken (hun aloude baseline luidt “wij zeggen wat
U denkt”). Wanneer men verkozen is, is men automatisch democraat, en
aangezien vrijheid van meningsuiting het hoogste goed is in een
democratie mag men zeggen wat men wil – het goorste racisme is dan
immers gewoon een “mening” die niet enkel vrij mag geuit worden, maar
die zelfs moet gerespecteerd worden door anderen. Dewinter was samen met
Stevaert een van de grondleggers van het populisme waarvan De Wever
thans geniet en waarin hij uitblinkt.

We zitten dus met een enorme en persistente erfenis van het Vlaams
Blok/Belang. Men kan de N-VA niet begrijpen zonder in te zien dat een
belangrijk aspect van het succes van De Wever erin bestond vlak naast
Dewinter te gaan staan en vanuit die plaats vooral stijlverschillen uit
te spelen. Straatvechter en Bullebak Dewinter stond naast Plezante en
Wat Tragische De Wever, die zodoende extreme standpunten als gematigd
kon verkopen. En De Wever vult het verhaal van Dewinter verder aan:
Filip greep naast de sjerp van Antwerpen die De Wever nu draagt, en
Dewinter mocht nooit meedoen met regeringsformaties terwijl De Wever er
al behoorlijk wat heeft afgelopen. Dewinter is nooit opgehouden de
gelijkenissen tussen het N-VA-beleid en de standpunten van het
Blok/Belang aan te wijzen. Hij had en heeft gelijk.

Het electorale kannibalisme van N-VA op Vlaams Belang blijkt uit alle
analyses. Het blijkt nog meer uit de lange lijst Belang-leden die de
laatste jaren zijn overgelopen naar de N-VA. Een creatieve telling van
de parlementszetels vandaag zou best kunnen uitwijzen dat er nu meer
(ex-)Belangers in het parlement zetelen dan in de hoogdagen van het
Blok/Belang. Daar kopen Dewinter en Annemans uiteraard niet veel mee.
Maar hun gedachtegoed blijft lekker voort leven in de extreemrechtse
grondstroom die van bedding is veranderd maar niet van karakter.

Ook andere partijen hebben inmiddels belangrijke delen van het Vlaams
Blok/Belang-programma als evidenties opgenomen in hun eigen
visieteksten. In die zin is er nooit van een cordon sanitaire sprake
geweest; of althans: het was een cordon dat mensen tegenhield maar
ideeën doorliet. Het heette immers dat Dewinter en Annemans “de juiste
vragen stelden maar foute antwoorden gaven”. Dat de overname van vragen
inhoudt dat men ook de uitgangspunten mee overneemt, heeft men pas veel
te laat beseft.

Het verdwijnen in de politieke en electorale marge is dan ook even
goed het verdwijnen van de mensen van het Vlaams Blok/Belang, niet van
hun ideeën. Het Blok/Belang heeft Vlaanderen effectief en ingrijpend  verrechtst: het politieke centrum ligt nu veel meer aan de rechterkant
dan toen het Blok zijn opgang begon, zowel wanneer het over identiteits-
en natievormende thema’s gaat als in het domein van sociaal en
economisch beleid, veiligheid, immigratie, openbare orde en democratie.
Het zijn grote brokken van het oude Blok/Belang-programma die een derde
van de Vlaamse kiezer naar N-VA hebben gezogen. De Wever bekt beter dan
Dewinter, maar wat hij bekt klinkt verdacht verwant aan wat Dewinter
bekte.

Annemans liet weten dat het Vlaams Belang ongetwijfeld terugkeert.
Dat is niet nodig: de erfenis blijft en ze is machtiger dan ooit
tevoren.

take down
the paywall
steun ons nu!