Vlaams minister-president Geert Bourgeois zei het maandag al na zijn septemberverklaring: voor de details van de besparingsoperatie van de Vlaamse regering, gelieve u te wenden tot de vakministers.

Oko (Overleg Kunstenorganisaties) kreeg dinsdagnamiddag meer uitleg van minister van Cultuur Sven Gatz. “We kregen geen goed nieuws te horen. De kunstensector krijgt de komende jaren – zoals vele andere maatschappelijke sectoren – een flinke besparing te slikken”, zo schreef Oko achteraf in ene mail naar de leden van de koepel.

De besparing zal iets milder zijn dan de operatie in bijvoorbeeld Nederland, maar overstijgt toch ruimschoots het begrip ‘kaasschaaf’, kregen ze van de minister te horen.

Oko noemt de concrete cijfers bikkelhard. De gezelschappen moeten gemiddeld 7,5 procent inleveren. Een zelfde percentage wordt uit de projectenpot gehaald. Bij de musea en de erfgoedsector moet er 4 procent weggesneden worden.

De zeven instellingen van de Vlaamse Gemeenschap (onder meer deSingel, het Ballet van Vlaanderen en de Ancienne Belgique) moeten het met 2,5 procent minder doen.

In oktober krijgen de sector te horen hoe de besparing zal verdeeld worden over de gezelschappen. Gatz heeft al gezegd dat hij niet van een lineaire operatie houdt. Mogelijk kijken sommige gezelschappen dus tegen een veel hogere besparing aan.

“Op dit ogenblik zijn al heel wat kunstenorganisaties ondergesubsidieerd; een bijkomende korting brengt hun voortbestaan in gevaar”, reageert Oko. “Het projectenbudget was al leeggeroofd; de artistieke instroom komt nu nog meer onder druk te staan. De loonkost van de organisaties ligt hoger dan de subsidies, dus het is een zekerheid dat er ingegrepen zal moeten worden in de personeelsbestanden van organisaties.”