In juni haalde de Progressieve Partij van president Vučić meer dan 60 procent van de zetels binnen tijdens de federale verkiezingen. Critici vinden dat hij de anti-coronamaatregelen te snel versoepelde om die verkiezingen te kunnen laten doorgaan.

De opkomst voor die stembusgang lag met 49 procent zeer laag. De oppositie had opgeroepen om de verkiezingen te boycotten. Zij vinden dat de regering er alles aan doet om de oppositie monddood te maken. Ook de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) gaf na de verkiezingen aan dat de regeringspartij een “overweldigend voordeel” had doordat het regeringsbeleid gepromoot werd in de meeste grote media.

De weken voor de verkiezingen liet de regering plots wel weer grote evenementen toe. Onder meer op een voetbalmatchen raakten opnieuw mensen besmet waardoor het aantal besmettingen weer bijna even hoog is als in april.

De naam van de partij van Vučić is misleidend. Veel progressief is er niet aan de partij die een afsplitsing is van de radicaalrechtse Radicale Partij. De Progressieve Partij behield de rechtse en conservatieve standpunten, alleen van de anti-Europese lijn werd afgestapt.

Om zijn greep op de Servische staat te vergroten maakt Vučić gebruik van bekende recepten. Media zijn afhankelijk van overheidsadvertenties. Organen die de media moeten controleren worden gevuld met getrouwen van de regerende partij. Onafhankelijke journalisten en klokkenluiders worden opgejaagd. Ook de rechterlijke macht worden meer en meer onder controle van de regering geplaatst.

Protest wordt hard neergeslagen of geïnfiltreerd door extreemrechts zoals vorige week nog gebeurde in Belgrado.

“De burgers van Servië worden hun basisrechten ontnomen met de pandemie als excuus. Mensenrechten van burgers, werknemers, journalisten worden brutaal geschonden. Tegen betogers wordt geweld gebruikt. Veel inwoners van Belgrado kregen de voorbije dagen te maken met politiegeweld”, aldus de betogers in Brussel.