De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Oorlog, en Feldpolizei in het dorp bij Leuven. Pakkend met Vrancken.

woensdag 14 juni 2023 22:01
Spread the love

Intussen heb ik een derde van het boek over de oorlog en het Verzet in het Leuvense, het ongelofelijke stuk familiegeschiedenis van Rita Vrancken gelezen, “Ge wint geen oorlog zonder verzet”.
Tussentijds laat ik graag weten hoezeer ik onder de indruk ben. Van elke bladzijde. Van elk van de korte hoofdstukken, telkens vanuit het standpunt van een wisselend personage.

Het verslag komt me dichtbij. Omdat Rita een “bevlogen schrijfster” is, zoals Tom Lanoye zeer juist opmerkt, maar ook omdat ik vaak de typische half-dialectische uitdrukkingen terug “hoor” die tot onze moedertaal in de sixties en seventies hebben behoord in Heverlee en Leuven.

Vrancken is echt een kei van een schrijver.
Minder dan bij menige grote naam in het wereldje ervaar ik gezochte effecten. De toon en de vertelstem is de bescheidenheid zelve; zoals deze gewone Belgische dorpsmensen moeten geweest zijn. Rita kruipt echter zo goed in de huid van haar personages, die dus ook historische figuren en bloedverwanten zijn, dat ze me moeiteloos telkens treft en met beide voeten in oorlogsgebied neerzet in die jaren veertig.

Als lezer maak ik het allemaal mee. Ik ruik met de neus van jongens als Marcel of Jean, en ik doe mee aan hun defensieve gevechten met de boosaardige leeftijdsgenoten, zonen van de laaghartige collaborateur next door. Ik hoor de stoomfluit van de tram en kan me eindelijk voorstellen wat het was als je in de stoomtrein stapte en onder dikke wolken opstijgend uit de locomotief vertrekt, gezeten op de houten banken.

Ik deel het echtelijke bed van Rosa en Raymond, alsof ik de partner was; de gedachten over de worsteling tussen de aanwezige begeerte en beperkende omstandigheden komt diepmenselijk-vertrouwd voor. De kou voel ik in de bossen in januari, ik smaak het spek en de eikelkoffie gekocht met rantsoenbonnen. En ik ben opnieuw in het gevangenenkamp van Breendonk dat ik in april in real life bezocht en aan een onderzoek onderwierp; maar nu in oorlogstijd, voortgedreven en mishandeld door de kapo’s en Untersturmführers…

Over de veldslagen en de grote en kleine politieke beslissingen van WO II las ik al duizenden bladzijden vanuit het standpunt van sraarshoofden, generaals en simpele frontsoldaten maar voor het eerst lees ik een relaas in romanvorm – met beklijvend invoelbare personages – over de kampen; ik ervaar het als een voorrecht en een bron van vertrouwen en hoop, dat ik dit bezoek mag doen, bij de hand genomen door deze auteur.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!