De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Omdat we onze plaats niet meer kennen, dreigt een afschuwelijke toekomst

dinsdag 26 januari 2021 23:32
Spread the love

Vandaag vind ik inspiratie in een artikel van zeventien wetenschappers dat voorspelt dat de mensheid een afschuwelijke toekomst te wachten staat. Werner Trio, wetenschapsjournalist bij Klara Cultuurradio geeft op zijn Facebook profiel deze inleiding: “Rapport van 17 wetenschappers, met o.m. Paul Ehrlich: de planeet staat volgens hen voor een ‘afschuwelijke toekomst van massale uitsterving, toenemende gezondheidsproblemen en door klimaatverandering veroorzaakte onrust die het voortbestaan ​​van de mens bedreigen vanwege onwetendheid en passiviteit’. Volgens hen zijn we ons amper bewust van de urgentie van de biodiversiteit- en klimaatcrises.” Uitzicht en oplossing kan er volgens mij toch nog komen: en wel vooral van humane wetenschappers die tevens Fingerspitzengefühl bezitten over de natuur en de dierenwereld. Het goede nieuws is: die bestaan, en zelfs in Vlaanderen!

 

Update: toevoeging citaten uit het opiniestuk “We kennen onze plaats niet meer” van P. Verhaeghe op 27 jan. 11 u.

 
Mijn bedenkingen zijn dan de volgende.
 
– Op het persoonlijke vlak eerst: het lijkt mij absoluut juist dat de mensheid zich veel te weinig bewust is van de gevaarlijke en dreigend -vernietigende toekomstige toestand. – Persoonlijk beschikte Ik dit over een besef van de eraan komende reuze crisis in biodiversiteit, milieu, klimaat… wél al ontwikkeld, zelfs als veertienjarige, in 1976.
Op allerlei manieren heb ik intussen aan brede bewustwording meegewerkt.
Vanuit die positie is het verdomde lastig nu niet met minachting naar beleid en lomp of niet nadenkende, niet alerte burgers (en wetenschappers en organisaties) te kijken..
En toch… Vanmorgen zei ik nog tegen mijn vrouw, toen wij in het straatbeeld opnieuw een aanpassing in ecologische zin opmerkten: wat een magisch voorrecht: ik mag dagelijks de wereld een stukje meer zien worden zoals ik hem als kind met kracht en diepe overtuiging heb gedroomd…

Strategische suggesties

In het artikel roepen de wetenschappers hun collega’s op vooral beter te gaan de dingen “zeggen zoals het is”. Ook in ons land is dit een groot probleem. Academici nemen te weinig en te weinig krachtig deel aan het maatschappelijk debat. Ik mag die kritiek leveren, vanaf 1989 zijn tientallen opiniestukken van me verschenen en duizenden bijdragen via het internet. Twee jaar geleden is een interuniversitair initiatief gestart om hoogleraren te ondersteunen uit hun kot te komen, ik wens het veel succes. – Dat de schrijvers in “Frontiers” dit nu zo duidelijk vragen, heeft allicht alles te maken met het goede voorbeeld dat Greta Thunberg de wereld heeft geboden.
Een van mijn klassieke adviezen op strategisch niveau, over de middellange termijn en voor denkers en schrijvers, is verder, dat weet mijn goede kennis Trio wellicht,  dat wij dringend met de intelligentsia “naar het diepe moeten varen”: we moeten àf van de fixatie op de heel beperkte bijdrage die positieve wetenschappers zoals virologen en klimaatonderzoekers vanuit hun professioneel bubbeltje leveren en kunnen leveren. Dat is pure symptoombestrijding. Het is vanuit de Humanities dat de echte oplossingen zullen moeten komen.
We moeten samen naar de wortels van deze crisissen. Tenslotte is het probleemcluster niet veroorzaakt door een gas als CO2, maar wel het gevolg de MENTALITEIT van de hedendaagse mens. Onze houding (van gebrekkige aandacht, kennis, zorg en eerbied) naar de Natuur, in het bijzonder.

Andere waarden dringen zich op

En aan de andere kant krijgen we inderdaad de prijs gepresenteerd van onze fixatie op geld en macht en overmatige trots en de vele psychopatische figuren die leiding geven (Vanavond las ik nog hoe Ike Eisenhower jaren na de oorlog rancune behield naar generaal Montgomery, die hij duidde als een psychopaat met een enorm egocentrisme). In de kinderboeken van de jaren zeventig en tachtig werd door de auteurs, (ongetwijfeld wijzer geworden door bewustzijn over de ramp van WO II),  op elke bladzijde tegen de nefaste nevenwerkingen van zucht naar geld, macht en prestige verwezen. Intussen moet het verwijt ook gaan over andere verkeerd uitgegroeide waarden en verlangens, ook bij de bevolkingen: zaken als veiligheid, comfort, pensioen, extreem shoppen…

Menswetenschappers hebben iets te zeggen

Daarom zal de heilbrengende bijsturing van het schip volgens mij moeten komen van wetenschappers en denkers uit de Humane Wetenschappen. Mensen die de natuur én vooral de mens bestuderen en begrijpen. Zoals theologen, psychologen, antropologen, historici, sociologen, eco- en andere filosofen ethologen (onderzoekers van het dierengedrag). Ik zie hoopvolle elementen in de stem van de vrouwelijke onderzoekers die elk jaar meer gehoord wordt. Zij zijn van nature beter in staat vanuit bescherming en zorg te denken. 
Laten we vooral ook deze crisis in de realiteit, in de existentie, aangrijpen om veel meer de krachten te bundelen en de blik te verruimen: door over de vakgebieden heen te studeren en syntheses tot stand te brengen.
Een voorbeeld: hoe kon een mensheid de aanstaande rampen ook maar een beetje tijdig zien komen, wanneer de grote tijdslijn van de geschiedenis van aarde, van de natuur (geologie, fauna en flora), de menswording (hominisatie als uniek warmbloedig sociaal zoogdier) en geschiedenis in de strikte, traditionele zin nergens, nergens in beeld komt in één vak of zelf in een boek… We hebben Darwins nodig om deze strijd te winnen. En exacte wetenschappers met sensitiviteit voor de mystieke dimensie, zoals Albert Einstein.
Een bekende Vlaming die zijn inzichten in de psychologie combineert met een goed aanvoelen van de natuur is Paul Verhaeghe. Zoals ikzelf heeft hij zich in zijn jeugd met passie beziggehouden met de ornithologie. In de eindnoot onderaan geef ik een citaat uit een recent opiniestuk van deze profetische menswetenschapper.
Het essay van econoom en filosoof Antoon Vandevelde is anderzijds een voorbeeld hoe “Het geweld van geld” grotendeels niét zichtbaar wordt voor de (redelijk toonaangevende wetenschapsklasse van de) economen. Dat geweld van hebzucht en zakelijkheid gericht op snelle efficiëntie maakt in mijn analyse legers aan slachtoffers. Bij de mens, cfr. een overvolle psychiatrie en dito gevangenissen, en al evenzeer bij de Grote Natuur. We hebben met andere woorden Geld, veelal ongezien dan nog, tot een gevaarlijke en destructieve afgod laten uitgroeien. Een Ring van Tolkien.

De diepe mens: mijn bron van Hoop

Toch blijf ik hoop koesteren. De bijsturing is ingezet, elke dag gaat het beter. En ik put veel hoop uit een besef dat in de taal van vele volkeren en culturen is ingebed: het woord crisis betekent er altijd iets als “gevaar” maar ook “kans”.
De laatste tijd lees ik veel oorlogsverslagen en studies over militaire geschiedenis. Misschien is dit onbewust mijn persoonlijke voorbereiding op de tijd van ontbering en gevaar die er dreigend  staat aan te komen. Ofwel vind ik in die lectuur een nostalgische herinnering aan de zielenpijn waar ik ben doorgegaan als adolescent die iets immens  zag dreigen, en strijd moest voeren om medestanders te vinden en manieren van tegenkrachten inzetten.
In elk geval lees ik op de laatste bladzijde van de geschiedenis van het Ardennenoffensief door historicus Anthony Beevor ook hoe de Duitse aanval ook juist is faliekant afgelopen omdat de troepen en propaganda van Hitler, zowel in Rusland als in de Ardennen en elders, evenals de tactiek van de Japanners bij hun inval in China in 1937g, er op had gerekend de volkeren met angst voor gevaar te verlammen. Dat pakte anders uit, zo schrijft Beevor: “… de schok van de totale oorlog (zorgde) niet voor de verwachte universele paniek en ineenstorting. In plaats daarvan lokte deze een kritische massa uit van wanhopig verzet, een koppige vastberadenheid om door te vechten, al werden de mensen omsingeld. Toen Duitse formaties schreeuwend en fluitend aanvielen [en Stuka’s terreur poogden te zaaien met hun sirenes en de Gestapo mensen wreed intimiderend behandelde, SHS], vochten geïsoleerde compagnieën die dorpen op sleutelposities verdedigden door tegen een een overweldigende meerderheid. Door hun offer wonnen ze tijd die nodig was om versterkingen aan te voeren, en dat was hun essentiële bijdrage aan de verwoesting van Hitlers droom.”
De bijdrage van iedere man, ieder mens, elke burger-organisatie, elke politieke partij, elke milieuvereniging, elke huismoeder, elke student, elk vijftienjarig meisje is van tel en van belang.

Harde tijden dragen ook meer hoop in zich

We gaan volgens mij keiharde tijden tegemoet. Maar dat is ook interessant en verdiepend. Het leven van ons en onze kinderen zal niet saai zijn, er zal minder gevaar zijn in decadentie, vervreemding, zinloosheidservaring, isolement  en depressie te vervallen. De mens van de eenentwintigste eeuw zal niet in sluimer wegdeemsteren. Hij zal iets van zijn korte aardse bestaan kunnen maken. Hij zal zijn hele wezen, lichaam, hart en geest kunnen oefenen en aansterken. Zoals een atleet slechts sterke spieren en uithouding kweekt onder een serieus, veeleisend trainingsschema. In oorlogstijd ken je veel ontbering en miserie, maar je krijgt kansen om het beste uit jezelf naar boven te halen. Omdat het niet anders kan. Ik put troost en hoop uit mijn grondige kennis van het menselijke wezen en zijn heel lange geschiedenis op aarde. Ons lichaam en onze geest zijn gesmeed onder veel zwaardere omstandigheden en uitdagingen dan het bestaan dat wij, de mensen in ontwikkelde landen tijdens de laatste decennia voor mogelijk houden. Die  potentialiteiten zitten nog steeds in ons. In de nood leert men niet alleen zijn vrienden kennen, maar hij leert ook zijn/haar eigen verborgen krachten kennen en hij/zij krijgt mooie kansen ze op heilzame wijze, en niet louter voor het eigen persoontje, in te zetten.
De toekomst is, wat sommigen ook graag mogen verkondigen, beslist nog niet massief pekzwart.
De grote eeuwige uitdaging voor de mens is in feite altijd deze geweest: zichzelf waarmaken via de weg van lichtjes edelmoedige en zorgzame, ethisch verantwoorde manieren en inzet voor anderen, of vervallen in het tegendeel, zij ziet zich in de komende decennia enkel maar scherper gesteld dan dit sinds een viertal generaties het geval was. Wie dan een beetje weet wat er staat te gebeuren, zo is mijn hoop als observator en schrijver, is wellicht beter gewapend om de beste keuze te maken. De keuze die recht doet aan onze menselijke ziel, die is gevormd gedurende duizenden millennia van ontwikkeling. Niet alleen, maar samen.  De momenten van zelfgekozen afzondering zullen van mens tot mens verschillen. Zij zijn legitiem als zij aanleiding mogen geven tot telkens vernieuwde altruïstische inzet. En bedenk daarbij: “Wie doet waartoe hij kan, is zijn bestaan waard”. Die visie ziet zich trouwens bevestigd en begrenst in een andere bekende Franse wijsheid: “A l’impossible, nul n’est tenu”: het onmogelijke kan je van niemand eisen. Capituleren mag af en toe. Het zal er in de zware jaren die voor de boeg liggen ook juist op aan komen… gewoon kleine goede, onzelfzuchtige daden te blijven stellen, ook in de meest lastige omstandigheden. Franse filosofen spreken van “La petite bonté”. De gevangen soldaat van de vijand die uitgeput aanklopt aan de deur van je bescheiden boerderijtje toch gewoon een beker water geven. In dit verband wil ik nog eens onderlijnen dat ware goedheid ook juist inhoudt dat je kleine daden van kritiek levert, dag na dag. Te tolerant zijn is niet te best. Ik zou graag zien dat iedereen meedoet om een geest van slechte wil tegen te gaan die bijvoorbeeld opduikt en zichtbaar wordt op sociale media. Stemmen van kinderachtig, balorig en destructief gehalte. Vandaag las ik nog iemand die zich rancuneus uitliet: de overheid laat mij als eigenaar van zonnepanelen vallen; wel, ik plaats morgen een houtkachel en gooi mijn duurbetaalde warmtepomp weg. Een overwinning op de grote gevaren die opdoemen aan de einder vraagt dat wij niet alleen vriendelijke daden stellen. Als je temperament ervoor geschikt is, gebruik ook wijze en betrokken, constructieve vermaningen. Ik zie nog altijd veel te weinig afkeurende boze smileys bij kwaadaardige uitlatingen op sociale media. Wie manifest geen goede wil toont en in de fout gaat op de vingers tikken, dat is ook een goede bijdrage leveren.
De geschiedenis geeft volgens mij inderdaad nog deze les: grote gevaren en uitdagingen, de mensheid is er ook vaak omheen en doorheen gekomen door de inzet van elke medemens, elk lid van zijn gemeenschap. In simpel Nederlands: alle beetjes helpen. Voorwaarts, en let goed op!

Eindnoot

Paul Verhaghe, schrijver, kritisch denker en psycholoog die prominent aan het maatschappelijk debat deelneemt, schreef een profetisch opiniestuk in De Standaard de dato 14 december. De psycholoog die ook amateurbioloog is, beantwoordt aan het type wetenschapper dat we nodig hebben om passende oplossingen te bedenken en uitwegen te vinden. Ik geef graag enkele citaten uit dit opiniestuk waar ik mij volkomen kan in terugvinden.
De titel van het stuk is “We kennen onze plaats niet meer”. De intro luidt: “Paul Verhaeghe hoopt dat we door de pandemie een realistischer zelfbeeld ontwikkelen en ons niet langer boven de natuur plaatsen”. Een paar citaten: “Over afzienbare tijd zal covid-19 voorbij zijn. (…) De maatregelen zullen niets veranderen aan de achterliggende oorzaken die aan de basis liggen van nog veel grotere problemen, met name het verlies van de biodiversiteit en de klimaatverandering. Technologische rapporten kunnen gereduceerd worden tot eenzelfde grond: wij zijn onze plaats vergeten. “We denken dat we buiten en boven de natuur staan en dat we haar naar eigen goeddunken kunnen veranderen, ten faveure van ons welzijn Wij wanen ons halfgoden als Prometheus, die het vuur ontstolen aan de goden. Net zoals Prometheus zullen we daarvoor een prijs betalen.” “Het mateloze geloof in het eigen kunnen maakt dat we het niet  nodig vinden om onze levensstijl fundamenteel te wijzigen, in de illusie (…) dat de problemen zullen verdwijnen op grond van nog te ontwikkelen technologieën.” We weigeren “stil te staan bij de ellende waarmee wij de volgende generaties opzadelen. Wat biologen en klimaatwetenschappers al geruime tijd en op grond van overtuigend bewijsmateriaal naar voren schuiven, ontkennen we en maken we zelfs verdacht. Wij zijn de heersers van de wereld, de blik trots voorwaarts gericht. Wie ons tegenspreekt, is dom of onwetend, leve de vooruitgang!” “Zo’n ernstige afwijking op het vlak van zelfkennis heeft in de geschiedenis van de psychiatrie verschillende benamingen gekregen (megalomanie, psychopathie, narcisme), telkens met de vermelding dat deze stoornis nauwelijks te behandelen valt.” “Mijn hoop is dat de pandemie het begin wordt van een schokgolf waardoor we een ander zelfbeeld  kunnen ontwikkelen, een dat dichter aanleunt bij de realiteit. Een zelfbeeld waarmee we ons niet buiten (…) de natuur plaatsen, maar wel als een onderdeel beschouwen  van een groter geheel dat geregeerd wordt door wetmatigheden en toeval die ons grotendeels overstijgen. (..) Het besef dat wij voortdurend in interactie zijn met de omgeving waar we een deeltje van zijn, begint nu pas tot ons door te dringen. Ter overweging: ons lijf draagt honderden biljoen virussen, bacteriën en schimmels en gisten mee. Ze maken deel uit van wie we zijn, en als we ze al te hardnekkig proberen te verwijderen, dan wordt ons lijf, als onderdeel van dat geheel, ziek. Hoe meer inzicht we verwerven in dat interactieve geheel, des te groter worden onze verwondering en bewondering. (…) De kennis die we moeten nastreven, kan ons helpen om mee te deinen met het systeem, en niet  – zoals nu het geval is – om de eigen plaats in dat systeem te vernietigen. De natuur kan zonder ons, wij kunnen niet zonder de natuur.”

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!