Demonstratie van 13 januari tegen de wet die huwelijk en adoptie voor koppels van hetzelfde geslacht openstelt (Foto: Christophe Becker)
Opinie, Nieuws, Europa, Samenleving, Politiek, Frankrijk, Adoptie, PS, François Hollande, UMP, Homohuwelijk, Nieuwe wetgeving, Assemblée national - David Paternotte

Huwelijk en adoptie in Frankrijk: de clichés voorbij

Meer dan twee weken parlementaire debatten, 5362 amendementen, talrijke slapeloze nachten in de nationale Assemblée en manifestaties die honderdduizenden tegenstanders samenbrachten in de straten van Parijs. Het Franse debat over het openstellen van het huwelijk en de adoptie voor koppels van hetzelfde geslacht doet de wenkbrauwen fronsen. President Hollande kwam zo zijn electorale belofte na. Op dinsdag 12 februari stemt de Assemblée.

dinsdag 12 februari 2013 15:25
Spread the love

De stemming van 12 februari in de nationale Assemblée betekent niet het einde van de discussie, al is de verwachting dat de uitslag positief gaat zijn – dus vóór een wet die huwelijk en adoptie openstelt voor partners van hetzelfde geslacht. Het is een lang aanslepend debat en de definitieve tekst zal waarschijnlijk niet voor mei of juni aangenomen worden. De oppositie is hardnekkig.

De situatie in Frankrijk steekt schril af tegen de rust die België kenmerkte in 2003 en, in mindere mate, in 2006. Ze wekt extra verbazing door het contrast met de meer recente goedkeuring van een vergelijkbare wettekst door het Britse Lagerhuis na een debat dat amper zeven uur duurde, ondanks heftige verdeeldheid binnen de conservatieve partij.

Velen vragen zich af wat er in Frankrijk aan het gebeuren is. Is dit land, dat zich als grondlegger van de mensenrechten en de moderne staat beschouwt, misschien conservatiever?

Niet homofoob

Allereerst is het goed om voor ogen te houden dat uit verschillende internationale studies blijkt dat Frankrijk niet meer homofoob is dan zijn buurlanden. Het recentste rapport over discriminatie binnen de Europese Unie, gepubliceerd door de Europese Commissie in 2012, situeert Frankrijk boven het Europese gemiddelde.

73 procent van de ondervraagden voelen zich op hun gemak in het gezelschap van iemand die homo, lesbienne of biseksueel is (tegenover 66 procent voor het Europa van de 27 lidstaten). Ook hebben talrijke peilingen aangetoond dat de Fransen het openstellen van het huwelijk in meerderheid ondersteunen.

Hier staat tegenover dat Frankrijk op één bepaald vlak fundamenteel verschilt van zijn buurlanden: door de verscheidenheid van het discours dat gevoerd wordt tegen gelijke rechten voor homo’s en lesbiennes, vooral op familiaal gebied.

Zo’n discours vloeit niet alleen voort uit Vaticaanse doctrines, maar ook uit een veelheid aan academische disciplines die een mengeling zijn van psychoanalyse, filosofie, rechtsleer, antropologie en sociologie.

Getuige hiervan de talloze verwijzingen naar het verschil tussen de seksen, de wet van de vader, de symbolische orde of de dualiteit van de mensheid: allemaal specifiek Franse opvattingen die nochtans voor universeel geldig worden aangezien.

Uit de geschriften van bijvoorbeeld de filosofe Sylviane Agacinski, tevens de echtgenote van Lionel Jospin, blijkt dat dit soort discours vaak stamt uit de tijd van het PACS, het wettelijk samenlevingscontract dat in 1999 werd ingevoerd.

Dit discours bepaalt nog steeds de lijnen waarbinnen het debat wordt gevoerd en slaagt erin tegenstanders bijeen te brengen die niet exclusief uit de rangen van conservatieve katholieken komen.

Zo namen de socialistische oud-premiers Lionel Jospin en Michel Rocard, net als andere linkse en centrumlinkse figuren, de voorbije maanden in de media duidelijk stelling tegen het wetsontwerp rond het huwelijk.

Familiebeeld

Het zou dan ook verkeerd zijn te denken dat het debat vooral gevoed wordt door een morele verwerping van homoseksualiteit. In die zin worden de tegenstanders vaak minder geleid door de angst voor holebi’s (ondanks talrijke uitschuivers in die richting), maar meer door het verlangen om een bepaald beeld van de familie te verdedigen.

Zoals het huidige debat aantoont, vormt niet zozeer het huwelijk of zelfs de adoptie op zich het probleem. Het is de afstammingskwestie. Wat vele Fransen bezighoudt, is de manier waarop de wet bepaalt wie de ouders zullen zijn binnen een homokoppel en wie het recht heeft om een ouder te worden.

Hierop volgen dan bijwijlen verontruste en verwarde discussies over de zogezegde verdwijning van de termen moeder en vader uit het burgerlijk wetboek, polemieken over het bepalen van de familienaam en paniek over het uitwissen van het verschil tussen de seksen, een verschil dat tot basisprincipe van de mensheid wordt verheven.

Het is dezelfde paniek die het verzet voedt tegen het openstellen van medisch begeleide voortplanting voor lesbiennes (een procedure die in Frankrijk nog altijd uitsluitend beschikbaar is voor getrouwde heterokoppels), evenals de weigering om elk debat over het draagmoederschap aan te gaan, precies omdat dit voorgesteld wordt als noodzakelijk de volgende juridische stap zodra het huwelijk en de adoptie opengesteld worden voor koppels van hetzelfde geslacht.

Deze discussies zijn in feite eeuwenoud, zoals de auteurs Daniel Borrillo en Bruno Perreau hebben aangetoond. Tegen een moderne visie op de relaties tussen individuen in, streven ze het fantoom na van een rechtsleer die bepaald wordt door de orde van de natuur.

Context

Toch volstaat enig begrip van dit bijzonder specifieke discours niet als verklaring voor de wending die het huidige debat heeft genomen. Men moet zich ook afvragen waarom een veeleer discrete en verdeelde minderheid beslist heeft om op 13 januari massaal op straat te komen, en een nieuwe manifestatie aankondigt voor zondag 24 maart.

Net zo goed moeten we nadenken over de redenen waarom verscheidene rechtse politici zich vastbijten in de verdediging van een onwaarschijnlijk aantal amendementen, op het gevaar af hun nachten door te moeten brengen in de Assemblée nationale.

In dit opzicht is het van essentieel belang te kijken naar de context om te kunnen begrijpen wat er vandaag de dag gebeurt. Naar mijn mening komt de huidige situatie vooral voort uit een combinatie van drie elementen die de nodige ruimte hebben gecreëerd voor tegenstanders van het openstellen van het huwelijk, en hen ertoe uitgenodigd hebben zich te verenigen.

Polariserende media

Ten eerste, en in tegenstelling tot wat in verschillende pionierslanden het geval was, maakte de openstelling van het huwelijk en de adoptie uitdrukkelijk deel uit van het programma van een socialistische kandidaat van wie men bovendien kon aannemen dat hij de verkiezingen zou gaan winnen.

Die duidelijkheid liet de hardnekkigste tegenstanders toe zich te beginnen organiseren. In alle luwte hebben zij hun strategieën en argumenten verfijnd en de fundamenten gelegd voor nieuwe allianties waarvan zij vandaag de vruchten plukken.

Ten tweede moeten we even teruggaan naar de lancering van het maatschappelijk debat in de herfst van 2012. Terwijl alles erop leek te wijzen dat de presidentiële belofte in alle discretie zou worden omgezet in wetgeving, gingen de media – inclusief de linkse media – actief op zoek naar tegenstanders.

Deze context liet niet alleen de standpunten van de katholieke hiërarchie weerklinken, maar liet ook nieuwe spelers als de christelijke comédienne Frigide Barjot ten tonele verschijnen en kende hen meer gewicht toe dan ze voordien hadden. Door hun mening te verspreiden stelden de media hen in staat sympathisanten te bereiken buiten hun normale achterban.

De talrijke hoorzittingen met experts in het parlement versterkten die dynamiek. Ten slotte is de mobilisatie van de tegenstanders ook aangezwengeld door de onhandige reacties van bepaalde commentatoren, die het debat aanwakkerden over controversiële thema’s zoals de scheiding tussen kerk en staat. Het ‘homohuwelijk’ werd zo het symbool voor andere zaken, waardoor een veel breder debat is ontstaan.

Deze context heeft onmiskenbaar de nodige ruimte gecreëerd voor een mobilisatie van de tegenstanders. Het mobiliserende effect werd bovendien versterkt door de strategie van sommige opposanten. Na de belangrijke nederlagen die de rooms-katholieke kerk in Europa en Zuid-Amerika heeft geleden, kan ze zich niet veroorloven haar ‘oudste dochter’ te verliezen.

Koudwatervrees

Verscheidene kaderleden van de grootste rechtse oppositiepartij, de UMP, hebben in het debat een manier gezien om hun interne verdeeldheid weg te werken.

Om die reden hebben de tenoren van de Franse rechterzijde – zoals de vroegere eerste minister François Fillon, de voorzitter van de UMP Jean-François Coppé, of de gewezen raadgever van Sarkozy, Henri Gaino – ervoor geopteerd zich op de kwestie te profileren.

Het extreemrechtse Front National van zijn kant is niet van plan de oppositie aan de UMP over te laten. Het is zelfs niet te beroerd gebleken om verscheidene amendementen van traditioneel rechts te ondersteunen.

Ten derde heeft de afwezigheid van een duidelijke boodschap vanuit de socialistische partij, die niet ophoudt tegenstrijdige signalen uit te zenden, de tegenstanders ervan overtuigd dat de strijd nog niet gestreden is.

Hoewel de PS al in 2004 een duidelijk engagement is aangegaan, dat sindsdien door talrijke militante holebi’s is verspreid, hebben president Hollande en zijn regeringsploeg sinds de verkiezingen een vreemde koudwatervrees getoond.

De ministers, die talrijk aan het maatschappelijk debat hebben deelgenomen, zijn posities gaan innemen die soms van elkaar afweken en niemand is tussengekomen om de socialistische communicatie recht te trekken. De partij en parlementsleden hebben op hun beurt de regering onder druk gezet.

Niemand twijfelt vandaag nog aan de opvattingen van de minister van justitie, Christiane Taubira. Tegelijk dienen de strijdlust en het geduld van het merendeel van de socialistische verkozenen beklemtoond te worden.

Wat na de wet?

Maar zelfs als naar alle waarschijnlijkheid in de loop van 2013 het huwelijk en de adoptie opengesteld zullen worden voor koppels van hetzelfde geslacht, dienen we ons af te vragen wat er niét in de wet zal staan en hoe dit de mobilisatie van de tegenstanders op zijn beurt zal voeden.

Want de terugtrekking van het socialistische amendement op de medisch begeleide voortplanting, de verrassende aankondiging van een wet over het gezin en het tot de orde roepen van de minister voor de gezinnen, Dominique Bertinotti, door eerste minister Ayrault, zijn even zovele signalen die geïnterpreteerd kunnen worden als overwinningen voor de tegenstanders.

De PS behandelt het onderwerp van de afstamming met fluwelen handschoenen en vaak op een onzekere manier, en is blijkbaar niet bereid enkele van de heel specifieke principes in vraag te stellen die de juridische behandeling ervan in Frankrijk regelen.

Blijvend effect

Om te besluiten: de huidige slagkracht van de tegenstanders van de openstelling van het huwelijk en de adoptie voor koppels van hetzelfde geslacht is niet zozeer het gevolg van een atavistische vorm van homofobie bij de Franse bevolking, als wel van het culturele gewicht dat een bepaalde ideologie over afstammingskwesties heeft en van de samenloop van verschillende contextuele elementen.

Als die vaststelling ons toelaat de toekomst met een zekere sereniteit tegemoet te zien, is het tegelijk duidelijk dat de mobilisatie van de tegenstand niet in een handomdraai zal verdwijnen.

Zeker niet als intussen ook wordt aangekondigd dat de medisch begeleide voortplanting besproken kan worden in het kader van een andere wet, waarvan de inhoud nog niet eens gedefinieerd is.

In elk geval staat vast dat het leed en de pijn die in de loop van het debat worden veroorzaakt een blijvend effect zullen hebben op de vrouwen en mannen die het slachtoffer ervan zijn.

David Paternotte

David Paternotte is als postdoctoraal onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FNRS) verbonden aan de ULB. Hij is de auteur van ‘Revendiquer le ‘marriage gay’: Belgique, France, Espagne’ (Ed. de l’Université de Bruxelles, 2011).

Uit het Frans vertaald door Bart Eeckhout en Lies Xhonneux (Universiteit Antwerpen).

take down
the paywall
steun ons nu!