Vandaag 22 mei is de geboortedag (1917) van een creatieveling die ons land op de wereldkaart zette: Hergé, de bedenker & tekenaar (en scenarist) van de stripheld der striphelden, Kuifje. In het Frans kreeg de veelzijdige verdediger van de kwetsbaren en van het Recht en.van ‘s lands veiligheid de naam Tintin, in het Duits werd het Tim, in het Amerikaans Tintin, maar de werken zijn in tientallen talen vertaald.
Ook de andere personages gaan al bijna tachtig jaar de wereld rond: de zelfgenoegzame maar geregeld verrassende, en altijd geleerde professor Zonnebloem; de driftige, luidruchtige maar ook profetische wereldburger met voorsmaak voor fijne Whisky, kapitein Haddock; de trouwe, denkende en maagdelijk witte hond Bobby (in het Duits Struppi, in het Engels Snowy, in het Frans Milou); de geheimzinnige en blijkbaar net niet achterlijke gebroeders (?) politierechercheurs Janssen en Janssens; de bekende, onvermijdelijke grote boeven als psychiater en valsmunter Müller, de filmtycoon Rastapapoulos; de Vlaamse ritselaar en verkoper van alles; de ijdele operazangeres Castafiore, de Chinese vriend Chang en zoveel andere kleurrijke en bijblijvende karakters.
Ons spraken de figuren en verhalen meteen aan, toen we als zesjarigen met lezen van strips een aanvang maakten. Ook juist omdat de figuren vele landen aandoen bij hun avonturen, iets wat onze moeder Maria en vader Peter tijdens hun werkzaamheden eveneens meemaakten en wat de huissfeer tekende. Ik herinner mij dat ik als kind niet begreep waarom sommige grote mensen tegen strips waren. Vandaag begrijp ik dat boeken met lange, weloverwogen en goed gereasearchte teksten nog een veel rijker en indringender ervaring en inzichten kunnen bieden. Ik blijf echter een liefhebber van het genre.
Een generatie als de mijne, die in de jaren zeventig in dagen opgroeide waarin de kunstwerken en literatuur nog de echo’s van de wereldoorlog doorklonken, kwamen deze ook juist in de vorm van aansporingen voor de jeugd om nooit wraakzuchtig te zijn, de kameraden uit de nood te helpen, niet racistisch te worden, waakzaam, dapper, verstandig, nadenkend, creatief en geduldig, beheerst te zijn. Andy en Bessy, Buddy Longway, De Roder Ridder, Suske en Wiske, Maarten Milaan, Buck Danny, Kuifje en zelfs humoristische reeksen als Lucky Luke en Alex & Obelix, zij vormden op die manier een soort opvoedend project, een soort jeugdbijbel die je op beeldende wijze voorhield niet in de fouten van je voorouders te vervallen. Sociaal en behulpzaam te zijn, op avontuurlijke, dappere wijze, en je vooral niet te laten leiden door egoïsme en hebzucht, maar je nuttig te maken voor het algemeen belang.
