Een momentopname van de strijd tegen racisme in ons land
Opinie, Nieuws, Samenleving, België - Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding

Een momentopname van de strijd tegen racisme in ons land

21 maart is de Internationale Dag Tegen Raciale Discriminatie. Dit jaar valt hij bijna samen met het bezoek van de ECRI aan België, in het kader van haar internationale monitoring van racisme en intolerantie. Hij volgt ook kort op de twintigste verjaardag van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Een goede gelegenheid voor een momentopname van de strijd tegen racisme in ons land.

woensdag 20 maart 2013 19:53
Spread the love

In mei 2009 publiceerde de ECRI, ofwel de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie, haar vierde rapport over België.* Daaruit bleek dat ons land enige vooruitgang geboekt had, bijvoorbeeld dankzij de maatregelen om te zorgen voor een betere toepassing van strafrechtelijke bepalingen tegen racisme, de goedkeuring van de Antidiscriminatiewet van 10 mei 2007, en een rondzendbrief om racistische uitlatingen in de sport aan te pakken. Het rapport benadrukte ook de voortrekkersrol van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding in de strijd tegen racisme en rassendiscriminatie.

De aanbevelingen die de ECRI in 2009 deed, zijn verre van allemaal gerealiseerd, ook al worden enkele op dit moment nog in de praktijk omgezet. De start van de vijfde monitoringscyclus van de ECRI, begin deze maand, en de twintigste verjaardag van het Centrum bieden een gelegenheid om een stand van zaken op te maken van enkele belangrijke uitdagingen waarop beide instellingen de aandacht vestigen.

Racisme in het publieke discours: een groeiende bezorgdheid

In zijn strijd tegen haatboodschappen op het internet blijft het Centrum op twee niveaus werken. Enerzijds behandelt het individuele meldingen: in 2012 opende het 267 dossiers en diende het 5 eenvoudige klachten in bij het parket. Anderzijds doet het aan preventie, bijvoorbeeld via ontmoetingen met internetbemiddelaars en vertegenwoordigers van sociale netwerken. Om de het debat beter te kunnen kaderen en om een aanpak van haatboodschappen op het internet uit te tekenen, ging het in zijn laatste jaarverslag ook dieper in op de vraag naar de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.

In een andere aanbeveling stelde de ECRI in 2009 dat de Belgische overheden hun inspanningen in de strijd tegen racisme in het politieke discours moesten opdrijven. ‘Dat is een kwestie die op veel onbegrip stoot’, zegt Jozef De Witte, directeur van het Centrum. ‘Want waarom kan een burger vervolgd worden voor uitlatingen die aanzetten tot haat, terwijl bepaalde politieke partijen schijnbaar straffeloos een xenofoob klimaat in stand mogen houden? De reden is: mensen met een openbare functie moeten risico’s kunnen nemen om bepaalde ideeën te formuleren. Daarom zijn parlementsleden bijvoorbeeld onschendbaar. Als professionele openbare sprekers zijn zij zich doorgaans bewust van de draagwijdte van hun woorden. Hun morele gezag zou ook een grotere verantwoordelijkheid met zich mee moeten brengen. Maar we hebben het hier over een louter morele en geen juridische benadering. Daarom gaat het Centrum na of mensen met een openbare functie bepaalde uitspraken herhaaldelijk in de mond nemen, wat kan wijzen op een bewuste strategie om tot haat aan te zetten. Op basis daarvan ontwikkelt het een strategie om het fenomeen aan te pakken.’

De levensbeschouwelijke intolerantie neemt toe

Een andere uitdaging voor de toekomst ligt in de strijd tegen intolerantie op grond van levensbeschouwing en cultuur, waarvan het Centrum een toename vaststelt. Het maatschappelijke debat over integratie is tegenwoordig sterk op de islam gericht. Moslims worden daarbij vaak negatief voorgesteld, wat een voedingsbodem voor vooroordelen en haatgevoelens creëert. Islamofobe uitspraken tieren ook welig op het internet. Ook de meldingen en dossiers over antisemitisme vragen aandacht. Het geweld en de haatboodschappen tegenover leden van de joodse gemeenschap (vaak in Antwerpen, maar ook in Brussel) blijven verontrusten.

Terug naar de basis? Werken, weten en wonen

Twintig jaar geleden stipte het eindrapport van het Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid, waaruit het Centrum geboren werd, al drie grote uitdagingen aan voor de integratie van personen van vreemde afkomst: werkgelegenheid, onderwijs en huisvesting, drie fundamentele pijlers van ieder sociale leven. Tijdens de studiedag die het Centrum op 15 februari organiseerde ter gelegenheid van zijn verjaardag wees het erop dat de zogenoemde culturalisering van het integratievraagstuk gefaald heeft. ‘Het valt niet te ontkennen dat er in de strijd tegen racisme nieuwe uitdagingen zijn, waaronder onze kijk op de islam, de rol van internet en sociale media enzovoort’, besluit Jozef De Witte. ‘Maar werkgelegenheid, onderwijs en huisvesting blijven de belangrijkste hefbomen voor integratie en samenleven. We mogen ze niet uit het oog verliezen.’ Daarom lanceerde het Centrum een cyclus van studies gewijd aan elk van de drie hefbomen: de diversiteitsbarometers – de eerste, over tewerkstelling, verscheen in september 2012. Daarnaast zet het in op socio-economische monitoring, via een project dat de situatie van mensen van vreemde afkomst op de Belgische arbeidsmarkt in kaart brengt; in september 2013 zal dat in een publicatie uitmonden.

Ten slotte staat het Centrum achter de ECRI-aanbeveling over positieve acties, waarvoor ook wel de term ‘positieve discriminatie’ wordt gebruikt. Volgens de Antidiscriminatiewet mag een positieve actie als die maatregel met een duidelijke ongelijkheid komaf wil maken; hij moet tijdelijk zijn en mag de rechten van anderen niet aan banden leggen. Maar over positieve acties, moet het Centrum helaas vaststellen, is er nog altijd geen tekst aan de ministerraad voorgesteld, en evenmin aan de adviesorganen. Daardoor kunnen ze nog altijd niet wettelijk goedgekeurd worden.

* In het kader van haar statutaire activiteiten doet de ECRI aan monitoring om de situatie op het gebied van racisme en intolerantie in elk van de lidstaten van de Raad van Europa te analyseren. Aan de hand van deze analyse formuleert de ECRI suggesties en voorstellen om de vastgestelde problemen aan te pakken.

Davy Coolen, Dienst Communicatie Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding

take down
the paywall
steun ons nu!