Crisis in het ACW, heropleving van de arbeidersbeweging!

Crisis in het ACW, heropleving van de arbeidersbeweging!

woensdag 20 maart 2013 15:44
Spread the love

De commotie rond de financiële en bestuurlijke crisis bij het ACW, de aantijgingen vanuit de N-VA en vandaag weer de Knack-enquête over “het vertrouwen van de ACW-leden dwingt tot bezinning over de rol en de toekomst van “de Beweging”, zoals ze intern kort en bondig benoemd wordt.  

Om bij het uitgangspunt van de Knack-enquête te starten, een eerste kanttekening over “ACW-leden”.  Strikt genomen mag men niet spreken over individuele “ACW-leden”: ACW is een koepelorganisatie die een hele waaier van middenveldorganisaties overkoepelt – in het jargon van de christelijke zuil heeft men het over “de takken van de beweging”.  De economische en financiële tak, waar het Dexia-“schandaal” zich situeert, zijn met de jaren steeds losser gaan functioneren van de rest van “de beweging”.  Waar bewegingsorganisaties (zoals de vakbond, de KWB enz.) in grote mate blijven draaien op belangloze vrijwilligersinzet, zijn de “economische takken” uitgegroeid tot bedrijfsmatige organisaties, soms met ronduit kapitalistische trekjes. Het opdoeken van de coöperatieve bank en haar integratie in de systeembank Dexia was een fataal keerpunt in deze evolutie.  Men liet zich (te) kort gezegd meezuigen in de amorele logica van de haute finance en het casinokapitalisme, om financieel onder te gaan in de draaikolk van de bankencrisis. 

Dat de ACW-organisatie zo ver is kunnen afdwalen van de basiswaarden van de christelijke arbeidersbeweging, heeft veel te maken met haar (partij)politieke opstelling.  Sinds het uitbreken van de hetze rond de band ACW-Dexia, stelt men het nogal eens voor alsof de CD&V het slachtoffer is van het “wangedrag” bij het ACW.  Wie de zaken een klein beetje in ruimer historisch perspectief bekijkt, beseft dat de christelijke arbeidersbeweging ook in deze materie het slachtoffer is van haar “bevoorrechte” band met CVP en CD&V.  De politieke christendemocratie is sedert de stichting van de CVP in 1945 steeds meer naar rechts geschoven op de sociaal-economische as.  Tot in de jaren ’70 kon het ACW binnen de christendemocratische “standenpartij” nog mee timmeren aan de uitbouw van de sociale welvaartsstaat., zolang er maar niet geraakt werd aan het kapitalistisch fundament van de “sociaal gecorrigeerde markteconomie”.  Hoogtepunten van dat tijdperk waren, op politiek vlak, de “travaillistische” regering Lefèvre-Spaak en de sociale verwezenlijkingen van het “gemeenschappelijk vakbondsfront” ten tijde van de merkwaardige tandem Houthuys-Debunne. 

Het stilvallen van de economische motor en de ontzuiling van de samenleving hebben dit model op de helling gezet.  Nog voor de CVP (later CD&V) haar karakter van  “standenpartij” verloochende, zette zich reeds de verschuiving in naar een centrum-rechtse “staatspartij” (remember het vervlogen tijdperk van de “de CVP-staat”).  De “politieke vrienden” van het ACW in CVP/CD&V schoven daarin moeiteloos mee: Wilfried Martens werd niet alleen de man van de kruisraketten (terwijl ACV en vooral KWB een grote rol meespeelden in het verzet daartegen); hij was ook de dirigent van een soberheidsbeleid dat in de jaren ’80 de start inluidde van de gestage aftakeling van de sociale welvaartsstaat.  Het parcours van zijn spitsbroeder J.L. Dehaene is nog krasser en meest typerend voor deze evolutie: het quasi-revolutionaire hoofd van de ACW-studiedienst evolueerde tot een verzamelaar van dikbetaalde zitjes in de raden van bestuur van multinationals als Inbev, Dexia, enz…    

Bij dat alles bleef men aan de top van de ACW-organisatie zweren bij een politiek pact met de christendemocratische partij.  Zelfs de gestage electorale neergang annex oppositiekuur van de CD&V bracht daar weinig verandering in.  Evenmin kon de stevige tegenstroom vanuit de vrijwilligersbasis, een deel van het vrijgesteldenkorps en kritische deelorganisaties als bediendenbond LBC of de sociaal-culturele tak KWB, het machtshuwelijk tussen ACW en CVP/CD&V doen wankelen.  De vrees om aan politieke macht in te boeten, maakte van de ACW-top steeds meer een politiek verlengde van CVP/CD&V.  Ook al evolueerde elk ambitieus en/of talentvol ACW-kopstuk dat in de CVP/CD&V geïnvesteerd werd binnen de kortste tijd tot een volbloed centrumrechtse christendemocraat.  Met een Yves Leterme als grotesk hoogtepunt, die uit kortzichtige electorale berekening het koekoeksjong N-VA tot volle wasdom bracht.

Is het ACW nu het slachtoffer van zijn hondse trouw aan de CD&V?

Indien de ACW-top in de voorbije decennia gekozen had voor een meer autonome politieke opstelling, los van de christendemocratische machtspartij en aansluitend bij de kritische stromingen in de eigen beweging, was de organisatie wellicht niet verzeild geraakt in de huidige trieste rol van zondebok, witteboordcrimineel, verrader van de eigen principes,… 

Het is nog niet te laat om het tij te keren, maar het vereist wel een drastische wending, zowel in het afrekenen met de Dexia-affaire als in de politieke opstelling.

Wat het eerste betreft, zal het ACW nu eerst snel, duidelijk, consequent moeten afstand nemen van de foute keuzes uit het verleden.  Ook als dat een financiële aderlating betekent die de werking van de beweging treft. 

Wat de politieke opstelling betreft, is het duidelijk dat de christelijke arbeidersbeweging haar politiek pact met de CD&V nu best echt in vraag stelt.  De partij van Kris Peeters en Pieter De Crem heeft een arbeidersbeweging niets te bieden.  De dominerende rechterzijde van de CD&V zal een breuk met het ACW in de huidige context trouwens niet eens betreuren…

De christelijke arbeidersbeweging kan dan een beloftevolle doorstart maken als een vrijwilligersbeweging die zich van een ontsporing bevrijd weet en terugkeert naar haar basiswaarde: het opkomen voor solidariteit en sociale rechtvaardigheid.  De kracht van zo een basisbeweging is sterker dan het doodgraverswerk van het koekoeksmonster dat haar belaagt en duurzamer dan de kapitalistische dwalingen waarin de top van de organisatie een tijdlang meegesleept werd.

Zo wordt de crisis van het ACW een aanzet tot de herleving van de (christelijke)  arbeidersbeweging.  Waarom “christelijk” tussen haakjes staat?  Niet om de christelijke inspiratie opzij te schuiven, integendeel; wél om een opening te maken naar andersdenkenden en naar mensen die, hoewel ze zich niet meer uitdrukkelijk “christen” voelen, maar zich wel aangesproken voelen door de boodschap van solidariteit en sociaal engagement. 

take down
the paywall
steun ons nu!