Ik ben wie ik voor ogen heb
De personages in de realityreeks Latem leven creëren een mythe over zichzelf, schrijft Daan Borloo. ‘Als iedereen uniek is, dan is natuurlijk evengoed niemand uniek.’
De realityreeks Latem Leven op VTM 2 werd in deze krant al een groepsportret van bekakt gedrag(DS 4 november) en kakkineuze snobs (DS 5 november)genoemd. Toch is de serie ook een boeiende inkijk in de mechaniek van zelfmythologisering.
In Latem Leven wordt een tiental inwoners gevolgd van Sint-Martens-Latem, een pittoresk dorp aan de Leie dat is opgetrokken uit luxueuze villa’s waarin welgestelde burgers wonen. Wie Latem zegt, denkt beau monde: het is een gated community van blasé rijkelui. Uiteraard is de realiteit genuanceerder, maar het is de gave van reality-tv om niet de realiteit, maar onze opvatting daarvan te representeren en vorm te geven. Dus zijn de hoofdfiguren van Latem Leven allemaal prinsen en prinsessen van het kapitaal die glansrijk, belangrijk en succesrijk zijn. De reeks is als dusdanig niets meer dan een promospot voor hun gefortuneerde levens en levensstijl en heeft dus weinig om het lijf.
Alhoewel. De onverbloemde identiteitspropaganda die dit programma in wezen is, maakt Latem Leven net interessant. Het valt immers op hoe verregaand de personages zichzelf mythologiseren. Elke gebeurtenis in hun leven – hoe groot of hoe klein ook – is zogezegd gecorreleerd met hun persoonlijkheid, en nooit het gevolg van, ik zeg maar wat, de blinde krachten van het leven of de wetten van sociale ongelijkheid. Als schoenenontwerpster Virginie een flesje room laat vallen, dan kadert ze dat tegenover de kijker als een onderdeel van haar identiteit: ‘Dat gebeurt regelmatig, dat ik iets laat vallen. Da’s een onderdeel van mijn zijn.’ Als trader Patrick zich in een schijnbaar onbewaakt moment laat ontvallen dat hij in zijn leven veel ‘dwazekloterijen’ heeft uitgestoken, haalt hij ook onmiddellijk zijn schouders op om laconiek te zeggen: ‘Diplomatie, dat ligt mij niet. Ik ben iemand … Klinkt het niet, dan botst het.’ Als zakenvrouw Kristien vertelt over haar helikopterbrevet en dat ze de helft van het jaar in Monaco woont, omschrijft ze dat als exploten van haar zucht naar vrijheid en onafhankelijkheid. Begrijp haar niet verkeerd: met een teveel aan geld of fiscale gunstregimes heeft dat klaarblijkelijk niets te maken. Kristien noemt zichzelf letterlijk ‘een vrijheidsstrijder’, al blijft het onduidelijk welke onderdrukking ze bevecht.
De sleutel tot succes
De Amerikaanse auteur Tad Washington definieert zelfmythologisering in Psychology today als een overlevingsstrategie. Als we geconfronteerd worden met tegenslagen of uitdagingen, dan vertellen we onszelf verhaaltjes over onszelf om in evenwicht te blijven. Als je jezelf immers percipieert als de held van een verhaal, dan zal elk obstakel eerder je kwaliteiten in de verf zetten dan dat het je uit je lood zal slaan. De achteloze, haast werktuiglijke manier waarop de personages van Latem Leven dat soort verhaaltjes debiteren, alsof ze niets anders gewoon zijn, geeft te denken: het is alsof zelfmythologisering de motor van hun leven is geworden.
Is dat dan de sleutel tot (neoliberaal) succes? Jezelf in die mate in een vuurvast narratief hullen dat je van geen enkele onregelmatigheid gaat wankelen? De personages propageren (onbewust) hun onwrikbare zelf-definiëring als het ultieme antidotum tegen onzekerheid. Patrick is een man van ‘no regrets’ – in zijn verhaal bestaan geen onoverkomelijke hindernissen die tot bescheidenheid nopen, alleen verwaarloosbare bumps in the road. Schrijver Oscar van den Boogaard heeft lange tijd gedacht dat hij ‘een slechte Hollander’ was omdat hij het bastaardkind is van prins Bernhard, de man van koningin Juliana. Nu hij dat verhaal (letterlijk) heeft neergeschreven, in de roman Kindsoldaat, voelt hij zich van die onzekerheid bevrijd en trekt hij af en toe klompen aan ‘om zich te aarden’. Styliste en model Valerie De Booser verzet zich tegen de soms bijtende commentaren op sociale media die haar foto’s in lingerie oproepen. ‘Als ik me er goed bij voel, dan is ’t goed, hé? En wie het niet wil zien, moet me niet volgen, hé. Je hebt maar één leven en ik doe ermee wat ik wil.’ Alles wat doet wankelen, is de antagonist van het heldenverhaal, de anomalie die bekampt moet worden met woorden en een waterdicht zelfbeeld.
Kristien noemt zichzelf ‘een vrijheidsstrijder’, al blijft onduidelijk welke onderdrukking ze bevecht
Uniek en excentriek
Is het dan ook door die fel geïndividualiseerde queeste naar evenwicht dat heel wat figuren uit Latem Leven zich als ‘selfmade’ of ‘uniek’ bestempelen? Ze haasten zich bijna allemaal om te zeggen dat ze niet zijn zoals een ander, dat ze de dingen anders aanpakken of dat ze hun succes aan niets of niemand anders te danken hebben dan aan zichzelf en hun buitenaardse werk- en vechtlust. Jonge entrepreneur Louis heeft volgens de tussentitels ‘een kunstopleiding gevolgd. Toch leidt hij nu een succesvolle onderneming’. Stel je voor. Kristien benadrukt dat iedereen haar voor gek verklaarde toen ze torenhoge leningen aanging om haar carrière uit de grond te stampen, maar ze heeft alles voor elkaar gekregen door ‘te blijven bouwen’. Ook Virginie weet dat ze de eigen, unieke dromen moet najagen en voelt zich pas vrij als ze creatief mag zijn: ‘Dat excentriek en anders kunnen denken dan iemand anders, wat op een heel naturelle manier komt, dat is voor mij vrijheid.’
Die gedeelde claim van uniciteit wordt in de montage van Latem Leven grotendeels ontkracht, net omdat we zien hoezeer die zogenaamde eigenheid is gecollectiviseerd. Als iedereen uniek is, is natuurlijk evengoed niemand uniek. Van den Boogaard berouwt zich over het feit dat de inwoners van Sint-Martens-Latem ‘heel erg op zichzelf leven. De meeste mensen hebben een elektrische poort. Ze doen open via hun iPhone. Ik vind dat heel moeilijk.’
Hij hoopt dan ook dat de Latemnaren zich via het programma met elkaar leren te verbinden: ‘Dan kunnen we allemaal samenkomen. De poorten mogen open.’ Maar kan iedereen dan nog zijn wie hij of zij voor ogen heeft?
_______________________________________
Illustratie: “O, what a wonderful World”. Foto uit Second Life, via Flickr
Beeld 2: “June 4, 2015. At the President’s insistence, Deputy National Security Advisor Ben Rhodes brought his daughter Ella by for a visit. As she was crawling around the Oval Office, the President got down on his hands and knees to look her in the eye.” (Official White House Photo by Pete Souza)”. Meer wondere beelden van Barack Obama als president zijn te vinden op Flickr onder de hoofding “Obama White House”.