DS-journalist Ruben Mooijman onderzocht of de aandeelhouders van Delhaize slapend rijk worden en de werknemers werkend arm. Alleen ligt Mooijman’s kritische onderzoeksjournalistiek zelf te slapen.
Mooijman begint met de vaststelling dat van elke 100 euro die in de kassa van de supermarkten belandt 14,57 euro naar loonkosten en 1,15 euro naar dividenden gaat. “Naar het personeel gaat dus ruim zesmaal zoveel geld als naar de aandeelhouders” schrijft hij doodleuk. Alsof de ethische verhouding tussen kapitaal en arbeidsrenumeratie fiftyfifty is.
Voor de duidelijkheid, dat is verre van zo. Dit is het best aan te tonen met een voorbeeldje. Stel: ik begin een “kruidenierszaak” met 100 werknemers. Zelf doe ik niets. Ik besteed de oprichting en alle beslommeringen uit aan de CEO (die betaal ik trouwens 128 keer zoveel als de andere werknemers).
Wanneer alle kosten aan transport, aankoop van goederen en vastgoed betaald zijn, schiet er van de omzet van mijn bedrijf nog 15 percent over. Is het dan fair dat van alles wat overschiet de helft naar de werknemers gaat en de andere helft naar mij—enkel en alleen omdat ik geld heb voorgeschoten?
Dat 14,57 percent naar lonen gaat bij Delhaize vertelt niets over de hoogte van de lonen van de werknemers. Misschien krijgen de werknemers een riant loon, misschien kunnen ze er niet eens een brood mee kopen—dat vraagt dieper journalistiek graafwerk.
In ieder geval kunnen de kosten van de sociale reproductie van arbeid niet worden gelijkgesteld met de winstuitkering voor aandeelhouders. Die twee zijn fundamenteel verschillend.
Toegegeven: Mooijman nuanceert een beetje. Hij erkent dat hij appelen met peren vergelijkt om zich vervolgens te verdiepen in de ongelijke stijging van de loon- en dividendkosten, een bijna even nietszeggende indicator.
Maar nergens stelt hij zich de vraag of hij wel de juiste cijfers gebruikt voor het beantwoorden van het ethisch vraagstuk.
Wegens inflatie stegen zowel de loon- als de dividendkosten. Mooijman concludeert hieruit dat zowel personeelsleden als aandeelhouders erop vooruit gingen. “Maar de echte winnaars” eindigt hij, “zijn personeelsleden die ook aandelen bezitten. Zij worden werkend én slapend rijker.”
Een cynisch slot voor een cynisch artikel. In het beste geval is deze analyse banaal. In het slechtste geval maskeert ze hoe een bedrijf haar werknemers uitperst om aandeelhouders tevreden te houden.