Bovendien gebruiken de donorlanden boekhoudkundige trucs om de geleverde steun op te blazen, en wordt het geld dat kwetsbare landen wél krijgen vaak verstrekt in de vorm van leningen die moeten terugbetaald worden in plaats van giften, zegt Oxfam.
Kunstmatig opgedreven
Al tijdens de klimaatconferentie van Kopenhagen in 2009 hebben welvarende landen toegezegd om vanaf 2020 elk jaar 100 miljard dollar vrij te maken voor klimaatfinanciering. Het idee erachter is dat rijke industrielanden een ‘klimaatschuld’ hebben tegenover landen in het Zuiden, omdat ze verantwoordelijk zijn voor een veel groter deel van de historische CO2-uitstoot dan ontwikkelingslanden.
Volgens cijfers van OESO, de ‘club van rijke landen’, hebben de ondertekenaars van die belofte in 2020 zo’n 83,3 miljard dollar uitgegeven aan klimaatsteun voor lage- en middeninkomenslanden.
In een vandaag verschenen rapport neemt Oxfam zulke klimaatfinanciering onder de loep. Volgens de onderzoekers kan slechts 24,5 miljard dollar van dat bedrag daadwerkelijk als klimaatsteun worden gezien. In het rapport staat dat de waarde van veel gefinancierde projecten kunstmatig opgedreven wordt, en dat leningen tegen hun nominale waarde worden genoemd.
Schuldenberg verhogen
Bovendien verhoogt het verstrekken van leningen in plaats van subsidies de schuldenlast van landen die in veel gevallen al dreigen te bezwijken onder een torenhoge schuldenberg, zegt Oxfam. Meer dan de helft van alle klimaatfinanciering voor de armste landen ter wereld wordt volgens het rapport in de vorm van leningen verstrekt.
Nog in het rapport staat dat tot een derde van de officiële klimaatsteun geen nieuw geld is, maar financiering die wordt herleid van het budget voor ontwikkelingssamenwerking.
“Dit is zeer onrechtvaardig. Rijke landen behandelen armere landen met minachting”, aldus Nafkote Dabi, beleidsmedewerker klimaat bij Oxfam International. “Daarmee ondermijnen ze cruciale klimaatonderhandelingen op fatale wijze. Ze spelen een gevaarlijk spel waarbij we allemaal het onderspit delven.”
De huidige afspraak over klimaatfinanciering geldt voor de jaren 2020 – 2025. In het Klimaatakkoord van Parijs is afgesproken dat er in 2025 een nieuw en nog hoger doel voor klimaatfinanciering moet komen.