Het huidige moederschip, de Nisshin Maru, werd wereldberoemd – en berucht – als het moederschip van de Japanse walvisloot. Het schip is uitgerust om walvissen te verwerken en kan tot 1.200 ton walvisvlees opslaan.
Maar na dertig jaar is het schip verouderd, en volgens de Japanse krant Yomiuri Shimbun wil het ministerie voor Visserij investeren in een opvolger. Dat kan een nieuw schip zijn, of een bestaand vaartuig dat wordt omgebouwd, maar volgens de bronnen die de krant aanhaalt moet het schip vooral snel zijn om activisten voor te blijven.
Internationale druk
De milieugroep Sea Shepherd staakte vorig jaar de campagne tegen de Japanse walvisvaarders, maar sluit niet uit dat het die acties herneemt.
Dat Japan een nieuw moederschip zoekt, wijst op de vastberadenheid van het land om de jacht nog jaren vol te houden, zeer tegen de zin van de internationale gemeenschap. Japan maakt gebruik van een achterpoortje in het internationale verbod op de vangst en doodt elk jaar honderden walvissen in naam van wetenschappelijk onderzoek.
In 2014 oordeelde het Internationaal Gerechtshof dat die uitleg geen steek houdt, maar in 2016 hernam Japan de jacht, hoewel het de quota met een derde verminderde.